9
Aanpassing aan de CV-installatie
i
Als u een afstandsbediening VR 90 aangesloten
hebt, mag u deze niet als thermostaatregelaar
configureren, omdat anders de voordelen van de
energiebalansregeling ongedaan gemaakt wor-
den.
9.4.3 Regeling gewenste aanvoertemperatuur
(hydraulisch schema 8)
Als u een cv-installatie volgens het voorbeeld voor hydrau-
lisch schema 8 (¬ hfdst. 5.2) geïnstalleerd hebt, voert de
thermostaat een gewenste aanvoertemperatuurregeling uit.
De bufferboiler wordt afhankelijk van de gewenste aanvoer-
temperatuur geregeld. De warmtepomp verwarmt als de
temperatuurvoeler van de aanvoertemperatuurvoeler VF1
van het buffervat kleiner is dan de gewenste temperatuur.
De pomp verwarmt tot de retourtemperatuursensor RF1 van
het buffervat de gewenste temperatuur plus 2 K bereikt
heeft.
9.5
Thermostaatstructuur
Als basisweergave is een grafisch display te zien. Dit is
het uitgangspunt voor alle voorhanden menu's.
De thermostaatbediening is uitvoering in de ¬ gebruiks-
aanwijzing beschreven.
Als u bij het instellen van waarden gedurende 15 minuten
geen instelknop bedient, verschijnt automatisch weer de
basisweergave.
De thermostaatstructuur heeft drie niveaus:
Het gebruikersniveau is voor de gebruiker bedoeld
(¬ gebruiksaanwijzing).
Het Code niveau (installateursniveau) is voor de installa-
teur voorbehouden en is tegen het per ongeluk verstellen
door een code-invoer beveiligd.
Wordt er geen code ingevoerd, d.w.z. vindt er geen vrijgave
van het code niveau plaats, dan kunnen de volgende para-
meters in de verschillende menu's weliswaar weergegeven
worden, maar het veranderen van de waarden is niet moge-
lijk.
De menu's zijn in vier bereiken ingedeeld:
62
Menubereiken
Beschrijving
C1 tot C11
Parameters van de warmte-
pompfuncties voor CV-circuits
instellen
D1 tot D5
Warmtepomp in de diagnose-
modus gebruiken en testen
I1 tot I5
Informatie over de instellingen
van de warmtepomp oproepen
A1 tot A10
Assistent voor de installatie
van de warmtepomp oproepen
9.3 Menubereiken
Het derde niveau bevat functies voor de optimalisatie van
de CV-installatie en kan door de installateur alleen via
vrDIALOG 810/2 en vrnetDIALOG 840/2 en 860/2 inge-
steld worden.
Installatiehandleiding geoTHERM exclusiv 0020132506_00
Beschrij-
ving in
hoofdstuk
9.7.1
9.7.2
9.7.3
9.7.4