6 Bediening
6.1.3 Testmode starten
De e-comfortcontroller is uitgevoerd met een test-
NL
functie, waarbij het koelaggregaat onafhankelijk van
de insteltemperatuur of deurschakelaarfunctie koelt.
• Druk gedurende min. 5 sec. tegelijk op de toetsen
1 en 2 (afb. 24).
Het koelaggregaat treedt in werking.
Na ca. 5 minuten is de testmode beëindigd. Het
aggregaat schakelt uit en gaat over op normaal
bedrijf.
6.1.4 Algemene informatie bij de programmering
Met de toetsen 1, 2 en 3 (afb. 24) kunt u 24 parame-
ters binnen het aangegeven bereik (min.-waarde,
max.-waarde) wijzigen.
In de tabellen 3 en 4 wordt weergegeven welke pa-
rameters u kunt wijzigen. Afb. 26 op pagina 20 geeft
aan, op welke toetsen u daarbij dient te drukken.
Aanwijzing m.b.t. schakelhysterese:
Bij een geringe hysterese en daarmee korte
schakelcyli bestaat het gevaar dat de
koeling onvoldoende is of dat er slechts
bepaalde delen van de behuizing worden
gekoeld. Als het koelaggregaatvermogen
te groot is en de compressorlooptijden
< 1 minuut bedragen, dan wordt ter be-
scherming van het koelaggregaat de
schakelhysterese automatisch verhoogd.
Aanwijzing m.b.t. insteltemperatuur:
De insteltemperatuur is bij de comfort-
regeling door de fabriek op +35°C ingesteld.
Om energiebesparingsredenen moet u de
insteltemperatuur niet lager instellen dan
nodig.
Aanwijzing m.b.t. nuttig koelvermogen:
Interactieve karakteristieken voor het
berekenen van het nuttig koelvermogen
vindt u op www.rittal.com.
De programmering is in principe voor alle instelbare
parameters gelijk.
Om naar de programmeermode te gaan:
• Druk gedurende ca. 5 sec. op toets 2 („Set").
De regeling bevindt zich nu in de programmeermo-
de. Wanneer u in de programmeermode gedurende
ca. 30 sec. op geen enkele toets drukt, dan knippert
de weergave eerst en vervolgens keert de regeling
terug naar de normale weergavemode. De weerga-
ve „Esc" signaleert hierbij dat eventueel aange-
brachte wijzigingen niet werden opgeslagen.
• Druk op de programmeertoets
om tussen de instelbare parameters te wisselen
(zie tabellen 4 en 5).
• Druk op toets 2 („Set") om de weergegeven
parameters die u wilt wijzigen te selecteren.
18
De actuele waarde van deze parameters wordt
weergegeven.
• Druk op één van de programmeertoetsen
resp.
De weergave „Cod" verschijnt. Om een waarde te
kunnen wijzigen, dient u de toegangscode „22" in te
voeren.
• Houd de programmeertoets
gedrukt tot „22" verschijnt.
• Druk op toets 2 („Set") om de code te bevestigen.
Nu kunt u de parameter binnen de aangegeven
grenswaarden wijzigen.
• Druk op één van de programmeertoetsen
resp.
• Druk op toets 2 („Set") om de wijziging te
bevestigen.
Nu kunt u op dezelfde wijze andere parameters wij-
zigen. De wijzigingscode „22" hoeft u hiervoor niet
opnieuw in te voeren.
• Om de programmeermode te verlaten, drukt u
opnieuw gedurende ca. 5 sec. op toets 2 („Set").
Op het display verschijnt „Acc" om aan te geven dat
de wijzigingen zijn opgeslagen. Vervolgens keert het
display terug naar normaal bedrijf (interne behui-
zingstemperatuur).
U kunt de e-comfortcontroller ook via een diagnose-
softwareprogramma (bestelnr. SK 3159.100) pro-
grammeren. Deze software wordt geleverd met en
verbindingskabel voor aansluiting op een PC.
Als interface dient de connector van de verbindings-
kabel aan de achterzijde van het display van de
e-comfortcontroller.
▲
▼
(°C) resp.
(°F)
Montage- en bedieningshandleiding Rittal geklimatiseerde deur
▼
(°F).
▲
▼
(°F).
▲
(°C)
(°C) zo lang in-
▲
(°C)