5. Het regelventielblok monteren
Bevestig het regelventielblok in de juiste stand op het luchtkanaal met behulp van de bijgeleverde
schroeven of bouten.
Boor vervolgens doorvoergaten 3 x ø32 mm en dicht deze aan de binnenkant en de buitenkant af
met de bijgeleverde rubberen manchetten.
Fig. 30: Regelventielblok monteren
6. De hogedrukslangen aansluiten
WAARSCHUWING!
Draai slangen niet aan of los terwijl het systeem onder druk staat!
Sluit de hogedrukslangen op het regelventielblok aan en voer de slangen door de rubberen man-
chetten het luchtkanaal in.
Belangrijk! Draai de slangkoppelingen met de hand aan en gebruik vervolgens een steeksleutel om
de schroefverbindingen aan te draaien (ca.1 1/4 slag). Controleer de schroefverbindingen tijdens het
bedrijf op lekkage. Als de schroefverbindingen lekken, draait u deze iets verder aan. Let er echter
op dat u de schroefverbindingen niet te vast draait.
Koppel voor conusaansluiting (slang op slang, slang op T-stuk en slang op ventielblok)
3/8" 70 Nm ±2 Nm
1/4" 42 Nm ±2 Nm
Installatiewerkzaamheden
47