De Scènemodus gebruiken
6
Druk op [m].
7
Selecteer Opname
Gezichtretouch..
8
Selecteer een optie.
•
Verhoog bijvoorbeeld de instelling Gezichtsretouch om meer
onzuiverheden te verbergen.
Niveau 2
Terug
Verpl.
9
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
10
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Als u de Beautyshot-modus gebruikt, wordt de scherpstelafstand ingesteld
op Auto Macro.
De Objectmarkeringsmodus gebruiken
Met de Objectmarkeringsmodus wordt het onderwerp
herkenbaarder gemaakt door de diepte aan te passen.
1
Druk in de opnamemodus op [M].
2
Selecteer s
3
Plaats de camera volgens de optimale afstand die is
weergegeven op het scherm.
•
De optimale afstand verschilt, afhankelijk van de gebruikte
zoomverhouding.
4
Druk op [m].
5
Selecteer Opname
36
Uitgebreide functies
Objectmarkering.
Objectmarkeringseffect.