Ingebouwde hulpfunctie
XY-weergave
De XY-weergavefunctie wordt gebruikt voor het centreren van de laserstraal op de twee detec-
torvlakken alvorens de meting te starten.
Tik op het afgebeelde detectorgebied
l
gaan.
Het scherm XY-weergave is toegankelijk via het menu-item "XY-weergave" dat ver-
l
schijnt bij tikken op het "sensor/lasergedeelte" (2).
Het scherm XY-weergave is toegankelijk via het menu-item "XY-weergave" dat ver-
l
schijnt bij tikken op de laser (3).
De twee sensor-detectorvlakken worden weergegeven in het scherm XY-weergave. Centreer
de laserstraalpunten op beide vlakken met beide duimdraaiknoppen voor het positioneren van
de straal. In sommige gevallen is het nodig om sensALIGN sensor langs de steunpalen of zij-
waarts te bewegen door de kettingsteun los te maken en een stukje te draaien.
De functie "Op nul ingesteld" kan worden gebruikt om het effect van omgevings- en machi-
netrillingen op de meting te controleren. Houd er rekening mee dat "Op nul ingesteld" alleen
actief is wanneer de laserstraalstatus [1] is "OK" of "Gecentreerd".
38
(1)
om direct naar het scherm XY-weergave te
Uitgave:2.3