De projector gebruiken
Voorbereidingen
1. Sluit alle apparatuur aan en schakel alles in.
2. Als dit nog niet gedaan is, steekt u de bijgeleverde stroomkabel
in de stroomaansluiting op de achterkant van de projector.
3. Steek de stroomkabel in een stopcontact en zet eventueel de
stroomschakelaar van het stopcontact aan.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op
het toestel om mogelijke gevaarlijke situaties, zoals een elektrische
schok of brand, te vermijden.
De projector inschakelen
Volg onderstaande stappen.
1. Zorg dat het Powerlampje oranje brandt zodra de stroom is
ingeschakeld.
2. Houd POWER ON ( ) op de projector of afstandsbediening
ingedrukt om de projector in te schakelen.
3. De ventilatoren gaan draaien, en tijdens het opwarmen verschijnt op
het scherm gedurende enkele seconden een opstartbeeld.
De projector reageert tijdens het opwarmen niet op verdere
opdrachten.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren. Zie
5. "Bezig met zoeken naar bron..." verschijnt op het scherm voordat de projector een ingangssignaal
herkent. Dit bericht blijft op het scherp totdat een geldig signaal wordt gedetecteerd. Zie
"Een ingangssignaal selecteren" op pagina 22
6. Als de horizontale frequentie van het ingangssignaal het bereik van de projector overschrijdt,
verschijnt de melding "Geen signaal" op het scherm. Dit bericht blijft op het scherm totdat u het
ingangssignaal op een geschikt signaal schakelt.
I
I
"De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 24
voor details.
voor details.
Aansluiten van videoapparatuur
21