alleen de tekens op de bovenkant van de toetsen wilt
invoeren, drukt u snel twee keer achtereen op de
functietoets.
2
— Shift-toets. Als u tussen de verschillende typen
letters wilt wisselen, drukt u op de Shift-toets.
3
— Chr-toets. Met de chr-toets kunt u tekens invoeren
die niet op het toetsenbord staan. U krijgt toegang tot
de snelkoppelingen achter de ctrl-toets, zoals ctrl + c,
door de functietoets samen met de chr-toets in de
drukken voor ctrl, en dan de gewenste toets,
bijvoorbeeld c.
16