Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Bediening; Controle Voorafgaand Aan De Rit - Zero Motorcycles ZERO SR/S 2020 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Controle voorafgaand aan de rit

Starten en bediening

Algemene bediening

Controleer het volgende voordat u uw Zero-motorfiets gebruikt
om u ervan te verzekeren dat uw motorfiets veilig bereden kan
worden:
• Accupakket. Controleer of de laadindicator op het onderste
deel van het dashboard aangeeft dat het accupakket is
geladen. Controleer de actieradiusindicator op het
dashboard om er zeker van te zijn dat het accupakket
voldoende is geladen voor de geplande reis.
Let op: Als de motorfiets langer dan 30 dagen is opgeslagen,
zet dan het contactslot in de ON-positie en weer terug in de
OFF-positie om de modus langdurige opslag te verlaten. Laad
het accupakket vervolgens 24 uur om ervoor te zorgen dat de
balans herstelt is.
• Aandrijfriem. Controleer de riemspanning en -conditie. Pas
deze indien nodig aan. Zie
• Remmen. Knijp in de remhendel en druk het rempedaal
afzonderlijk in terwijl u de motorfiets duwt om te zien of deze
rolt. U moet de wielen helemaal kunnen blokkeren als u de
remmen gebruikt.
• Gasbediening. Met het contactslot in de OFF-positie geeft u
gas en laat u de gashendel los om te controleren of de
gashendel soepel loopt en correct terugkeert.
"Aandrijfriem", op pagina
6.24.
• Banden. Controleer beide banden op conditie en
profieldiepte. Controleer bandenspanning wanneer deze
KOUD zijn. Controleer op beschadigingen en uitlijning.
Handhaaf de juiste bandendruk zoals aangegeven in
en banden", op pagina
6.23.
WAARSCHUWING! Een te lage bandenspanning is een veel
voorkomende oorzaak van bandfalen en kan leiden tot ernstige
scheuren in de band, losraken van het loopvlak, een klapband of
onverwacht verlies van de controle over de motorfiets,
resulterend in ernstig of dodelijk letsel. Controleer banden
regelmatig op de correcte spanning.
• Elektrisch systeem. Controleer op de juiste werking van de
koplamp, richtingaanwijzers en de rem-/achterlichten.
Na het rijden
Controleer het resterende laadniveau van het accupakket en laad
het indien nodig op.
LET OP: Zet uw motorfiets nooit weg met een accu met een lage
laadstatus (minder dan 30% laadstatus). Het accupakket
gedurende een lange periode in een lage laadstatus laten kan het
beschadigen en uw garantie ongeldig maken.
Algemene bediening
"Wielen
4.1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave