Inhoudsopgave
Advertenties
Multiprojectie-functies
g g Verwante koppelingen
• "Sluimerstand"
pag.98
Een hoofdprojector toewijzen
Selecteer één projector als basis voor de aanpassing.
Geef testpatronen weer van alle projectors en selecteer deze die de minste
kleurongelijkheid heeft als hoofdprojector.
• U kunt het testpatroon weergeven door op het bedieningspaneel of
a
de afstandsbediening op de knop Test Pattern te drukken.
• Wij raden aan de volgende testpatronen weer te geven:
Grijsbalken V, Grijsbalken H en Wit
• Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, raden wij u aan dezelfde
id toe te wijzen voor de hoofdprojector en de afstandsbediening om
het bedieningsdoel te beperken.
g g Verwante koppelingen
• "Projector-id"
pag.102
Projectors kalibreren
Pas de wijzigingen aan die na verloop van tijd optreden door herhaaldelijk
gebruik van projectors.
Voer de volgende bewerkingen uit voor alle projectors:
• Voer de lichtbronkalibratie uit.
Resetten > Kalibratie licht
s
• Voer de kleurkalibratie uit.
Uitgebreid > Kleurkalibratie
s
Om het aanpassingsbereik uit te breiden, zet u de instelling Kleurmodus op
Multiprojectie in het menu Beeld van de projector.
• Als u de optionele externe camera niet installeert of als u de
a
kleurkalibratie niet kunt uitvoeren, voert u Kleurgelijkheid uit.
• Als u Periodiek uitvoeren op Aan zet in het menu Kalibratie licht,
kan de kleur die werd aangepast in multiprojectie, wijzigen door de
automatische kalibratie.
• U kunt ook de Kleurmodus van de projector wijzigen met de knop
[Color Mode] op de afstandsbediening.
Projectors installeren
Installeer alle projectors op een geschikte locatie.
Wanneer u de hoofdprojector in het midden installeert, kunt u de kleuren
gemakkelijk kalibreren omdat elke ongelijkheid in het midden van het
geprojecteerde gebied vermindert.
Ruwe beeldaanpassingen uitvoeren
Voer de volgende bewerkingen uit voor alle projectors om de positie en de
vorm voor rechthoekige geprojecteerde beelden aan te passen.
Door het testpatroon weer te geven, wordt het gemakkelijker om de
projectiepositie en de vorm aan te passen.
• Voor de projectiepositie past u de locatie, de hoek en de lensverschuiving
aan.
• Voor de projectiegrootte past u de locatie en zoom aan.
• Voor de beeldscherpstelling, past u de scherpstelling aan.
126
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
