Ingebouwde hulpfunctie
Afmetingen
(1)
Grijs weergegeven symbolen zijn uitgeschakeld in het actieve scherm. Het symbool
l
'Meten' wordt ingeschakeld wanneer alle dimensies (afmetingen/afstanden) zijn inge-
voerd.
(2)
Tik op het symbool van de meeteenheden
l
len. Het symbool schakelt over tussen "mm" en "inch".
Tik op de velden en voer alle vereiste dimensies in. De gebruiker kan tikken op
knop 'Next' (Volgende) om de volgende dimensies in te voeren. Dimensies kunnen alleen wor-
den ingevoerd wanneer het veld groen is gemarkeerd.
Opmerking
Als eenheden op het Britse imperische systeem zijn ingesteld, kunnen inch-fracties als
volgt worden ingevoerd: Voor
3/8 = 10,375" in.
De waarde van de koppelingsdiameter kan worden bepaald door invoeren van de geme-
ten omtrek van de koppeling en deze waarde te delen door π (pi) (= 3,142). Bij-
voorbeeld 33"/ π = 10,5"; of 330 mm/π = 105 mm.
Het symbool Machineweergave roteren
en gemonteerde componenten op het display te roteren.
Machine- en koppeling- eigenschappen kunnen worden bewerkt door te tikken op de res-
pectievelijke machine of koppeling.
Wanneer alle vereiste dimensies zijn ingevoerd, verschijnt het symbool 'Measure'
(Meten).
Tik op
om de meting te beginnen.
26
1
/8" voert u 1/8 = 0,125" in; voor 10
wordt gebruik om de weergave van de machines
om de gewenste eenheden in te stel-
3
/
" voert u 10 +
8
en de
Uitgave:2.3