Beeld- of geluidsproblemen oplossen
g g Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie"
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding"
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven"
• "De beeldpositie aanpassen met de schermpositie"
• "Effecten toevoegen aan uw geprojecteerde beeld"
Oplossingen wanneer het beeld niet rechthoekig is
Probeer één van de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld niet
gelijkmatig rechthoekig is.
• Plaats de projector direct voor het midden van het scherm, indien mogelijk
in een rechte hoek.
• Stel Autom. V-Keystone in op Aan in het menu van de projector. De
projector corrigeert automatisch het beeld telkens wanneer u de projector
verplaatst.
Installatie > Geometrische corr. > H/V-Keystone > Autom. V-
s
Keystone
• Stel H-Keystone-regelaar in op Aan in het menu van de projector. Stel dan
schuifregelaar voor de horizontale keystone af tot het beeld gelijkmatig
rechthoekig is.
Installatie > Geometrische corr. > H/V-Keystone > H-Keystone-
s
regelaar
• Druk op de keystone-knoppen op de projector om de beeldvorm aan te
passen.
• Pas de instelling Quick Corner aan om de beeldvorm te corrigeren.
Installatie > Geometrische corr. > Quick Corner
s
• Pas de instelling Boogcorrectie aan om de beeldvorm die wordt
geprojecteerd op een gebogen oppervlak, te corrigeren.
Installatie > Geometrische corr. > Boogcorrectie
s
• Pas de instelling Puntcorrectie aan om een lichte vervorming die
gedeeltelijk optreedt, te corrigeren.
Installatie > Geometrische corr. > Puntcorrectie
s
pag.178
pag.173
pag.237
pag.48
pag.97
g g Verwante koppelingen
• "De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen"
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner"
• "De vorm van een beeld corrigeren met boogcorrectie"
• "De vorm van een beeld corrigeren met puntcorrectie"
Oplossingen wanneer het beeld ruis bevat of statisch
is
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld elektronische
interferentie (ruis) vertoont of statisch is:
• Controleer de kabels die uw computer of videobron verbinden met de
projector. Ze moeten:
• Gescheiden zijn van de voedingskabel om interferentiestoring te
voorkomen
• Veilig aangesloten zijn op beide uiteinden
• Niet aangesloten zijn op een verlengsnoer
• Pas de instellingen voor Ruisvermindering, MPEG ruisonderdrukking
(alleen EB‑L255F/EB‑L250F) en Deinterlacing aan in het menu Beeld van
de projector.
Beeld > Beeldverbetering > Ruisvermindering
s
Beeld > Beeldverbetering > MPEG ruisonderdrukking
s
Beeld > Beeldverbetering > Deinterlacing
s
• Stel Resolutie in op Automatisch in het menu Afbeelding van de projector.
• Selecteer een computervideoresolutie en vernieuwingsfrequentie die
compatibel zijn met de projector.
• Als u projecteert vanaf een computer met een VGA-computerkabel, drukt u
op de afstandsbediening op de knop [Auto] om de Tracking en Sync.
automatisch aan te passen. Als de beelden niet correct worden aangepast,
past u de instellingen Tracking en Sync. handmatig aan in het menu
Afbeelding van de projector.
Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Tracking
s
Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Sync.
s
219
pag.54
pag.55
pag.57
pag.60