Voorbereiding
2-12
•
Originelen die met paperclips of nietjes aan elkaar zitten. Verwijder alle
paperclips en nietjes en trek voordat u het papier plaatst eventuele krullen,
rimpels of kreukels recht;
•
Originelen met uitgesneden delen of met gladde oppervlakken;
•
Originelen met natte correctievloeistof;
•
Originele met diepe vouwen. Maak alle vouwen recht voordat u het papier
plaatst.
Als originelen verder voorgeboord zijn of perforaties bevatten, plaatst u het papier
met de gaten of perforaties weg van de voorrand.
De documentprocessor gebruiken
1
Verwijder originelen die eventueel op
de originelenuitvoer zijn
achtergebleven.
BELANGRIJK:
originelenuitvoer achtergebleven
originelen kunnen ervoor zorgen
dat de nieuwe originelen
vastlopen.
2
Pas de breedtegeleiders van de
originelen op de nieuwe originelen
aan.
Voor originelen met formaat
216 × 356 mm (B4) of 279 × 432 mm
(A3), trekt u de uitwerpgeleider naar
buiten.
BELANGRIJK:
originelen-breedtegeleiders goed
om de originelen passen,
aangezien een tussenruimte een
papierstoring kan veroorzaken. Als
er nog ruimte is, past u de
originelen-breedtegeleiders
opnieuw aan.
Op de
Controleer of de
GEBRUIKERSHANDLEIDING