Ingebouwde hulpfunctie
(1)
Het label met het laserstraal-gevaarsymbool is bevestigd aan de voorzijde van de
l
laserkop.
(2)
Het laserveiligheid-waarschuwingslabel is bevestigd aan de achterkant van de laser.
l
(3)
Het laser-identificatielabel en het laser-inspectielabel zijn aangebracht aan de ach-
l
terkant van de laser.
(4)
Het sensor-identificatielabel en het sensor-inspectielabel zijn aangebracht aan de
l
achterkant van de sensor.
20
Uitgave:2.3