Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen.voor.sporen.1-5; Een Spoor Achterstevoren Afspelen (Reverse); Het Afspeelniveau Van De Sporen Wijzigen (Play Level); De Positie Van Het Geluid Van Het Spoor Wijzigen (Pan) - Boss RC-505 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen voor sporen 1–5
Hier kunt u de afspeelmethode en andere instellingen van elk spoor afzonderlijk opgeven.
Raadpleeg "Basisprocedure voor het bewerken van instellingen" (p. 5) voor informatie over de instellingen.
MEMO
Gebruik de [
] [
]-knoppen om parameters te selecteren. Door verschillende keren op de [EDIT]-knop te drukken, kunt u naar parameters gaan
die met het " "-symbool zijn gemarkeerd.
Parameter
Track1:Reverse
Track1:PlayLevel
Track1:Pan
Track1:1Shot
Track1:Track FX
Track1:Play Mode
12
Waarde

Een spoor achterstevoren afspelen (Reverse)

OFF
Geeft op of normaal afspelen (OFF) of achterstevoren afspelen (ON) wordt gebruikt.
* Wanneer Reverse op "ON" staat, kunt u niet overschakelen op overdubbing nadat een opname is voltooid.

Het afspeelniveau van de sporen wijzigen (Play Level)

100
Wijzigt het afspeelniveau van de sporen.
"Play Level" is een andere parameter dan de schuifregelaars van sporen [1]–[5].
Gebruik de schuifregelaars van sporen [1]–[5] voor tijdelijke aanpassingen van het
volume tussen sporen.

De positie van het geluid van het spoor wijzigen (Pan)

CENTER
Wijzigt de positie (panning) van het geluid van het spoor.
L50–
CENTER–
R50

Opgeven hoe het spoor wordt afgespeeld (One-Shot)

OFF
Geeft op of het spoor eenmalig wordt afgespeeld (ON) of niet (OFF; normaal afspelen in loops).
Spoor 1
One-Shot:.OFF
Spoor 2
One-Shot:.ON
Spoor 3
One-Shot:.OFF
OFF
ON

Opgeven of Track FX moet worden toegepast (Track FX)

ON
Geeft op of Track FX wel (ON) of niet (OFF) moet worden toegepast.
Eén enkel spoor afspelen (Play Mode)
MULTI
Als de afspeelmodus van een spoor "MULTI" is, kan het gelijktijdig met andere sporen worden afgespeeld. Sporen
met de afspeelmodus "SINGLE" worden slechts met één spoor tegelijk afgespeeld. U kunt bijvoorbeeld drie sporen
hebben met de afspeelmodus "SINGLE" en u gebruikt deze om te schakelen tussen melodie-A, melodie-B en de
brug. De andere sporen zijn ingesteld op "MULTI" en worden gebruikt voor de stempartij.
Spoor 1
SINGLE
Spoor 2
SINGLE
Spoor 3
SINGLE
Spoor 4
MULTI
Spoor 5
MULTI
* Als Single Play Change (p. 15) is ingesteld op "LOOP END", wijzigt het spoor aan het einde van de loop.
* U moet Loop Sync (p. 13) instellen op "OFF" om ervoor te zorgen dat het afspelen altijd vanaf het begin van de frase
wordt uitgevoerd.
MULTI
SINGLE
Uitleg
Als de "CENTER"-instelling wordt gebruikt, hoort u het geluid vanaf het midden.
Als "L" is ingesteld, wordt het geluid naar links verplaatst en als "R" is ingesteld, wordt het geluid naar
rechts verplaatst. Als L50 wordt gebruikt, hoort u het geluid helemaal vanaf links.
Normaal afspelen in loops.
De frase wordt eenmaal van het begin tot het einde van het spoor afgespeeld en stopt vervolgens
automatisch (One-Shot Playback).
Als u tijdens het afspelen op de [ / ]-knop drukt, start het afspelen opnieuw vanaf het begin van
het spoor (Retrigger Playback). Overdubben kan niet worden uitgevoerd.
Als u geen synchronisatie wilt uitvoeren met de andere sporen, stelt u Tempo Sync (p. 14) in op OFF.
Alle sporen afspelen
Slechts één spoor afspelen
Als One-Shot is ingesteld
op ON, stopt het afspelen
wanneer het einde van de
frase wordt bereikt.
Als Play Mode is ingesteld op SINGLE, wordt
het spoor dat momenteel wordt afgespeeld,
gestopt wanneer u het afspelen van een ander
spoor met de afspeelmodus SINGLE start.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave