Inhoud Inhoud Systeempakketten Beschikbaar pakket Home-scherm Configuratie Componenten Robuuste tablet De toepassing asuitlijning starten Intrinsiek veilige RF-module Intrinsiek veilige sensor en laser sensALIGN 5 EX componenten sensALIGN 5-laser Laserbatterijen Laserbatterijen vervangen sensALIGN 5 EX-sensor De sensor/laseropening openen Sensor- en laserlabels Componenten monteren Steunen monteren Procedure voor montage van beugels Montage van intrinsiek veilige RF-module, sensALIGN 5 sensor en laser...
Pagina 5
Berekening van thermische groei Meerdere voeten Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 5 EX) Met behulp van sensALIGN 5-laser en sensor Aanpassen van de laserstraal Wizard voor aanpassing van laser XY-weergave Sensor initialiseren Meting Middelen Meetmodi Continue sweep meting Uitbreiden van het meetbereik bij het gebruik van de Sweep meetmodus Multipoint meting Statische meting Pass modus...
Pagina 6
Toleranties Beschikbare tolerantietabellen ANSI-standaardspecificatie-toleranties Gebruikersgedefinieerde toleranties Asymmetrische en symmetrische toleranties Tolerantietabel gebaseerd op koppelingsformaat Live Move scherm Move simulator Installatiemetingen opslaan Een installatie opslaan Opties voor de lijst met installaties Standaardsjabloon Rapporten genereren Meetrapporten genereren Rapport-logo Meettabel Meetkwaliteit Meetgegevens bewerken Gebroken ellips Andere afwijkingsdiagrammen Wat is het effect van het deactiveren van individuele punten?
Pagina 7
Soft foot Sensormeting Handmatige invoer Soft foot-wizard Typen soft foot Machines met verticale flenzen Meetposities markeren Instellen Machines met verticale flenzen – vertiSWEEP Meet met behulp van vertiSWEEP Opvulmodi Verticale en flensgemonteerde machines – Statische meetmethode Meten met de Statische meetmethode Live Move –...
Pagina 8
Resultaten en Live Move sensALIGN 5 EX firmware-update sensor Bijwerken van de sensor-firmware naar een nieuwere versie Melding over kalibratie van de sensor en laser Bijlage ROTALIGN touch EX bijwerken naar een nieuwere versie van de firmware ROTALIGN touch EX│Ingebouwde hulpfunctie...
Pagina 9
Documentatie Technische gegevens – sensALIGN 5 EX sensor Technische gegevens – RF-module Technische gegevens – sensALIGN 5 EX laser Uitgave: 03.2020...
Ingebouwde hulpfunctie Systeempakketten Het intrinsiek veilige ROTALIGN touch EX systeem combineert een intrinsiek veilige robuuste tablet met de intrinsiek veilige sensALIGN 5 EX sensor en lasereenheden. Het systeem beschikt over ingebouwde connectiviteit (WiFi en RFID) en een ingebouwde camera. Het is beschikbaar in de categorie Zone 1 (Klasse I, Divisie 1).
Ingebouwde hulpfunctie Home-scherm Het home-scherm verschijnt wanneer het computer wordt ingeschakeld. Het home-scherm is ook toegankelijk door te tikken op het "Home" symbool. Door te tikken op het respectievelijke symbool krijgt u toegang tot de volgende res- pectievelijke functies: Het symbool "Horizontale uitlijning" wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de horizontale uitlijning toepassing.
Pagina 12
Ingebouwde hulpfunctie mobiele connectiviteit. Mobiele connectiviteit stelt het computer in staat toegang te ver- krijgen tot de Cloud-functionaliteit voor draadloze bestandsdeling. (13) Het symbool "Vorige" wordt gebruikt om terug te keren naar het vorige scherm. (14) Het symbool "Uitschakelen" wordt gebruikt om de ROTALIGN touch computer uit te schakelen.
Ingebouwde hulpfunctie Configuratie De volgende instellingen en items zijn toegankelijk via het pictogram Configuratie: Met 'System settings' (Systeeminstellingen) stelt u de volgende onderdelen in: > Taal (systeemtaal); > Datum; > Tijd; > Tijdzone; > Status van de animatie — regelt de overgang tussen de schermen dimensie, meten en resultaten.
Pagina 14
Ingebouwde hulpfunctie De ingestelde tijdzone wordt gekoppeld aan het standaard toerental tenzij het standaard toerental onafhankelijk wordt bewerkt. Instellen van de tijdzone op bij- voorbeeld "Central America" resulteert in een standaard toerental van 1800. Instellen van de tijdzone "London" resulteert in een standaard toerental van 1500. Indien geactiveerd, wordt 'Wireless connection' (Draadloze verbinding) gebruikt om het touch-computer te verbinden met beschikbare wifi-netwerken.
Pagina 15
Ingebouwde hulpfunctie 'Sensor list' (Sensorlijst) toont alle beschikbare sensors. Het scherm "About" (Over) toont het functieniveau van het apparaat (ROTALIGN touch EX ), serienummer, firmware-versie van de toepassing en beschikbare geheugenruimte. Open source licenties en andere wettelijke Android vereisten kan u op dit scherm raad- plegen door op ‘Licenties’...
Ingebouwde hulpfunctie Componenten De belangrijkste meetcomponenten voor asuitlijning zijn de intrinsiek veilige, robuuste tablet, de intrinsiek veilige sensor, de intrinsiek veilige laser en de intrinsiek veilige RF-module. Robuuste tablet Opmerking Raadpleeg de meegeleverde handleiding van de ecom-tablet voor meer informatie over het gebruik van de robuuste tablet.
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking Als u de robuuste tablet wilt uitschakelen, houdt u de aan/uit-toets ingedrukt en tik ver- volgens op het pictogram "uitschakelen" dat op het display wordt weergegeven. Intrinsiek veilige RF-module De intrinsiek veilige RF-module wordt gebruikt voor draadloze communicatie tussen de intrin- siek veilige sensor en de intrinsiek veilige robuuste tablet.
Ingebouwde hulpfunctie sensALIGN 5 EX componenten sensALIGN 5-laser De laser zendt een straal van rood licht (golflengte 630 – 680 nm) die zichtbaar is wanneer er een oppervlak wordt geraakt. De Klasse 2 laserstraal wordt uit- gezonden met een doorsnede van ca. 5 mm (3/16 "). De laser wordt ingeschakeld in door te drukken op de Aan/Uit-knop.
Ingebouwde hulpfunctie Laserbatterijen De laser werkt op twee high-energy AA alkalimangaan-batterijen van 1,5 V (gebruik alleen Duracell Industrial ID 1500 of Energizer E91). Deze bieden een typische gebruiksduur van 120 uur. LET OP Naarmate de capaciteit van de batterijen afneemt, verandert de kleur van de ‘laser actief’...
Ingebouwde hulpfunctie sensALIGN 5 EX-sensor De sensor beschikt over twee positiedetectoren die de exacte positie van de laserstraal meten als de assen draaien. De sensor bevat tevens een elektronische inclinometer voor asro- tatiemetingen. De sensor beschikt over twee indicator-LED's aan de voorkant, de ene groen en de andere rood, om de straalaanpassing aan te geven.
Pagina 21
Ingebouwde hulpfunctie Het label met het laserstraal-gevaarsymbool is bevestigd aan de voorzijde van de laserkop. Het laserveiligheid-waarschuwingslabel is bevestigd aan de achterkant van de laser. Het laser-identificatielabel en het laser-inspectielabel zijn aangebracht aan de ach- terkant van de laser. Het sensor-identificatielabel en het sensor-inspectielabel zijn aangebracht aan de achterkant van de sensor.
Ingebouwde hulpfunctie Componenten monteren Steunen monteren Opmerking Het systeem wordt geleverd met volledig gemonteerde steunen. Bij de intrinsiek veilige sensALIGN 5 laser, sensALIGN 5 sensor en RF-module al voorgemonteerd. In dit geval wordt de steun met de laser op de as gemonteerd aan de linkerkant van de koppelingen of de vaste koppelingsnaaf aan de linkerkant.
Ingebouwde hulpfunctie via de andere zijde van de steun naar binnen: wanneer de as kleiner is dan de breedte van het steunframe, plaatst de ketting dan via de binnenzijde van de steun zoals in het diagram; als de as groter is dan de breedte van de steun, plaatst de ketting dan van bui- tenaf in het frame.
Pagina 24
Ingebouwde hulpfunctie Klem de sensor op de steunpalen door de gele vergrendelingsknoppen vast te zetten. Sluit de sensor op de RF-module aan met de RF-modulekabel. De korte 90-graden connector van de RF-modulekabel wordt aangesloten op de 8-pins sensoraansluiting. Let op de indicatie die de juiste stekkeroriëntatie aangeeft en schroef de huls van de connector stevig vast.
Pagina 25
Ingebouwde hulpfunctie Gebruik de aan/uit-knop (1) om de intrinsiek veilige RF-module in te schakelen. De intrinsiek veilige RF-module voedt de intrinsiek veilige sensor. Opmerking Raadpleeg voor meer informatie over de intrinsiek veilige RF-module het mee- geleverde bedieningshandboek van de RF-module DOC 04.202. Monteer de intrinsiek veilige sensALIGN 5 laser op de steunpalen van de steun op de as van de linkermachine (meestal referentiemachine) –...
Pagina 26
Ingebouwde hulpfunctie Zowel de sensor (3) als de laser (2) moeten zich op dezelfde hoogte bevinden, zo laag moge- lijk, maar hoog genoeg zodat de koppelingsflens kan passeren. Ook visueel gezien moeten ze qua rotatie op elkaar zijn uitgelijnd. Verricht de laatste aanpassingen, maakt de steunen indien nodig een stukje los, roteer ze en zet ze weer vast.
Ingebouwde hulpfunctie Afmetingen Grijs weergegeven symbolen zijn uitgeschakeld in het actieve scherm. Het symbool 'Meten' wordt ingeschakeld wanneer alle dimensies (afmetingen/afstanden) zijn inge- voerd. Tik op het symbool van de meeteenheden om de gewenste eenheden in te stel- len. Het symbool schakelt over tussen "mm" en "inch". Tik op de velden en voer alle vereiste dimensies in.
Ingebouwde hulpfunctie Koppelingseigenschappen Swipe de carrousel omhoog of omlaag en selecteer het gewenste koppelingstype. De volgende koppelingstypes zijn beschikbaar om te selecteren: Kort flexibel — Deze koppelingen zijn voorzien van gemonteerde over- brengingselementen met speling (zoals tanden, klauwen of bouten) of elastische ver- bindingselementen zoals rubber 'banden' of veren.
Pagina 29
Ingebouwde hulpfunctie devakken met behulp van . U kunt ook op het gewenste waardevak tikken. Doelspecificatiewaarden worden geactiveerd door het symbool naar rechts te swipen [1]. Wanneer doelwaarden zijn ingeschakeld, wordt de koppeling[2]binnen de kleine trein- weergave in de rechterbovenhoek oranje weergegeven. Na invoer van de specificatiewaarden tikt u op om verder te gaan.
Ingebouwde hulpfunctie Swipe het kleurpalet omhoog of omlaag om de gewenste kleur te selecteren en tik vervolgens om de selectie te bevestigen en keer terug naar dimensies met de machines in de gewenste kleur. Thermische groei Thermische groei is de beweging van asmiddenlijnen geassocieerd met of vanwege een ver- andering van machinetemperatuur tussen inactieve en bedrijfsomstandigheden.
Pagina 32
Ingebouwde hulpfunctie riaalcoëfficiënt van lineaire thermale uitzetting, het verwachte temperatuurverschil en de lengte van de asmiddenlijn vanaf de vulplaat. Tik nadat het scherm thermische groei verschijnt op het waardevak van paar voeten [1] waar de thermische groei moet worden ingevoerd. Het vak wordt groen gemarkeerd [2] en het tabblad 'Calculator' [3] verschijnt.
Ingebouwde hulpfunctie Wanneer thermische groeiwaarden zijn ingeschakeld [4], wordt de corresponderende machine binnen de kleine treinweergave in de rechterbovenhoek oranje weergegeven [5]. Tik op om de berekende thermische groeiwaarde voor het betreffende paar voeten (6) weer te geven en tegelijkertijd om te schakelen naar het volgende paar voeten (7). Tik op om terug te keren naar het thermische groeischerm met de berekende waar- den.
Pagina 34
Ingebouwde hulpfunctie Indien al ingevoerd, toont het scherm 'Multiple feet' (Meerdere voeten) de afstand tussen de voorste en de achterste voeten [1]. Opmerking Intermediaire machinevoeten kunnen niet worden weergegeven in het scherm met dimensies. Tik op om intermediaire voeten toe te voegen. Het paar intermediaire voeten wordt toegevoegd achter de voorste voeten.
Ingebouwde hulpfunctie Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 5 EX) Met behulp van sensALIGN 5-laser en sensor 1. Open de laseropening door de stofkap op te tillen en naar de geopende positie te draaien (1). Schakel de laser in door te drukken op de Aan/Uit-drukknop (2). Laat de sensorstofkap op de gesloten positie.
Pagina 36
Ingebouwde hulpfunctie 4. Gebruik de duimdraaiknoppen op de laser om de laserstaal op de sensorstofkap (1) te cen- treren en open dan de sensoropening door de sensorstofkap op te tillen en naar de geopende positie te draaien. Opmerking Het wordt sterk aangeraden om alvorens de laser op de beugel te monteren eerst beide gele duimdraaiknoppen ongeveer in het midden van hun bereik te zetten.
Ingebouwde hulpfunctie Aanpassen van de laserstraal Wizard voor aanpassing van laser De wizard voor aanpassing van de laser is de belangrijkste functie voor aanpassing van de laser in het computer. Als de sensor is geïnitialiseerd en de laserstraal niet gecentreerd is, gebruikt u de wizard om de laserstraal correct in te stellen.
Pagina 38
Ingebouwde hulpfunctie De wizard-pijlen nemen in grootte en aantal af wanneer de laserstraal-status verbetert en verdwijnen volledig zodra de laserstraal gecentreerd is. De meting kan beginnen zodra de laserstraal is gecentreerd. Het kan echter nodig zijn de laserstraal vooraf aan te passen zonder de wizard te gebruiken. Ga in dit geval als volgt te werk: "Aanpassen van de laserstraal (sensALIGN 5 EX)"...
Ingebouwde hulpfunctie XY-weergave De XY-weergavefunctie wordt gebruikt voor het centreren van de laserstraal op de twee detec- torvlakken alvorens de meting te starten. Tik op het afgebeelde detectorgebied om direct naar het scherm XY-weergave te gaan. Het scherm XY-weergave is toegankelijk via het menu-item "XY-weergave" dat ver- schijnt bij tikken op het "sensor/lasergedeelte"...
Pagina 40
Ingebouwde hulpfunctie Als de laserstraalstatus "OK" of "Gecentreerd" [1] is, tik dan op "Op nul ingesteld" [2] om de XY-waarden van de twee detectorvlakken in te stellen op 0,0. Deze waarden worden ver- volgens gecontroleerd om de stabiliteit van de waarden te controleren. Tik op "Absoluut" om terug te keren naar de absolute waarden.
Ingebouwde hulpfunctie Sensor initialiseren De aanwijzing "Communicatiefout" [1] geeft aan dat de sensor niet is geïnitialiseerd hoewel de laserstraal correct kan zijn aangepast. Tik op het detector en het sensor/lasergedeelte [2] om toegang te krijgen tot het menu-item 'Sensor ljst’ (Sensorlijst). Tik op het menu-item 'Sensorlijst' [1] om gescande sensoren te bekijken.
Ingebouwde hulpfunctie Meting De gewenste meetmodus wordt geselecteerd in het meetscherm. Tik op de meetmodus-kop [1] om naar de meetmodus-carrousel te gaan. Swipe de carrousel omhoog of omlaag en selecteer het gewenste meetmodus. In het bovenstaande voorbeeld is Multipoint meting geselecteerd. De kwaliteit van de meting kan worden weergegeven als een meting standaarddeviatie (SD) of meetkwaliteit factor.
Pagina 43
Ingebouwde hulpfunctie Stel het middelen in door te tikken op de knop 'Middelen' [1]. Een schaal [2] voor het instellen van de waarde voor het middelen verschijnt op het scherm. Tik op de gewenste waarde voor het middelen; dit verschijnt vervolgens in de knop 'Middelen' [1]. Uitgave:2.3...
Ingebouwde hulpfunctie Meetmodi De volgende meetmodi zijn beschikbaar voor horizontale machineconfiguraties: "Continue sweep meting" op pagina 44 – Deze modus wordt gebruikt voor het meten van standaard gekoppelde machines. De assen worden continu in de rotatierichting van de machine gedraaid totdat er een acceptabele meetkwaliteit is bereikt. "Pass modus"...
Ingebouwde hulpfunctie Continue sweep meting Dit is de standaardmeetmodus bij die wordt gebruikt om standaard horizontaal gekoppelde machines te meten. Zodra de laserstraal is gecentreerd, kan de meting automatisch worden gestart wanneer de assen draaien of door te tikken op of 'M' (1).
Pagina 46
Ingebouwde hulpfunctie De kleur van het symbool 'Verder gaan’ correspondeert met de kleur van de rota- tieboog die de bereikte meetkwaliteit aangeeft. Tik op om machines opnieuw te meten. Tik op om machinevoetresultaten te bekijken. ROTALIGN touch EX...
Ingebouwde hulpfunctie Uitbreiden van het meetbereik bij het gebruik van de Sweep meetmodus Deze functie activeert automatisch het vergroten van het meetbereik in de Sweep meet- modus. Door deze bereikvergroting kan de laserstraal zodanig worden aangepast dat hij het detectoroppervlak niet mist bij het meten van assen met grote uitlijnfouten of hoekige uit- lijnfouten over grote afstanden.
Pagina 48
Ingebouwde hulpfunctie (2) en gaat u verder met het meten door de assen verder te draaien. Nadat de assen over een zo groot mogelijke hoek zijn gedraaid, tikt u op (3) om naar resultaten te gaan en op (4) om de resultaten te bekijken. ROTALIGN touch EX...
Ingebouwde hulpfunctie Multipoint meting Deze modus wordt gebruikt om assen te meten die ofwel moeilijk continu kunnen draaien ofwel alleen in bepaalde rotatieposities kunnen worden gemeten. De methode kan worden gebruikt voor het meten van niet-gekoppelde assen, niet-roteerbare assen, glijlagers, wit metalen lagers en (radiale) halslagers, assen die moeilijk draaien, assen die niet soepel rote- ren, situaties met grote overspanningen of ernstige uitlijningsfouten waardoor de straal buiten het bereik valt.
Pagina 50
Ingebouwde hulpfunctie Rotatieboog met genomen punten en rotatiehoek van de assen. De boog verandert van kleur van rood [< 60°] -> oranje-> groen [> 70°] Rotatiehoek voltooid door de assen voor huidige meting Aantal genomen meetpunten voor huidige meting Standaarddeviatie in huidige meting 'Verder gaan' symbool –...
Ingebouwde hulpfunctie Statische meting Deze meetmodus wordt gebruikt voor niet-gekoppelde assen, niet-roteerbare assen en ver- ticale voetgemonteerd of flensgemonteerde machines. Indien die nog niet is gebeurd, voert u de afmetingen in en vervolgenscentreert u de laser- straal. De 'links/rechts' navigatiesymbolen worden gebruikt om de weergegeven laser en sensor te positioneren op een hoekrotatie die correspondeert met de feitelijke positie van de componenten zoals gemonteerd op de assen.
Pagina 52
Ingebouwde hulpfunctie om de weergegeven sensor en laser te positioneren en neem dan de volgende meting door te tikken op de pulserende M [2]. Let op Na het nemen van een meetpunt verplaatsen de weergegeven laser en sensor zich naar de volgende klokpositie op het display.
Ingebouwde hulpfunctie Pass modus In deze modus wordt de as die de laser ondersteunt gedraaid, zodat de laserstraal de sen- sorlens raakt als hij deze passeert. Metingen worden gedaan wanneer de laserstraal door het middendeel van de detector gaat. Centreer de laserstraal. Een knipperende M (1) geeft aan dat de meting kan worden uit- gevoerd.
Pagina 54
Ingebouwde hulpfunctie Na het nemen van voldoende meetposities, tikt u op om naar de resultaten te gaan. Tik op om de resultaten te bekijken. Opmerking Als slechts één as niet eenvoudig kan worden gedraaid terwijl de andere vrij kan worden gedraaid, monteer de sensor dan op niet-draaibare as (gebruik de mag- netische schuifsteun ALI 2.230).
Ingebouwde hulpfunctie Handmatige en meetklok-invoer meettabel kan ook worden gebruikt voor de volgende functionaliteiten: Invoeren van handmatige metingen Toevoegen van een meetklokmeting en weergeven van koppelingsresultaten Het converteren van uitlijningsresultaten verkregen met behulp van sensor-laser- metingen naar de vergelijkbare meetklokmetingen Tik in het scherm met de meettabel op .
Ingebouwde hulpfunctie Handmatige meetwaarden invoeren Tik terwijl de drie items worden weergegeven op de optie "Add manual measurement" (Hand- matige meting toevoegen) en voer de koppelingswaarden handmatig in. Tik na het invoeren van alle waarden op om terug te keren naar de meettabel. De toe- gevoegde handmatige waarde verschijnt in de meettabel.
Pagina 57
Ingebouwde hulpfunctie Voer de vereiste dimensies in en de hoeveelheid doorbuiging van beugel. In dit voorbeeld is de axiale afstand A 75 mm, de radiale afstand R 25 mm en de dorbuiging van de indicator-beu- gels R -0,10 mm. Opmerking Het symbool "Measure"...
Ingebouwde hulpfunctie De meetklokmeting wordt nu vermeld in de meettabel; deze is toegankelijk door te tikken op . De meetklokmeting is te herkennen aan het klokindicator-symbool naast het item. Geldigheidsregel Meetklokmetingen worden genomen op de posities 12, 3, 6 en 9 uur. De geldigheidsregel stelt dat wanneer de assen worden geroteerd de som van de meetklokmetingen op de posities 12 en 6 uur gelijk moet zijn aan die van de posities 3 en 9 uur.
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking De aangepaste meetklokwaarden voldoen aan de geldigheidsregel. De weergegeven koppelingsresultaten worden niet beïnvloed door het validatieproces. Converteren van koppelingsresultaten naar meetklokmetingen Selecteer in de meettabel de meting waarvan de koppelingsresultaten moeten worden gecon- verteerd naar meetklokwaarden. Tik op en tik op de optie "Convert measurement to dial gauge"...
Pagina 60
Ingebouwde hulpfunctie Tik op om de betreffende meetklokwaarden en de bijbehorende koppelingsresultaten te bekijken. Opmerking De berekende meetklokwaarden voldoen aan de geldigheidsregel. Deze conversie wordt nu vermeld in de meettabel; deze is toegankelijk door te tikken op De geconverteerde koppelingsresultaten corresponderen met de koppelingsresultaten die direct met het touch-computer worden verkregen.
Ingebouwde hulpfunctie Het meetbereik handmatig vergroten Het meetbereik kan handmatig worden uitgebreid in de meetmodi Multipoint en Statisch. Door deze bereikvergroting kan de laserstraal zodanig worden aangepast dat hij het detec- toroppervlak niet mist bij het meten van assen met grote uitlijnfouten of hoekige uitlijnfouten over grote afstanden.
Pagina 62
Ingebouwde hulpfunctie Terwijl de laserstraal is gecentreerd, tikt u op en gaat u verder met het meten door de assen verder te draaien. Nadat de assen over een zo groot mogelijke hoek zijn gedraaid, tikt u op (1) om naar resultaten te gaan en op (2) om de resultaten te bekijken.
Ingebouwde hulpfunctie Resultaten Geeft zowel horizontale als verticale voetresultaten gelijktijdig in 2D weer Wordt gebruikt om alleen verticale voetresultaten weer te geven Wordt gebruikt om alleen horizontale voetresultaten weer te geven Wordt gebruikt om voetresultaten in 2D weer te geven Wordt gebruikt om voetresultaten in 3D weer te geven Start Live Move Wordt gebruikt om een installatie-meetrapport te genereren...
Pagina 64
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking "Move Simulator" is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Positie-resultaten verticale voet Positie-resultaten horizontale voet Verticale koppelingsresultaten Horizontale koppelingsresultaten Modus geselecteerde resultaten Tolerantiesymbool uitlijntoestand Horizontale en verticale voetresultaten in 2D ROTALIGN touch EX...
Ingebouwde hulpfunctie Tekenconventie Koppelingsopening is positief indien geopend aan de bovenkant of de zijkant weg van de kij- ker. De kijker staat voor de machines zoals ze op het display verschijnen. Offset is positief wanneer de rechteras hoger is dan de linkeras of verder weg van de kijker dan de linkeras.
Ingebouwde hulpfunctie Resultaten van meerdere voeten Voetcorrecties Voetcorrecties bij een machine met meerdere voeten zijn te zien in het scherm met de resul- taten. Tik op de middellijn van de machine om het scherm met de resultaten van meerdere voeten te openen.
Pagina 67
Ingebouwde hulpfunctie Voer de afmetingen tussen de voorste voeten en de intermediaire voeten in de rij die ver- schijnt in en tik vervolgens op De voetcorrectie-waarden voor de intermediaire voeten verschijnen in de bijbehorende rij. Uitgave:2.3...
Ingebouwde hulpfunctie Toleranties De uitlijnkwaliteit wordt beoordeeld door vergelijking met toleranties gebaseerd op inge- voerde machinedimensies en toerental. De tolerantiebereiken worden aangemaakt als tabellen op basis van het type koppeling, het koppelingsformaat en de diameter (voor de opening) plus het toerental. Wanneer het kop- pelingstype spacer (tussen) is, dan worden de waarden van de tolerantietabel bepaald door de lengte van de tussenas en het toerental.
Ingebouwde hulpfunctie Swipe het pictogram (1) naar rechts om de toleranties in te schakelen. Tik op (2) om het gewenste type tolerantie te selecteren. Er verschijnt een pop-up-menu (3) met de beschik- bare toleranties. Tik op het gewenste type om de corresponderende tolerantietabel (4) weer te geven.
Ingebouwde hulpfunctie Gebruikersgedefinieerde toleranties Swipe het pictogram (1) naar rechts om de gebruikersgedefinieerde toleranties in te scha- kelen. Asymmetrische toleranties (2) kan alleen worden geactiveerd wanneer gebrui- kersgedefinieerde toleranties zijn ingeschakeld. Tik op(3) om gebruikersgedefinieerde toleranties te bewerken met het toetsenbord op het scherm (4). De bewerkte waarden worden vervolgens weergegeven (5).
Ingebouwde hulpfunctie Asymmetrische en symmetrische toleranties Wanneer asymmetrische toleranties niet zijn ingeschakeld (1), dan zijn de weergegeven gespecificeerde toleranties (2) symmetrisch. De opening- en offset-toleranties voor zowel de horizontale als verticale vlakken zijn identiek. Als asymmetrische toleranties zijn ingeschakeld (3), worden alle vier de gespecificeerde waar- den weergegeven (4).
Ingebouwde hulpfunctie Tolerantietabel gebaseerd op koppelingsformaat Voor hetzelfde type tolerantie, toerental en koppelingsdiameter, variëren de tole- rantiewaarden op basis van het geselecteerde koppelingsformaat. Koppelingsformaat (1) is opening/offset voor koppelingstype kort flexibel, en (2) is hoek/offset voor koppelingstype kort flexibel. U wijzigt het koppelingsformaat door te tikken op 3. Opmerking Er zijn geen tolerantietabellen voor samengevoegde tussenas-koppelingsformaten.
Ingebouwde hulpfunctie Live Move scherm Opmerking Als de statische meetmodus is geselecteerd, is het Live Move-scherm alleen toe- gankelijk nadat de gewenste 45 ° klokpositie van de sensor en laser is geselecteerd en bevestigd door op te tikken in het positie-selectiescherm dat verschijnt. Live Move wordt tegelijkertijd zowel in horizontale (H) als verticale (V) vlakken gecon- troleerd.
Pagina 74
Ingebouwde hulpfunctie Tik op het symbool 'Annuleren' voor 'Move annuleren' Tik op het symbool 'Verder gaan' om Live Move opnieuw te starten of de machines opnieuw te meten. Als de laserstraal is gecentreerd, wordt door tikken op Live Move automatisch gestart.
Pagina 75
Ingebouwde hulpfunctie Het systeem controleert tegelijkertijd zowel de horizontale als verticale Live Move. Als de verticale weergave (V) wordt geselecteerd wanneer de functie Live Move wordt gestart, wordt alleen de verticale toestand weergegeven (hoewel beide vlakken tege- lijkertijd worden gecontroleerd). En als de horizontale weergave (H) wordt gese- lecteerd, wordt alleen de horizontale toestand weergegeven (beide vlakken worden tegelijkertijd gecontroleerd).
Ingebouwde hulpfunctie Move simulator Zoals de naam aangeeft, wordt de Move simulator gebruikt voor het simuleren van opvul- waarden en horizontale verplaatsingscorrecties die vereist zijn voor het corrigeren van de uit- lijningsconditie. De simulator houdt rekening met de beschikbare dikte van de vulplaten en de mate waarin de machines fysiek kunnen worden verplaatst.
Pagina 77
Ingebouwde hulpfunctie weergave) of weg van de kijker (in Horizontale weergave) met de stapwaarde voor de ver- plaatsing (3). Voer de simulatie uit en observeer de weergegeven kleurgecodeerde as en kop- peling, de vette tolerantiepijlen en de smiley. Probeer een blije smiley (aangegeven door blauwe as en tolerantiepijlen) of een 'OK' smiley (aangegeven door groene as en tole- rantiepijlen).
Ingebouwde hulpfunctie Installatiemetingen opslaan Een installatie opslaan Voor het uitschakelen van het instrument kunnen afmetingen, metingen, resultaten en alle instellingen worden opgeslagen voor analyse, toekomstig gebruik of registratiedoeleinden in het geheugen van het instrument of overgebracht via de cloud of USB naar de ARC 4.0 pc-soft- ware.
Ingebouwde hulpfunctie De statussen geven aan of een installatie is gemeten of niet. Dit symbool geeft aan dat de installatie is geïmporteerd uit ARC 4.0 maar nog moet wor- den geopend. Dit symbool geeft aan dat de installatie is geopend maar dat de uitlijningsmeting niet is voltooid.
Pagina 80
Ingebouwde hulpfunctie Wijst geselecteerde installatie toe aan een RFID-tag. Opent de geselecteerde installatie als een nieuwe installatie. De nieuwe installatie is een kopie van de geselecteerde installatie zonder de dimensie sensor tot koppeling mid- den en eventuele installatiemetingen. Start de gewenste toepassing door op het betreffende symbool op het home-scherm te tikken.
Pagina 81
Ingebouwde hulpfunctie thermische groeiwaarden, toleranties, meetmodus van voorkeur, machi- nepictogrammen van voorkeur en koppelingstypes. > Nadat een installatie is gemaakt en opgeslagen, verschijnt het in de lijst met instal- laties. > Tik om de installatie als een sjabloon op te slaan. >...
Pagina 82
Ingebouwde hulpfunctie > De gemaakte sjabloon verschijnt nu in de lijst met sjablonen. Wordt gebruikt om de geselecteerde installatie te verwijderen. Wordt gebruikt om het scherm met de installatielijst/sjabloonlijst te verlaten en terug te keren naar het home-scherm. Dit symbool ( ) geeft aan dat de geselecteerde installatie open is en op de ach- tergrond wordt uitgevoerd.
Ingebouwde hulpfunctie Standaardsjabloon Het kan nodig zijn om een sjabloon als standaardsjabloon te definiëren. De standaardsjabloon wordt gebruikt wanneer een nieuwe installatie wordt geopend in het home-scherm. > Alle beschikbare sjablonen worden vermeld in de sjablonenlijst. > Selecteer sjabloon die als standaard moet worden aangewezen en tik vervolgens op (1).
Pagina 84
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking: Als er geen sjabloon is geselecteerd, zijn alle sjabloonlijst-opties niet beschik- baar. ROTALIGN touch EX...
Ingebouwde hulpfunctie Rapporten genereren Meetrapporten genereren Installatie-meetrapporten kunnen direct als PDF op de touch-tablet worden opgeslagen. Mee- trapporten worden gegenereerd vanuit het scherm met de resultaten. Tik op het menu-item "Rapport". Het scherm "Generating report" (Rapport genereren) ver- schijnt. Indien nog niet gebeurt, tikt u op het pictogram om "Machine alignment information"...
Ingebouwde hulpfunctie "Machine alignment information" (Informatie over de uitlijning van de machine) geactiveerd Locatie waar installatie is gepostioneerd Installatie (machine) ID Naam van operator Alle andere relevante opmerkingen over de machine Datum wordt automatisch ingesteld In dit geval is "Results as found" (Gevonden resultaten) geactiveerd Tik op om het installatie-meetrapport op te slaan als PDF op het touch-apparaat.
Pagina 87
Ingebouwde hulpfunctie De galerij rapport-logo wordt geopend. Tik in de galerij rapport-logo op het gewenste logo en tik vervolgens op. . Het geselecteerde logo verschijnt nu in het PDF-meetrapport wanneer "Show report logo" (rapport-logo weergeven) is geactiveerd. Opmerking: Het verwijderpictogram is actief. In dit geval kan het toegevoegde logo uit de galerij worden verwijderd.
Ingebouwde hulpfunctie Meettabel De meettabel wordt gebruikt om alle asuitlijning te registeren en weer te geven, plus alle Live Move metingen die worden uitgevoerd op de huidige koppelingen. U opent de meettabel door te drukken op de tabel met herhaalbare resultaten of koppelingsresultaten / (3).
Pagina 89
Ingebouwde hulpfunctie Druk op het selectievakje om de meting op te nemen in de berekening van de gemid- delde resultaten zoals weergegeven in het scherm met resultaten. Meegewogen metin- gen hebben een groen vinkje. Het groene vinkje blijft grijs als de meting niet is geselecteerd.
Ingebouwde hulpfunctie Tik op om de meettabel te sluiten. Meetkwaliteit De meetkwaliteit wordt aangegeven met behulp van de volgende kleurcodes: Blauw – uitstekend; Groen – acceptabel; Geel – niet acceptabel; Rood – slecht De meetkwaliteit is gebaseerd op de volgende meet- en omgevingscriteria: Rotatiehoek –...
Ingebouwde hulpfunctie Meetgegevens bewerken Om de kwaliteit van de uitlijningsresultaten te verbeteren, kunnen meetgegevens worden bewerkt die mogelijk zijn beïnvloed door externe omstandigheden, zoals steunen die leidingen raken. De bewerkingsopties zijn toegankelijk via de meettabel. Tik in het scherm met de meettabel op de gewenste meting (1) en tik op (2) om naar het scherm met de meetgegevens te gaan.
Ingebouwde hulpfunctie Tik op om door de punten te lopen. Het momenteel geselecteerde punt is actief. Het punt wordt inactief gemaakt door te tikken op 'Deactiveren'. Toont momenteel weergegeven afwijkingsdiagram of sensorvlak. Tik op het pic- togram om door de beschikbare afwijkingsdiagrammen en sensorvlakken te lopen. Dit zijn: Gebroken ellips [ ];...
Ingebouwde hulpfunctie Alle afwijkingsdiagrammen tonen het feitelijke aantal actieve en inactieve punten, de huidige standaarddeviatie (SD) en de totale verandering van de standaarddeviatie (delta SD) wanneer afwijkende punten worden gedeactiveerd. Wat is het effect van het deactiveren van individuele punten? Individuele punten worden gedeactiveerd om de waarde van de standaarddeviatie te ver- lagen.
Ingebouwde hulpfunctie Cloud-drive gebruiken Voor het instellen van de PRUFTECHNIK Cloud-drive is een ALIGNMENT RELIABILITY CENTER 4.0 (ARC 4.0) licentie vereist. De Cloud-drive maakt het delen van up-to-date instal- latiemetingen van verschillende apparaten via de pc-software ARC 4.0 mogelijk. Opmerking Er moet een draadloze verbinding tot stand worden gebracht tussen de robuuste tablet en een netwerk om de overdracht van installaties via ARC 4.0 mogelijk te maken.
Ingebouwde hulpfunctie RFID Opmerking Alleen intrinsiek veilige RFID-tags mogen worden gebruikt in explosieve omgevingen. De robuuste tablet gebruikt deze automatische identificatietechnologie om het volgende uit te voeren: Herkennen van machine die moet worden uitgelijnd Invoeren van de corresponderende bestanden rechtstreeks in het apparaat Automatisch opslaan van gegevens en resultaten onder de correcte bestandsnaam Toewijzen van een opgeslagen meetbestand aan een RFID-tag Tik op het home-scherm op...
Ingebouwde hulpfunctie Near Field Communication (NFC) antennesymbool Zodra de gegevens in de RFID-tag zijn geschreven, verschijnt de corresponderende aan- wijzing op het display. Tik op om het scherm te verlaten. Opmerking Als er echter al gegevens aan de RFID-tag waren toegewezen, verschijnt de vraag of u de gegevens wilt vervangen.
Pagina 97
Ingebouwde hulpfunctie Positioneer de robuuste tablet zodanig dat de ingebouwde NFC-antenne zo dicht mogelijk bij de RFID-tag is (minder dan een centimeter afstand). Tik op om het meetbestand te openen. Opmerking Als er echter geen gegevens in de RFID-tag waren opgeslagen, verschijnt er een aan- wijzing over ontbrekende informatie.
Ingebouwde hulpfunctie Ingebouwde camera Tik op het symbool ‘Camera’ om de functie te openen. Focus het apparaat op het te fotograferen object. Het object wordt op het scherm weer- gegeven. Camera-instellingen voor binnen, buiten en 's nachts, inclusief automatisch belich- tingsinstelling –...
Ingebouwde hulpfunctie om het home-scherm te openen. Tik op een miniatuur om de foto op volledige grootte te bekijken. Een screenshot maken op het touch-apparaat Selecteer het gewenste scherm en druk lang genoeg op de toets Back (1). Het bericht 'Screenshot saved' (Screenshot opgeslagen) verschijnt op het display.
Ingebouwde hulpfunctie Soft foot Soft foot-meting kan worden gestart vanuit elk scherm waar het 'Soft foot' symbool [ actief is. Tik op om de soft foot-meting te starten. De waarden kunnen worden bepaald door sensormeting of handmatig worden ingevoerd op basis van waarden die zijn vastgesteld met behulp van handmatige methoden zoals voelermaten en vulplaten.
Ingebouwde hulpfunctie Als soft foot echter wordt gedetecteerd, verschijnt 'Diagnose' op het scherm. Tik op 'Diagnose' om de soft foot-wizard te starten die de gebruiker door de diagnose en correctie van soft foot leidt. Opmerking De ingestelde soft foot-tolerantie kan worden weergegeven door op de smiley binnen de machine te tikken. ...
Ingebouwde hulpfunctie Soft foot-wizard Opmerking Deze functionaliteit is alleen beschikbaar bij ROTALIGN touch-functies. Tik op 'Diagnose' om de soft foot-wizard te starten. De wizard leidt de gebruiker door de dia- gnose en correctie van soft foot. ROTALIGN touch EX...
Ingebouwde hulpfunctie Er verschijnt een welkomstboodschap (1) nadat de wizard is gestart. Tik op (2) om ver- der te gaan naar de volgende stap van de wizard. Follow the wizard instructions carefully. Hints on the type of soft foot detected and the suggested action will be displayed. Opmerking De stappen van de wizard zijn afhankelijk van het gedetecteerde type soft foot.
Pagina 104
Ingebouwde hulpfunctie Wankele soft foot – in dit geval staan de hoogste waarden diagonaal tegenover elkaar Schuine soft foot – meestal te zien bij machines met gebogen foot of wanneer de basis- plaat wordt gebogen Verende sof foot – gevolg van vuil of te veel vulplaten Geïnduceerde sof foot –...
Ingebouwde hulpfunctie Machines met verticale flenzen Een typische verticale machineopstelling bestaat uit één machine die op de andere staat met een vastgeschroefde flens. Flensgemonteerde machines kunnen een verticale of horizontale oriëntatie hebben. Hoe dan ook, uitlijningscorrecties worden direct op de flens gemaakt. De hoekstand wordt gecorrigeerd door plaatsen of verwijderen van vulplaten tussen de flen- zen.
Pagina 106
Ingebouwde hulpfunctie Markeer een referentiepositie op de koppelingsbehuizing dicht bij de as voor een han- dige externe referentie of flensbout. Maak ook een referentiepunt op de as. Meet de cirkelomtrek van de as en deel dit door acht. Gebruik deze afstand om nog zeven gelijkelijk geplaatste markeringen op de as te maken vanaf uw gekozen beginpunt.
Ingebouwde hulpfunctie Instellen Monteer de laser en de sensor aan beide kanten van de koppeling, en zorg ervoor dat ze exact zijn uitgelijnd met de 0 of de referentiemarkering. Zet het computer aan en tik op in het home-scherm om de verticale uitlijntoepassing te starten.
Pagina 108
Ingebouwde hulpfunctie Houd bij het invoeren van machineafmetingen rekening met de flensgeometrie. Tik op de flensgemonteerde machine. De menu-items op het scherm kunnen worden gebruikt om de naam van de machine te bewerken, het scherm "Flange details" (flensdetails) te openen, de flenspositie ten opzichte van de as te wijzigen, de machine langs de as te draaien (schakelen) en de machinekleur te bewerken.
Pagina 109
Ingebouwde hulpfunctie 'Center' (midden) wordt gebruikt om de exacte locatie van het midden van de assen te definiëren en wordt uitgedrukt in X-, Y-coördinaten. ‘Bolts' (bouten) wordt gebruikt om de exacte positie van de bouten op de flens te defi- niëren, die tevens worden uitgedrukt in X-, Y-coördinaten.
Ingebouwde hulpfunctie Machines met verticale flenzen – vertiSWEEP Meet met behulp van vertiSWEEP Centreer de laserstraal. Let op vertiSWEEP is de standaardmeetmodus voor verticaal gemonteerde machines. De alternatieve Statische klok meetmoodus is toegankelijk door te tikken op (1) in het onderstaande scherm. Positioneer de assen zodanig dat de sensALIGN sensor en laser zich beide op de '0' refe- rentiemarkering bevinden.
Pagina 111
Ingebouwde hulpfunctie Let op Als de metingen een grote standaarddeviatie [>0,05 mm (>2 thou)] hebben van- wege lagerspeling, een stijve koppeling of radiale speling in de koppeling, ver- schijnt er een hint die wijst op het gebruik van de Statische meetmodus op het scherm.
Ingebouwde hulpfunctie Koppelingsopening en offset in de 3-9 richting Opvulcorrectie-modi Opvulcorrectie-modus gebruikt in dit voorbeeld Start Live Move Opvulmodi Opvulmodi worden als volgt gedefinieerd: modus geeft alle positieve opvullingen aan modus geeft alle "nul/plus"-opvullingen aan. In deze modus wordt er één bout- positie op de nulpositie gedwongen en is de rest positief modus geeft geoptimaliseerd opvullen aan.
Ingebouwde hulpfunctie Verticale en flensgemonteerde machines – Statische meet- methode Meten met de Statische meetmethode Centreer de laserstraal. Statische meetmodus wordt gebruikt voor verticaal gemonteerde machines. Draai de assen naar de eerste meetpositie. Als u de nummeringsconventie voor kop- pelingsbehuizingen gebruikt, dan moeten de referentiemarkering en de meetpositie 0 zijn uitgelijnd of op elkaar zijn afgestemd.
Pagina 114
Ingebouwde hulpfunctie Tik op om verder te gaan om meetresultaten te bekijken. De kleur van het symbool "Verder gaan" [ ] wijst op de verkregen meet- kwaliteit. Opmerking Als de flensdimensies niet zijn gedefinieerd, verschijnt het flenssymbool Tik op om de ontbrekende flensdimensies in te voeren. Tik op om meetresultaten te bekijken.
Pagina 115
Ingebouwde hulpfunctie Flenscorrectie in 0-6 richting Flenscorrectie in 3-9 richting Boutpositie Opvulwaarden Koppelingsopening en offset in de 0-6 richting Koppelingsopening en offset in de 3-9 richting Opvulcorrectie-modi Opvulcorrectie-modus gebruikt in dit voorbeeld Start Live Move De opvulmodus die in het bovenstaande voorbeeld wordt gebruikt, is positieve opvullingen. Uitgave:2.3...
Ingebouwde hulpfunctie Live Move – Verticale machines De uitlijning wordt uitgevoerd door corrigeren van hoekigheid en offset. De hoekigheid wordt gecorrigeerd door opvullen op de gegeven boutlocaties. Offset-correcties worden gedaan door de machine zijwaarts te verplaatsen. Hoekigheid corrigeren Het wordt aanbevolen (maar niet verplicht) om eerst de hoekigheid te corrigeren: 1.
Pagina 117
Ingebouwde hulpfunctie 2. Tik op om Live Move te starten. Er verschijnt een hintscherm met de vraag om de hoekpositie van zowel de sensor als de laser. In het bovenstaande voorbeeld is de gewenste hoekpositie van zowel de sensor als de laser de 12:00 uur-positie (1).
Pagina 118
Ingebouwde hulpfunctie 6. Zodra de offset zich binnen de tolerantie bevindt, draait u de flensbouten vast. Meet opnieuw om te controleren of de nieuwe uitlijntoestand zich binnen de tolerantie bevindt. 7. Als dit niet het geval is, herhaalt u de bovenstaande stappen totdat de uitlijning zich binnen de tolerantie bevindt.
Ingebouwde hulpfunctie Horizontaal geflensde machines Horizontale, met flenzen gemonteerde machines Wanneer machines met elkaar worden verbonden via flenzen, wordt de uitlijning ervan bepaald door de juiste combinatie van vulringen aan de flensbouten en, afhankelijk van het flenstype, tussen de flensvlakken te plaatsen. De vereisten zijn vergelijkbaar met die voor het uitlijnen van verticale machines.
Pagina 120
Ingebouwde hulpfunctie Ga verder met het configureren van de machines zoals beschreven in hoofdstuk "Machi- nes met verticale flenzen" op pagina 104. Door de horizontale montage van zowel de sensor als de laser zijn alle overeenkomstige meetmodi voor horizontale as uitlijning pas na de initialisatie van de sensor beschik- baar.
Ingebouwde hulpfunctie Uitlijning van de machinetrein Hier volgt een stapsgewijze procedure voor het meten van de uitlijningstoestand van een trein met drie machines. Groepen van maximaal 6 aan elkaar gekoppelde machines kunnen worden gemeten. De componenten moeten zoals vereist worden gemonteerd en de laserstraal aangepast. Tik in het home-scherm op het symbool "Nieuwe installatie"...
Pagina 122
Ingebouwde hulpfunctie De symbolen 'Machine toevoegen' en 'Pijl machinetrein scrollen' worden grijs weergegeven wanneer ze inactief zijn. Indien actief wordt het symbool 'Pijl machinetrein scrollen' is blauw en geeft aan dat er machines in de betreffende richtingen zijn die momenteel niet worden weergegeven. De actieve pijlen worden gebruikt om deze machines in beeld te scrollen.
Pagina 123
Ingebouwde hulpfunctie Het scherm "Train fixation" (treinbevestiging), dat tevens toegankelijk is door te tikken op de mini-treinweergave, wordt gebruikt om paren machinevoeten of gehele machines te beves- tigen of los te maken. Het scherm "Train manager" (treinbeheer), dat tevens toegankelijk is door te tikken op de mini-treinweergave, wordt gebruikt voor het selecteren van maximaal drie machines die vol- ledig worden weergegeven inclusief de bijbehorende dimensies.
Ingebouwde hulpfunctie Meting Tik op in het scherm met afmetingen/afstanden en ga dan verder met het initialiseren van sensALIGN sensor gemonteerd op de koppeling zoals weergegeven in de machi- netreinweergave [1]. De meetmodus die wordt gebruikt voor het meten van de koppeling in dit voorbeeld is Con- tinuous Sweep [2].
Pagina 125
Ingebouwde hulpfunctie Tik op om over te schakelen naar het meten van de volgende koppeling. Schakel zowel laser als sensor uit en demonteer ze van de momenteel gemeten koppeling; monteer ze op de volgende koppeling. Zodra het klaar is, schakelt u zowel de laser als sensor Opmerking Controleer bij het bewegen van de laser en sensor naar de koppelingen of de afstand van de sensor naar het midden van de koppeling correct wordt ingevoerd in het scherm...
Pagina 126
Ingebouwde hulpfunctie Zodra de meting voor beide koppelingen is voltooid, tikt u op om de resultaten te bekij- ken. Tik op om zowel de voet- als koppelingsresultaten weer te geven. Opmerking De weergegeven resultaten zijn voor de koppeling(en) geselecteerd in de mini-trein- weergave (1).
Ingebouwde hulpfunctie Live Move – uitlijning van de machinetrein Besluit welk paar machines u in een trein wilt bewegen, één is mogelijk nodig om de laser en sensor opnieuw te installeren en aan te passen voor de gekozen koppeling. Zorg ervoor dat u de sensor exact op dezelfde locatie installeert op de as of koppeling als voorheen, of voer de nieuwe correcte afstand van de sensor tot de koppeling in.
Pagina 128
Ingebouwde hulpfunctie Start de machinecorrecties. Zodra er machinebeweging wordt gedetecteerd, wordt het sym- bool "Ongedaan maken" vervangen door het symbool "Annuleren" LET OP Probeer de machine NIET te bewegen met slagen van een zware voorhamer. Dit kan tot schade aan de lagers leiden en tevens inaccurate Live Move resultaten produceren. Stel- bouten op de voeten of andere mechanische of hydraulische inrichtingen worden aan- bevolen voor bewegen van machines.
Pagina 129
Ingebouwde hulpfunctie Tik op en meet opnieuw om de uitlijningstoestand te bevestigen. Als de smiley een glim- lach of een OK geeft, dan is de uitlijningstoestand binnen de tolerantie. Als dit niet het geval is, herhaal dan de Live Move procedure. Uitgave:2.3...
Ingebouwde hulpfunctie Kennismaken met cardanaandrijvingen Cardanaandrijvingen worden geïnstalleerd en gebruikt met een grote offset tussen de aan- drijving en de aangedreven as. Afhankelijk van het geïnstalleerde type cardanas, kan een mini- mum afbuighoek van de kruiskoppelingen noodzakelijk zijn om voldoende smeermiddelcirculatie te waarborgen waarmee wordt voorkomen dat de kruiskoppelingen vastlopen.
Pagina 131
Ingebouwde hulpfunctie Multipoint – Bij deze procedure moet de cardan worden gedemonteerd. De meting wordt uitgevoerd met behulp van de multipoint meetmodus in combinatie met de offset-steun van de cardan. Statische klok – Bij deze procedure moet de cardan worden gedemonteerd. De meting wordt uitgevoerd met behulp van de statische meetmodus in combinatie met de offset- steun van de cardan.
Ingebouwde hulpfunctie Uitlijnen van cardanas - de roterende armsteun gebruiken Meten met de roterende armsteun maakt nauwkeurige meting mogelijk van machines die door cardanassen zijn gekoppeld zonder de cardanas te hoeven verwijderen, deze moet worden gedraaid om metingen te nemen. Opmerking Op basis van ervaring raden wij u aan om zowel de sensALIGN laser als de sensor eerst op hun respectievelijke steunen samen met de anti-torsiebruggen te monteren, en ver-...
Ingebouwde hulpfunctie Monteren van de beugels op de assen Monteer de grote kettingsteun voor de laser op de as van de linkermachine (meestal refe- rentiemachine) en de roterende armsteun van de cardan met de sensor en de RF-module op de as van de rechtermachine (meestal beweegbare machine) – gezien vanaf de normale werk- positie.
Ingebouwde hulpfunctie Uitlijnen van cardanas – meetprocedure roterend vlak 1. Schakel sensor, laser en touch-computer in en stel vervolgens de machines in. 2. Na het instellen van de machines en het invoeren van alle vereiste machinedimensies, tikt u om verder te gaan met de meting. Opmerking 'Cardan mode' (cardan-modus) (cardan, roterend vlak) is de standaard meetmodus voor cardanassen.
Ingebouwde hulpfunctie Metingen uitvoeren In een volle fabriek is het noodzakelijk om de optimale positie te bepalen om de meting te starten. Het doel is dat de zichtlijn tussen de sensALIGN sensor en de laser wordt gehandhaafd onder een zo groot mogelijke rotatiehoek wanneer de cardanas in de normale richting van de machinerotatie wordt gedraaid.
Pagina 136
Ingebouwde hulpfunctie 7. Zodra de meting is gestabiliseerd, verschijnt de letter 'M' onder zoals te zien op het bovenstaande scherm. Opmerking Voor deze meetprocedure moet automatische meting na stabilisatie worden uit- geschakeld in de standaardinstellingen. 8. Tik op 'M' om het meetpunt te nemen. 9.
Ingebouwde hulpfunctie Uitlijnen van cardanas – de offset-steun van de cardan gebruiken De offset-steunen van de cardan Er zijn twee typen offset-steunen van de cardan beschikbaar. Het grote type maakt nauwkeurige meting mogelijk van machines die door cardanassen zijn gekoppeld met afstanden tot 10 m (33 ft) en as-offsets van tot 1000 mm (39 3/8 in.).
Ingebouwde hulpfunctie Monteren van de grote offset-steun voor de cardan Opmerking sensALIGN 5 laser kan ook worden gebruikt met de grote offset-steun van de cardan. When mounting and adjusting the sensALIGN 5 EX laser, please refer to "Monteren en aanpassen van de sensALIGN 5 EX laser" op pagina 143. Monteren van de grote offset-steun van de cardan en aanpassen van de laser Steun monteren...
Pagina 140
Ingebouwde hulpfunctie Ring Tussenas T-groefbout Referentieoppervlak Dit koppelingvoorbeeld heeft een flens met een verhoogde kop. De meegeleverde spacers wor- den gebruikt om een 3-punts vlak te creëren om te garanderen dat de frontplaat en het kopp- pelingoppervlak worden gekoppeld. Opmerking Zet de frontplaat niet vast terwijl de laser nog moet worden aangepast.
Ingebouwde hulpfunctie Montage van de laserhouder-assemblage op de rail 1. Maak het handwiel een beetje los en schuif de laserhouder-assemblage op de middengroef van de rail. Laserhouder Monteren en aanpassen van de laser For mounting and adjusting the sensALIGN 5 EX laser, please refer to "Monteren en aanpassen van de sensALIGN 5 EX laser"...
Ingebouwde hulpfunctie Monteren van de lichte offset-steun voor de cardan (sensALIGN 5 EX laser) Monteren van de lichte offset-steun van de cardan en sensALIGN 5 laser aanpassen Monteren van de frontplaat aan de rail 1. Schuif de frontplaat langs de rail zoals hieronder afgebeeld. De vier T-bouten moet in de groeven zijn geplaatst.
Ingebouwde hulpfunctie (Zonder de spacers is er geen direct contact tussen de frontplaat en het kop- pelingsoppervlak rond de boutgaten – precies de locatie waar de frontplaat en de kop- peling aan elkaar zijn bevestigd.) Referentieoppervlak De koppeling hierboven heeft een flens met een verhoogde kop. De meegeleverde spa- cers worden gebruikt om een 3-punts vlak te creëren om te garanderen dat de front- plaat en de flens, het referentieoppervlak worden gekoppeld.
Ingebouwde hulpfunctie Laserhouder Monteren en aanpassen van de sensALIGN 5 EX laser Bij deze stap wordt de laserstraal aangepast zodat hij grofweg op één lijn staat met de rota- tieas van de laserhouder-assemblage. 1. Schuif de twee zwarte afstandshulzen op de steunpalen. 2.
Ingebouwde hulpfunctie De afstandshulzen (zwart) beïnvloeden de offset door de laserstraal op dezelfde as te positioneren als de rotatieas van de laserhouder. Gebruik de twee gele duimdraaiknoppen om de hoekpositie van de laserstraal aan te passen. Door de laserhouder-assemblage te draaien, traceert de laserstraal een ‘geschatte’...
Ingebouwde hulpfunctie Laserpunt 2. Herhaal de bovenstaande procedure tot de laserstraal het midden van het doel raakt op de rotatieas van de uit te lijnen machine. 3. Zodra de laserstraal op het doel is gecentreerd, zet u de frontplaat op de flens vast met de meegeleverde zeshoekige schroeven.
Pagina 147
Ingebouwde hulpfunctie 4. Gebruik de kettingsteun of geschikte magnetische steunen om de sensor op de as van de te verplaatsen machine te monteren (zoals de motor of tandwielkast). De sensor wordt uitgelijnd t.o.v. de laser door de steun van de sensor te drukken of te schuiven. Opmerking Raak de of de duimdraaiknoppen voor de positie van de laser NIET aan.
Ingebouwde hulpfunctie Uitlijnen van cardanas, meetprocedure Deze meetprocedure wordt gebruikt in combinatie met de offset-steun van de cardan. De cardanas waarmee de machines zijn gekoppeld, moet tijdens de meting worden gede- monteerd. 1. Na het monteren van de offset-steun van de cardan en de meetcomponenten en vervolgens het aanpassen van de laser, schakelt u het computer in en gaat u verder met het instellen van de machines.
Pagina 149
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking Other measurement modes for cardan shafts when using sensALIGN 5 sensor and laser can be either multipoint or the cardan mode measurement. 5. Tik op de pulserende M (2) of (3) om het eerste meetpunt te nemen. 6.
Ingebouwde hulpfunctie 8. Herhaal de stappen 4 en 5 om metingen te nemen op ten minste drie klokposities over een rotatie van ten minste 70°. (Het nemen van meer positiemetingen verbetert de betrouw- baarheid van de resultaten.) 9. Zodra er voldoende meetpunten over een rotatie van ten minste 70° zijn genomen, tikt u op om de meting te stoppen.
Pagina 151
Ingebouwde hulpfunctie Opmerking Er is een PRUFTECHNIK tolerantietabel voor cardanassen beschikbaar voor 1/2° en 1/4° limieten. Het vereiste tolerantietype kan worden ingesteld via standaardinstellingen in 'Configuration' (Configuratie). Machines die zich buiten de tolerantie bevinden, kunnen worden geherpositioneerd met behulp van de Live Move functie. Uitgave:2.3...
Ingebouwde hulpfunctie Best practice Monteren van sensor en laser ›› Het scherm 'Dimensies' toont de kanten waar de sensor en de laser moeten worden gemon- teerd. Gebruik indien nodig het “Camera” pictogram om de weergave op het scherm te roteren om de machines weer te geven zoals ze fysiek zijn. ››...
Ingebouwde hulpfunctie sensALIGN 5 EX firmware-update sensor Bijwerken van de sensor-firmware naar een nieuwere versie Het is mogelijk om een update van de sensor-firmware rechtstreeks via het robuuste touch- apparaat uit te voeren. Als een sensor met een oudere firmware-versie via Bluetooth is ver- bonden met het robuuste apparaat, dan verschijnt er een update-melding voor de sensor-firm- ware op het scherm.
Pagina 154
Ingebouwde hulpfunctie Nadat het update-proces succesvol is voltooid, verschijnt het volgende scherm. De sensor is nu bijgewerkt naar de nieuwere versie die beschikbaar is op het robuuste touch- apparaat. Tik op om het update-scherm te verlaten. De nieuwe versie van de sensor-firmware verschijnt onder "Sensor properties" (Sen- soreigenschappen) die toegankelijk is door op een van de sensorgebieden in het meet- scherm te tikken.
Ingebouwde hulpfunctie Als de firmware-update van de sensor niet wordt uitgevoerd wanneer de melding verschijnt, kan de update-actie worden gestart via "Sensor properties" (Sensoreigenschappen). De aan- wijzing "UPDATE" verschijnt naast de oudere versie van de sensor-firmware. Tik op "UPDATE" om door te gaan met de update van de sensor-firmware. Opmerking De update-melding voor de sensor-firmware blijft één keer per dag verschijnen totdat de firmware-update is voltooid. ...
Pagina 156
Ingebouwde hulpfunctie gecontroleerd, zoals aangegeven op het ronde label aan de achterkant van het betref- fende component. De sensor en de laser moeten worden geretourneerd naar een geautoriseerd PRUFTECHNIK Service Center voor controle van de kalibratie en inspectie. U kunt con- tact opnemen met uw plaatselijke PRUFTECHNIK vertegenwoordiger voor assistentie of ga naar www.pruftechnik.com. ...
Pagina 157
Ingebouwde hulpfunctie Als de vervaldatum van de kalibratie van de sensor en/of laser is verstreken en de com- ponenten via Bluetooth of kabel met het robuuste touch-apparaat zijn verbonden, dan ver- schijnt de betreffende melding over het verlopen van de kalibratie op het display. Tik op om de melding te sluiten.
Ingebouwde hulpfunctie Bijlage ROTALIGN touch EX bijwerken naar een nieuwere versie van de firm- ware Download het update-bestand naar de gewenste directory op een pc. Schakel de tablet in en sluit hem aan op de pc. Een hint om de Windows-pc toegang te verlenen tot de tablet verschijnt.
Pagina 159
Ingebouwde hulpfunctie Nadat het update-bestand is gekopieerd naar de map "FirmwareUpadte", koppelt u de tablet los van de pc. De volgende hint verschijnt. Opmerking Tik NIET op het apparaat en druk niet op een van de toetsen. Wacht tot de vol- gende hint verschijnt. ...
Ingebouwde hulpfunctie Houd de aan/uit-toets kort ingedrukt. De pictogrammen "Power off" (uitschakelen) en "Restart" (opnieuw starten) verschijnen op het display. Tik op "Restart" (opnieuw starten). De update is nu voltooid en kan worden gecon- troleerd en bevestigd in het menuonderdeel "about" (informatie) in de configuratie na het opnieuw opstarten.
Ingebouwde hulpfunctie Technische gegevens – sensALIGN 5 EX sensor sensALIGN 5 EX sensor Type 5-as sensor: 2 vlakken (4 verplaatsingsassen en hoek) LED indicatoren 2 LED’s voor aanpassing van de laser Milieubescherming IP 65 (stofdicht en waterbestendig), schokbestendig Relatieve luchtvochtigheid: 10% tot 90% Bescherming tegen omgevingslicht Temperatuurbereik...
Pagina 162
Ingebouwde hulpfunctie Interne capaciteit van sensALIGN 5 EX sensor Ci = 25,2 µF Interne inductantie van sensALIGN 5 EX sensor Li = 0 µH Het voedingscircuit en de gegevenscircuits moeten worden beschouwd als intern verbonden. Er dient voor te worden gezorgd dat veiligheidsrelevante circuitonderdelen nooit worden beschadigd bij het van stroom voorzien van de aangesloten apparaten.
Ingebouwde hulpfunctie Technische gegevens – RF-module RF-module Type 2,4 GHz, klasse 1 connectiviteit, zendvermogen 100 mW Bevat FCC- ID POOWML-C40 Overdrachtsafstand Tot 10 m [33 ft] LED indicatoren 1 LED voor draadloze communicatie 3 LED’s voor batterijstatus Voeding 2 x 1,5 V IEC LR6 ("AA") Gebruik alleen Duracell Industrial ID 1500 of Energizer E91 Bedrijfstijd: Gebruiksduur: 14 uur normaal gebruik (gebaseerd op een bedrijfscyclus van of 50% metingen, 50% stand-by)
Pagina 164
Ingebouwde hulpfunctie RF-module Ui = +12 V Ii = 200 mA Pi = 1,2 W Maximale effectieve interne capaciteit Ci = 360 nF Maximale effectieve interne inductantie Li ≈ 0 μH Of wanneer verbonden met de volgende sensoren: PRUFTECHNIK sen- Certificaat van EG-type- IECEx cer- sortype...
Ingebouwde hulpfunctie Technische gegevens – sensALIGN 5 EX laser sensALIGN 5 EX laser Type Halfgeleiderlaser Voeding Batterijen 2 x 1,5 V IEC LR6 ("AA") Gebruik alleen Duracell Industrial ID 1500 of Energizer E91 Bedrijfstijd: 120 uur Milieubescherming IP 65 (stofdicht en waterbestendig), schokbestendig Relatieve luchtvochtigheid: 10% tot 90% Temperatuurbereik In werking: -10°C tot 50°C (14°F tot 122°F)