3.13 - General selections (General selections)
92
Controller instellen
–
Select function (bevochtigingsregeling luchtka-
naal)
–
Direct controlled capacity (Directe capaci-
teitsregeling - standaardinstelling)
–
Humidity controlled capacity (Capaciteitsrege-
ling op basis van vochtigheid)
–
Bypass valve (spoelventiel MV5): geef aan welk
ventiel als overstroomventiel fungeert. Kies het
ventiel dat het verst van het pompstation is gele-
gen om een optimale spoeling van het systeem
te waarborgen.
–
Valveset 1 (Ventielset 1)
–
Valveset 2 (Ventielset 2 - slave 1)
–
Valveset 3 (Ventielset 3 - slave 2)
–
Valveset 4 (Ventielset 4 - slave 3)
–
Preflush (Voorspoelen - de duur van de voorspoe-
ling moet lang genoeg zijn dat al het stilstaande
water in de toevoerleiding naar het pompstation
wordt verwijderd).
–
No pre flush (Niet voorspoelen - niet aanbe-
volen)
–
1 minute preflush (1 minuut voorspoelen)
–
5 minute preflush (5 minuten voorspoelen)
–
10 minute preflush (10 minuten voorspoelen -
standaardinstelling)
–
20 minute preflush (20 minuten voorspoelen)
–
Hygrostat (Hygrostaat)
–
Hygrostat manual reset (Hygrostaat met
handmatige reset)
–
Hygrostat auto reset (Hygrostaat met auto-
matische reset)
–
Rotation check (Rotatiecontrole)
–
Rotation check enabled (Rotatiecontrole in-
geschakeld)
–
Rotation check disabled (Rotatiecontrole
uitgeschakeld - niet aangeraden)