5 Inbedrijfstelling
4.6 Montage afronden
NL
4.6.1 Filtermedia inbouwen
De complete condensor van het koelaggregaat is
voorzien van een vuilafstotende resp. gemakkelijk te
reinigen RiNano-coating. In veel situaties is daarom
de toepassing van filtermedia overbodig, vooral in
omgevingen met droog stof.
Bij droge, grove stofdeeltjes en pluisjes in de omge-
vingslucht dient een filter in het koelaggregaat te
worden ingebouwd. In omgevingen met oliehouden-
de lucht raden wij metalen filters aan (toebehoren
SK 3284.210). Bij toepassing in textielbedrijven met
sterke pluisvorming dienen pluiszeven te worden
toegepast (als optie leverbaar).
• Schuif het metalen filter in de onderzijde van de
profildeur.
• Om het filter weer te verwijderen, pakt u dit door de
opening heen vast en trekt u het naar u toe.
Afb. 23:
Filtermat inbouwen
4.6.2 Filtermatbewaking instellen
Functie van de filtermatbewaking:
De mate van verontreiniging van de filtermat wordt
automatisch bepaald door een temperatuurverschil-
meting in het externe circuit van het koelaggregaat
(zie „6.1.6 Overzicht programmering", pagina 20).
Bij toenemende verontreiniging van de filtermat stijgt
het temperatuurverschil. De gewenste waarde van
het temperatuurverschil in het externe circuit wordt
automatisch aan de betreffende arbeidspunten in de
karakteristieken aangepast. Hierdoor hoeft de ge-
wenste waarde bij verschillende arbeidspunten van
het aggregaat niet te worden nageregeld.
16
5
Inbedrijfstelling
Let op! Gevaar voor beschadiging!
De olie moet in de compressor worden
verzameld om een goede smering en
koeling te waarborgen.
U mag het koelaggregaat op zijn vroegst
30 min. na de montage inschakelen.
• Schakel de stroomtoevoer naar het koelaggregaat
in nadat alle montage- en installatiewerkzaam-
heden zijn afgerond.
Het koelaggregaat treedt in werking:
– Eerst verschijnt gedurende ca. 2 sec. de software-
versie van de controller, daarna verschijnt „ECO"
voor de geactiveerde Eco-mode. Vervolgens
wordt de schakelkastbinnentemperatuur op het
7-segment display getoond.
Nu kunt u uw individuele instellingen op het aggre-
gaat aangeven, bijv. insteltemperatuur of toewijzing
van de netwerkcode etc. (zie hoofdstuk „6 Bedie-
ning").
Montage- en bedieningshandleiding Rittal geklimatiseerde deur