Voordat u begint
•
Lees de hoofdstukken Veiligheidsinstructies en
Bedieningselementen voordat u de machine start.
•
Voer het dagelijkse onderhoud altijd voordat
u start uit (zie het onderhoudsschema in het
hoofdstuk Onderhoud).
•
Controleer of er voldoende brandstof aanwezig is
in de brandstoftank.
•
Stel de stoel in op de gewenste stand.
Er moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan
voordat de motor kan worden gestart:
•
De bestuurder moet op de stoel zitten.
•
De bladbesturingshendel voor het inschakelen
van de maaibladen moet omlaag in de onderste
positie staan.
•
De parkeerrem moet zijn ingeschakeld.
•
Beide stuurregelaars moeten in de vergrendelde
(buitenste) neutrale positie staan.
De motor starten
1. Ga op de stoel zitten.
2. Zet het maaidek omhoog door de hefhendel
omhoog te trekken naar de transportpositie (F).
3. Activeer de parkeerrem.
4. Schakel de maaibladen uit door de
bladbesturingshendel uit het vergrendelingsgat te
verwijderen en in de lage positie te zetten.
24
-husqvarna
BEdIEnInG
Startvoorwaarden
Zet het maaidek omhoog
Zet de bladbesturingshendel in de lage positie
8050-020
8058-085
8058-074