4. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'AGE' (Leeftijd) en de huidige waarde.
Gebruik de toetsen Gebruikersoptie Verhogen () of Verlagen () om de waarde aan te passen. Houd de toetsen
Verhogen () or Verlagen () ingedrukt om de waarde snel te wijzigen. Druk op OK om de weergegeven waarden te
accepteren.
5. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'WEIGHT' (Gewicht) en de huidige waarde.
Gebruik de toetsen Gebruikersoptie Verhogen () of Verlagen () om de waarde aan te passen. Houd de toetsen
Verhogen () or Verlagen () ingedrukt om de waarde snel te wijzigen. Druk op OK om de weergegeven waarden te
accepteren.
6. O p het consoledisplay verschijnt de boodschap 'LAP' (Ronde). Met deze optie kunt
u de afstand van een RONDE tijdens een training vastleggen. Gebruik de toetsen
Gebruikersoptie Verhogen () of Verlagen () om de afstandswaarde van een
RONDE aan te passen. De standaardwaarde is '0,25' mijl of kilometer.
Druk op de OK-toets om de afstandswaarde van een RONDE in te stellen.
7. De console keert terug naar het opstartscherm met de geselecteerde gebruiker.
De helling aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van de helling om de hoek
van het loopvlak op ieder gewenst moment in een trainingsprogramma te wijzigen.
Hiervoor moet de veiligheidssleutel in het contactslot zitten. Om de hellingshoek snel
te wijzigen drukt u op de hellingstoets met de gewenste vooraf ingestelde waarde, en
vervolgens op de Enter-toets voor hellingswaarden. Het loopvlak zal de gekozen hel-
lingshoek aannemen.
Opmerking: Nadat u op een hellingstoets met een vooraf ingestelde waarde hebt
gedrukt, moet u binnen de 5 seconden op de Enter-toets voor hellingswaarden
drukken.
Zorg dat de ruimte onder het toestel vrij is voordat u het loopvlak laat zakken. Laat het loopvlak na elke
training volledig zakken.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en
hellingsveranderingen van het loopvlak verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en
mogelijk letsel te voorkomen.
Zorg dat de trainingsruimte die u gebruikt, voldoende hoog is. Houd hierbij rekening met de lengte van de gebruiker en de
maximale hellingshoogte van het loopvlak.
De snelheid aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van het snelheidsniveau om de snelheid van de loopband
op ieder gewenst moment in een trainingsprogramma te wijzigen. Om de snelheid snel te wijzigen drukt u op de
snelheidstoets met de gewenste vooraf ingestelde waarde, en vervolgens op de Enter-toets voor snelheidswaarden. De
snelheid van de loopband wordt aangepast aan de gewenste snelheid.
Opmerking: Nadat u op een snelheidstoets met een vooraf ingestelde waarde hebt gedrukt, moet u binnen de 5
seconden op de Enter-toets voor snelheidswaarden drukken.
Profi elprogramma's
Deze programma's hebben verschillende hellingshoeken en loopbandsnelheden op basis van de maximum- en minimum-
snelheid van de gebruiker. De gebruiker kan de hellings- en snelheidswaarden ook handmatig aanpassen op elk gewenst
moment in de training. De profi elprogramma's zijn ingedeeld onder categorietoetsen (Manual, Goals, Weight Loss, Inter-
vals, Heart Rate en Custom). Ieder profi elprogramma bestaat uit 16 segmenten, waardoor een verscheidenheid aan
Hellingstoetsen
met vooraf
ingestelde
waarden
Enter-toets voor
hellingswaarden
USER
M
MANUAL
G
33