Tekst invoeren
Bij het instellen van bepaalde functies (zoals het stationsnummer)
moet tekst worden ingevoerd. Boven de meeste cijfertoetsen staan
drie of vier letters. Boven de toetsen
omdat deze toetsen een speciale functie hebben.
U kiest een letter door het cijfer met de benodigde letter erboven het
juiste aantal malen in te drukken.
Toets
2
3
4
5
6
7
8
9
Spaties invoeren
Druk eenmaal op
druk tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te
voeren.
Corrigeren
Wilt u een fout ingevoerde letter corrigeren, druk dan op
cursor onder het fout ingevoerde teken te zetten. Druk vervolgens op
Stop/Eindigen
staan, worden nu verwijderd. U kunt nu het juiste teken invoeren. U
kunt ook teruggaan en een foutief teken overtypen.
Letters herhalen
Als u tweemaal achtereen dezelfde letter wilt invoeren (bijvoorbeeld
twee e's), dan drukt u tussendoor op
verder te zetten en drukt u daarna opnieuw op de toets.
4 - 3 AAN DE SLAG
Eenmaal
tweemaal
A
D
G
J
M
P
T
W
om een spatie tussen nummers in te voegen en
. Alle letters die boven en rechts van de cursor
0
#
,
en
staan geen letters
driemaal
B
C
E
F
H
I
K
L
N
O
Q
R
U
V
X
Y
om de cursor een plaats
viermaal
2
3
4
5
6
S
8
Z
om de