Ingebouwde hulpfunctie
Aanpassen van de laserstraal
Wizard voor aanpassing van laser
De wizard voor aanpassing van de laser is de belangrijkste functie voor aanpassing van de
laser in het computer. Als de sensor is geïnitialiseerd en de laserstraal niet gecentreerd is,
gebruikt u de wizard om de laserstraal correct in te stellen. De wizardpijlen geven de richting
en de mate waarin de beweging zou moeten plaatsvinden aan.
De wizard-pijlen naast de duimdraaiknoppen voor de positie van de laser
l
de richting en de mate aan waarin de duimdraaiknoppen moet worden bewogen om de
laserstraal correct aan te passen.
De wizard-pijlen die weg van de duimdraaiknoppen wijzen (bijv. 3) geven de richting en
l
de mate aan waarin de laser fysiek moet worden verplaatst voor een correcte aan-
passing.
De verkregen laserstraal-status wordt weergegeven in 4.
l
5
toont de positie van de laserstraal op de positiedetectoren.
l
36
(1
en 2) geven
Uitgave:2.3