Algemeen onderhoud
Aandrijfriem
De aandrijfriem behoeft weinig onderhoud en werkt stil met
minimale rek. Houd de riem en tandwielen vrij van stof, vet,
olie en vuil. De spanning van de aandrijfriem moet worden
gecontroleerd en afgesteld op de in het onderhoudsschema
vermelde intervallen. Ga voor informatie over onderhoud naar
het onderhoudsschema op
pagina
Reinig de aandrijfriem met milde zeep en water wanneer u uw
motorfiets wast. Maak droog met een handdoek en controleer
op het volgende:
• Sneetjes of ongewone slijtagepatronen.
• Beschadiging in het midden van de aandrijfriem.
• Afschuining van de buitenrand. Een beetje afschuining
is normaal maar duidt op slecht uitgelijnde tandriemwielen.
• Geribbelde buitenoppervlak op tekenen van steenslag.
• Binnenkant (tandgedeelte) van de aandrijfriem op blootgelegde
getrokken draden, die normaal gesproken door een nylonlaag
en polyethyleenlaag zijn bedekt. Hierdoor zal de aandrijfriem
het begeven en dit duidt op versleten tanden van de
tandwielriem.
• Tekenen van perforatie of barsten aan de basis van
de riemtanden.
In alle bovenstaande gevallen moet de aandrijfriem worden
vervangen.
6.24
6.2.
Spanning aandrijfriem controleren
De juiste riemspanning is essentieel voor de optimale werking
van het aandrijfsysteem.
Te weinig riemspanning kan "overspringen" tot gevolg hebben.
De tanden van de aandrijfriem schuiven over de tanden van
de achterste tandwielriem. Dit veroorzaakt een onaangenaam
geluid. Het overspringen kan ook schade veroorzaken aan de
trekvaste koolstof strengen. Als er sprake van overspringen is,
moet u de aandrijfriem vervangen voordat u weer gaat rijden.
Te veel spanning kan de slijtage van uw aandrijfsysteem
vergroten en het systeem kan slepen.
De spanning van de aandrijfriem kan worden gecontroleerd
aan de hand van een spanningstester of via de Gates®
Carbon Drive™-smartphone-app.