Tweede uitgave • Tweede druk
Stuurinrichting testen
20 Druk de voetschakelaar in.
21 Druk de duimschakelaar op de rij-joystick in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe
driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting
te draaien waarin de blauwe driehoeken op het
rijchassis wijzen.
22 Druk de duimschakelaar in de richting die wordt
aangegeven door de gele driehoek op het
bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting
te draaien waarin de gele driehoeken op het
rijchassis wijzen.
Rijden en remmen testen
23 Druk de voetschakelaar in.
24 Zet de rij-joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
zet de joystick vervolgens weer in de middelste
stand.
Resultaat: De machine moet zich verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het
rijchassis wijst en vervolgens abrupt stoppen.
25 Zet de rij-joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
zet de joystick vervolgens weer in de middelste
stand.
Resultaat: De machine moet zich verplaatsen in
de richting waarin de gele pijl op het rijchassis
wijst en vervolgens abrupt stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de
machine tegen te houden op elke helling die door
de machine kan worden genomen.
Onderdeelnr. 1258834DU
Rij-inschakelsysteem testen
26 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer
in de transportstand.
27 Roteer de draaitafel totdat
de arm voorbij een van
de achterwielen wordt
bewogen.
Resultaat: Het indicatielampje 'rijden
ingeschakeld' dient te gaan branden en te
blijven branden zolang de arm zich in het
aangegeven bereik bevindt.
28 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
29 Houd de rij-tuimelschakelaar naar een van
beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik
is, kan de machine gaan rijden in een richting
die tegengesteld is aan de richting waarin de rij-
joystick wordt bewogen.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op
de platformbediening en het rijchassis om de
rijrichting te bepalen.
Z-40/23N • Z-40/23N RJ
Bedieningshandleiding
Inspecties
Blauw
Geel
25