6.6.5
Slangen en sproeileidingen doorspoelen
Om te voorkomen dat stof en deeltjes in de slangen en leidingen de sproeikoppen tijdens de inbedrijfstel-
ling verstoppen, is het noodzakelijk om grondig te spoelen.
•
Zeer belangrijk: Verwijder de laatste sproeikop van elke sproeileiding.
•
Ga naar "4.1 Manual Operation" (Handbediening).
OPGELET!
Voorkom te allen tijde dat magneetventielen worden geactiveerd als de pomp niet loopt. Magneet-
ventielen raken oververhit als er geen water doorheen stroomt.
4.1 - Manual Operation (Handbediening)
•
Stel de pomp in werking en open de spoelventielen op alle ventielblokken.
•
Controleer of uit alle spoelventielen water komt. Spoel het systeem gedurende 10 minuten door.
•
Sluit de spoelventiel(en) en open/sluit ventiel x.1, x.2, x.3, x.4 and x.5 op de Master en elke Slave
om de sproeileidingen door te spoelen.
Opmerking: Afhankelijk van de grootte van het systeem kunt u meerdere stappen tegelijk doorspoe-
len. Let op: de hogedrukpomp kan caviteren als de uitgaande druk te zeer daalt.
•
Spoel elke leiding minimaal 10 minuten door.
•
Ga terug naar het beginscherm (F1).
•
Na beëindiging van de spoelprocedure mag u niet vergeten om de verwijderde sproeikoppen terug
te plaatsen.
Het systeem is nu gebruiksklaar.
•
Met dit scherm kunt u de ventielen van de
master- en slave-systemen met de hand
bedienen.
•
Druk op < Pump> (Pomp) om de hogedruk-
pomp in werking te stellen.
x.1:
Ventiel 1 op elke Slave of bij Master
x.2:
Ventiel 2 op elke Slave of bij Master
x.3:
Ventiel 3 op elke Slave of bij Master
x.4:
Ventiel 4 op elke Slave of bij Master
x.5:
Ventiel 5 op elke Slave of bij Master
Flush: Spoelventiel op elke Slave en Master
Eerste inbedrijfstelling
83