11
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen
Foutcode
Fouttekst/Beschrijving
90
CV-installatiedruk te laag
Druk < 0,5 bar
Warmtepomp schakelt uit
en gaat vanzelf in werking
wanneer de druk boven
0,7 bar stijgt
91
Bron druk te laag
Druk < 0,2 bar
Warmtepomp schakelt uit
en gaat vanzelf in werking
wanneer de druk boven
0,4 bar stijgt
94
Fase-uitval zekering contro-
leren
Eén of meerdere fasen uit-
gevallen
95
Verkeerde draairichting
compressor
Fasen verwisselen
Fasevolgorde niet correct
11.4 Fouten met permanente uitschakeling (vervolg)
96
Nood-
Mogelijke oorzaak
modus
_
Drukval in de CV-installatie door
lek, luchtkussen of defect expansie-
vat.
Schroefverbindingen aan de ach-
terzijde van de warmtepomp zijn
niet goed afgedicht.
Klemschroefverbindingen aan het
omschakelventiel verwarming/boi-
lerlading zijn ondicht.
mogelijk
Drukval in het brijncircuit door lek
of luchtkussen.
Brijndruksensor defect.
Platte stekker laag tarief-N niet
aangesloten..
Zekering F1 op printplaat defect.
Door de klant gemonteerde brijn-
drukschakelaar of maximaalther-
mostaat (aan klem S-S) is geopend.
Brijnpomp defect.
mogelijk
Fase-uitval of zekering geactiveerd.
Slecht aangedraaide elektrische
aansluitingen.
Te lage netspanning.
Stroomonderbreking bij verkeerd
ingesteld elektrisch schema (bijv.
elektrisch schema 1).
Aanloopstroombegrenzer defect of
verkeerd aangesloten.
mogelijk
Geen spanning (tijdelijke uitschake-
ling door EVU)
Fasen verwisseld.
Aanloopstroombegrenzer defect of
verkeerd aangesloten.
Maatregel voor verhelpen
> CV-installatie op ondichtheden con-
troleren.
> Water bijvullen en ontluchten.
> Expansievat controleren.
> Schroefverbindingen vaster aan-
draaien.
> Klemschroefverbindingen aan het
omschakelventiel verwarming/boiler-
lading natrekken.
> Brijncircuit op ondichtheden contro-
leren, brijn bijvullen, ontluchten.
> Steekcontact op de printplaat en aan
de kabelboom controleren.
> Druksensor op goede werking con-
troleren.
> Druksensor vervangen.
> Steekcontact laag tarief-N op de
printplaat controleren en evt. aan-
sluiten.
> Zekering F1 controleren en evt. ver-
vangen.
> Brijndrukschakelaar of maximaal-
thermostaat controleren.
> Controleren of de normale stroomtoe-
voer en de stroomtoevoer tegen laag
tarief aan de correcte netvoeding aan-
gesloten zijn en evt. corrigeren.
> Controleren of het correcte elektri-
sche schema ingesteld is en evt. cor-
rigeren.
> Veiligheid voor zwakstroom op print-
plaat controleren en evt. vervangen.
> Als er bij de klant geen brijndrukscha-
kelaar voorhanden is, controleren of
de aansluitklem SCH aan de printplaat
gebrugd is en evt. klem bruggen.
> Controleren of de N-aansluiting aan
het steekcontact laag tarief N aan-
gesloten is en evt. aansluiten.
> Zekeringen en kabelaansluitingen
controleren (stroomvoeding naar
compressor).
> Elektrische aansluitingen controle-
ren.
> Spanning bij elektrische aansluiting
van de warmtepomp meten.
> Instelling van het elektrische schema
controleren.
> Aanvoerstroombegrenzer controle-
ren.
> Contact van de rondstuurontvanger
aan klem 13 aansluiten.
> Fasevolgorde door verwisselen van
telkens 2 fasen aan de netvoeding
wijzigen.
> Aanvoerstroombegrenzer controle-
ren.
Installatiehandleiding geoTHERM exclusiv 0020132506_00