6.1.5 Instelbare parameters
Zie ook afb. 26 op pagina 20.
Progr.-
Display-
Parameter
niveau
weer-
gave
1
St
Instelwaarde
interne behuizing-
temperatuur T
2
Fi
Filtermat-
bewaking
3
Ad
Master-slave-
code
4
CF
Omschakeling
°C/°F
5
H1
Instelling
schakelhysterese
6
H2
Waardeverschil
van foutmelding
A2
ECO
Eco-mode-bedrijf
26
Tab. 3: Instelbare parameters
Montage- en bedieningshandleiding Rittal geklimatiseerde deur
Min.-
Max.-
Fabrieks-
waarde
waarde
instelling
20
55
35
i
10
60
99
(= Uit)
0
19
0
0
1
0
2
10
5
3
15
5
0
1
1
6 Bediening
Beschrijving
De instelwaarde van de interne behuizings-
temperatuur is door de fabriek ingesteld op 35°C
en in het bereik van 20 – 55°C instelbaar.
Om de filtermatbewaking te activeren, stelt u de
waarde min. 10 K via de in de programmeer-
mode „Fi" weergegeven temperatuurverschil-
waarde; de filtermatbewaking is door de fabriek
uitgeschakeld (99 = Uit).
Zie „6.1.8 Master-slave-code instellen",
pagina 22.
De temperatuurweergave is omschakelbaar van
°C (0) naar °F (1). De actuele temperatuureenheid
wordt via de betreffende LED weergegeven.
Het koelaggregaat is door de fabriek ingesteld op
een schakelhysterese van 5 K. Deze parameters
mogen uitsluitend na overleg met Rittal worden
gewijzigd. Neem contact met ons op.
Wanneer de interne behuizingstemperatuur 5 K
boven de ingestelde insteltemperatuur stijgt, dan
verschijnt foutmelding A2 (interne behuizings-
temperatuur te hoog) op het display. Indien
gewenst kunt u hier het waardeverschil binnen
het bereik van 3 – 15 K wijzigen.
Eco-mode UIT: 0 / Eco-mode AAN: 1
NL
19