Activeringsindicator
A
B
Grootlichtindicator
C
Linkerrichtingaanwijzer
D
ABS (antiblokkeringsremsysteem) indicator
E
Tractiecontrole
Geeft aan dat de motorfiets geactiveerd is of klaar om voorwaarts te rijden
zodra de gashendel wordt gebruikt.
Wanneer grootlicht gevoerd wordt, brandt deze indicator blauw en blijft aan
totdat het grootlicht wordt uitgeschakeld.
Knippert groen wanneer de richtingaanwijzersschakelaar naar links wordt
gedrukt. Deze pijl blijft knipperen totdat de richtingaanwijzer wordt
geannuleerd.
• Deze indicator gaat branden wanneer de sleutel in de ON-positie staat.
Deze gaat ook branden wanneer de motorfiets wordt bereden en er een
ABS-gebeurtenis plaatsvindt. De indicator gaat uit zodra de motorfiets
meer dan 5 km/h (3 mph) rijdt. Tenzij er een fout is, blijft de indicator uit
totdat het contactslot in de OFF-positie en vervolgens weer in de
ON-positie wordt gezet.
• Als de ABS met de hand wordt uitgeschakeld
uitschakelen", op pagina
• Deze indicator knippert wanneer ABS actief is.
Zie
"ABS (antiblokkeerremsysteem)", op pagina 4.18
informatie.
• Deze indicator gaat branden wanneer de functies tractiecontrole is
uitgeschakeld en blijft branden totdat de tractiecontrole weer is hersteld.
• Deze indicator knippert wanneer tractiecontrole actief is.
Zie
"Tractiecontrole van de motorfiets (MTC)", op pagina
Bediening en onderdelen
("De ABS in- of
4.19), blijft de ABS-indicator branden.
voor meer
4.21.
3.23