FX-parameters
FX-type
Parameter
Uitleg
Selecteert het type filter.
LPF
Type
BPF
FILTER
HPF
Rate
Regelt de modulatiesnelheid.
Depth
Regelt de modulatiediepte.
Resonance
Regelt de intensiteit van het effect.
Cutoff
Regelt de afsnijfrequentie van het filter.
Rate
Regelt de snelheid van het effect.
PHASER
Depth
Regelt de diepte van het effect.
Resonance
Regelt de intensiteit van het effect.
FLANGER
E ..Level
Regelt het algemene volumeniveau van het effect.
Regelt de frequentie van het filter. Hogere
Frequency
instellingen maken het geluid helderder.
Resonance
Regelt de intensiteit van het effect.
Regelt de tijd waarbinnen de filterfrequentie
SYNTH
Decay
wijzigt. Hogere instellingen produceren een
langere bewegingstijd.
Regelt de volumebalans tussen het directe
Balance
geluid en het synthesizergeluid.
BitDepth
Geeft de bitdiepte op.
SampleRate
Geeft de samplefrequentie op.
LO-FI
Regelt de volumebalans tussen het directe
Balance
geluid en het effectgeluid.
GUITAR.TO.
Regelt de volumebalans tussen het directe
Balance
BASS
geluid en het effectgeluid.
Geeft de hoeveelheid transpositie weer in
eenheden van halve tonen die optreedt
wanneer de FX is ingeschakeld.
TRANSPOSE
Trans
Met een instelling van +12 wordt de
toonhoogte één octaaf hoger wanneer de FX is
ingeschakeld.
Geeft de toonhoogte (standaard) voor de
Note
robotstem op.
ROBOT
Bij negatieve (–) instellingen heeft de stem
Gender
een mannelijker karakter, bij positieve (+)
instellingen is de stem vrouwelijker.
Dist
Regelt de mate van vervorming.
VOCAL.DIST
Tone
Regelt de toonkwaliteit.
Level
Regelt het algemene volumeniveau van het effect.
Geeft het spoor (TRACK 1–5) op dat wordt
gebruikt als de basis (drager) voor het
vocodergeluid.
Carrier
* Als het opgegeven spoor leeg is, hoort u de
vocoder niet.
VOCODER
Geeft de gevoeligheid op waarmee de audio-
ModSens
invoer de modulatie zal bedienen.
Attack
Geeft de inzet van het geluid op.
Regelt de volumebalans tussen het directe
Balance
geluid en het vocodergeluid.
Type
Selecteert het type van het DYNAMICS-effect.
Regelt het bereik tussen harde en zachte
DYNAMICS
Dynamics
volumes. Hogere instellingen verminderen het
verschil in volume.
Vermindert het volume van alle
frequenties boven de afsnijfrequentie.
Behoudt alleen de frequenties in het
gedeelte van de afsnijfrequentie en
onderbreekt de rest.
Onderbreekt de frequenties in het
gedeelte onder de afsnijfrequentie.
Input FX/Track FX-instellingen
FX-type
Parameter
Uitleg
Low
Hiermee regelt u de lage tonen.
Low-Mid
Hiermee regelt u de lage tot middentonen.
High-Mid
Hiermee regelt u de hoge tot middentonen.
EQ
High
Hiermee regelt u de hoge tonen.
Hiermee wijzigt u het algemene volumeniveau
Level
van de equalizer.
Selecteert het bereik (LOW, MID, HIGH) dat zal
Band
worden afgesneden.
Regelt de modulatiesnelheid. Hiermee kunt u
de lage en hoge tonen afsnijden op intervallen
Rate
ISOLATOR
van de opgegeven nootwaarde in synchronisa-
tie met het tempo.
Depth
Regelt de modulatiediepte.
Band.Level
Geeft de afsnijhoeveelheid op.
Selecteert de octaaf die wordt gespeeld
Mode
(-1 octaaf, -2 octaaf of -1 en -2 octaven).
OCTAVE
Oct ..Level
Regelt het volumeniveau van het octaafgeluid.
Regelt de curve voor panpositiewijzigingen
(AUTO 1, AUTO 2). "AUTO 2" produceert een
diepere wijziging.
Type
Als dit is ingesteld op "MANUAL", kunt u de
Rate
Regelt de snelheid van de wijziging in de
PAN
Type=AUT
panpositie.
Depth
Geeft de diepte op waarmee pan wordt
gewijzigd wanneer Type = AUTO.
Type=AUTO
Position
Geeft de pan op wanneer Type = MANUAL.
Type=MANUAL
Selecteert het Slice-patroon dat wordt gebruikt
Pattern
om het geluid te onderbreken.
Geeft de snelheid op waarmee het Slice-patroon
SLICER
Rate
zal worden herhaald.
Geeft de diepte op waarop het effect wordt
Depth
toegepast.
Time
Geeft de delaytijd op.
DELAY
Feedback
Geeft het aantal delayherhalingen op.
E ..Level
Regelt het algemene volumeniveau van de delay.
RepeatRate
Regelt de tapesnelheid.
TAPE.ECHO
Intensity
Regelt het aantal delayherhalingen.
EchoLevel
Regelt het algemene volumeniveau van het effect.
Time
Geeft de ruimte van de herhalingen op.
GRANULAR.
Geeft de lengte op van het gedeelte dat zal
Feedback
DELAY
worden herhaald.
E ..Level
Regelt het algemene volumeniveau van het effect.
Rate
Dit bepaalt de snelheid van het choruseffect.
CHORUS
Depth
Dit bepaalt de diepte van het choruseffect.
E ..Level
Regelt het algemene volumeniveau van het effect.
Time
Wijzigt de lengte (tijd) van de galm.
REVERB
E ..Level
Regelt het algemene volumeniveau van het effect.
Geeft de richting op waarin het herhaald
Type
afspelen zal worden uitgevoerd.
BEAT.REPEAT
Length
Geeft de lengte van de herhaling op.
Geeft de richting op waarin de afspeelpositie
Type
zal worden verschoven.
BEAT.SHIFT
Geeft de hoeveelheid op waarmee de
Shift
afspeelpositie zal worden verschoven.
Type
Geeft het type Scrub Playback op.
BEAT.SCATTER
Length
Geeft de lengte van de Scrub Playback op.
Past een effect toe alsof u de rotatie van een
VINYL.FLICK
Flick
plaat manipuleert.
-regelaar gebruiken om pan te bedienen.
21