3.
Klik op de knop Eigenschappen en selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
4.
Kies het Documentformaat en de Afdrukkwaliteit die u wilt gebruiken. Als u een aangepast papierformaat
wilt definiëren, klikt u op de knop Aangepast.
50
Hoofdstuk 7 Praktische afdrukvoorbeelden
NLWW