Input FX/Track FX-instellingen
U kunt respectievelijk effecten toepassen op de audio-invoer en het geluid van de sporen. Naar deze effecten wordt verwezen
als "Input FX" en "Track FX".
Raadpleeg "Basisprocedure voor het bewerken van instellingen" (p. 5) voor informatie over de instellingen.
* De FX-parameter die eerst verschijnt wanneer u op de [
* Parameters die zijn aangeduid met het "
* Gebruik "Opgeven of Track FX moet worden toegepast (Track FX)" (p. 12) om het spoor te selecteren waarop Track FX wordt toegepast.
Parameter
IFxA:Type
TFxA:Type
BEAT REPEAT
* Effecten die gebruikmaken van toonhoogtedetectie (GUITAR TO BASS, TRANSPOSE, ROBOT) functioneren niet goed met akkoorden. Bovendien
functioneren deze effecten niet goed wanneer ze als een Track FX worden toegepast op meerdere sporen, omdat meerdere geluiden met elkaar
zullen worden gemixt.
20
"-symbool kunnen worden bediend met de [INPUT FX]/[TRACK FX]-regelaars.
Waarde
Het FX-type selecteren (FX Type)
FILTER
U kunt het Input FX/Track FX-type selecteren.
Typen die beschikbaar zijn voor zowel Input FX als Track FX
FILTER
PHASER
FLANGER
SYNTH
LO-FI
GUITAR TO BASS
TRANSPOSE
ROBOT
VOCAL DIST
VOCODER
DYNAMICS
EQ
ISOLATOR
OCTAVE
PAN
SLICER
DELAY
TAPE ECHO
GRANULAR DELAY
CHORUS
REVERB
Typen die alleen voor Track FX beschikbaar zijn
BEAT REPEAT
BEAT SHIFT
BEAT SCATTER
VINYL FLICK
]-knop drukt, is afhankelijk van het FX-type dat is geselecteerd.
Uitleg
Een filter verandert de helderheid of zwaarte van het geluid door een specifiek frequentiebereik
af te snijden.
Geeft het geluid een ruisend geluid door een variabel gefaseerd geluid toe te voegen.
Produceert een metaalachtige resonantie die lijkt op het opstijgen of landen van een
straalvliegtuig.
Genereert het geluid van een synthesizer.
Met dit effect wordt het geluid opzettelijk vervormd om het een distinctief karakter te geven.
Zet een gitaargeluid om in een basgeluid.
Verwisselt het geluid wanneer u de FX inschakelt.
De stem van een cyberrobot.
Vervorming voor zang.
Vocodergeluid dat de audio-invoer gebruikt om het geluid van het door u opgegeven spoor te
moduleren.
Maakt het volume consistenter en produceert meer uitgebalanceerde lage tonen.
Wijzigt de toon zoals met een equalizer.
Splitst de audio-invoer in drie bereiken (LO, MID, HI) en snijdt het opgegeven gedeelte af. U kunt
afsnijden in synchronisatie met het tempo.
Voegt een noot toe die één of twee octaven lager ligt waardoor een voller geluid wordt
gecreëerd.
Verplaatst de stereopositie (pan).
Onderbreekt het geluid herhaaldelijk, waardoor een conventioneel geluid wordt omgezet om
de indruk van een ritmische backing te maken.
Voegt een vertraagd geluid toe aan het oorspronkelijke geluid, wat het meer diepte geeft of
speciale effecten creëert.
Een virtuele tape-echo die een realistisch tape-delaygeluid produceert.
Herhaalt een kort deel van het ingangsgeluid, waardoor het een brommend karakter krijgt of
een roffelend effect produceert.
Dit effect voegt een licht ontstemd geluid aan het oorspronkelijke geluid toe, waardoor het
geluid voller en breder wordt.
Voegt galm toe aan het geluid.
Speelt het spoor herhaaldelijk af op de maat van de beat.
Door aan de [TRACK FX ]-regelaar te draaien, wordt de lengte van het herhaalde deel gewijzigd.
Het spoor wordt verschoven door de lengte van de beat.
Door aan de [TRACK FX ]-regelaar te draaien, wordt het aantal beats waarmee het afspelen
wordt verschoven, gewijzigd.
Het spoor wordt gescrubd op de maat van de beat.
Door aan de [TRACK FX ]-regelaar te draaien, wordt de lengte van het gescrubde deel gewijzigd.
Het spoor klinkt alsof u de draaitafel aanraakt.
Door langzaam aan de [TRACK FX ]-regelaar te draaien, wordt de afspeelsnelheid gewijzigd.
Door snel te draaien produceert u een draaiend effect.