De scherpstelling aanpassen
Meebewegende autofocus gebruiken
Met Meebewegende AF kunt u het onderwerp volgen en
automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [m].
2
Selecteer Opname
Scherpstelgebied
Tracking AF.
3
Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk
op [o].
•
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
•
Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
p s
•
Als u geen scherpstelgebied selecteert, verschijnt het scherpstelkader
midden in het beeld.
•
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
- het onderwerp is te klein
- het onderwerp beweegt te veel
- er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
- kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond
overeen
- de camera trilt erg
•
Wanneer een onderwerp niet kan worden gevolgd, wordt het
scherpstelkader weergegeven als een kader met één witte lijn (
•
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
•
Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het
scherpstelkader weergegeven als kader met één rode lijn (
•
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
timer, gezichtsherkenning en intelligente filtereffecten in te stellen.
54
Opname-instellingen
).
).