Audiofuncties controleren
U controleert het systeemgeluid van de computer als volgt:
1.
Selecteer Start > Configuratiescherm.
2.
Klik op Hardware en geluiden.
3.
Klik op Geluid.
4.
Wanneer het venster Geluid verschijnt, klikt u op het tabblad Geluiden. Selecteer onder
Programmagebeurtenissen het gewenste geluid, zoals een pieptoon of een alarmsignaal, en klik
op de knop Test.
Als het goed is, hoort u het geluid door de luidsprekers of de aangesloten hoofdtelefoon.
U controleert de opnamefuncties van de computer als volgt:
1.
Selecteer Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Geluidsrecorder.
2.
Klik op Begin met opnemen en spreek in de microfoon. Sla het bestand op het bureaublad op.
3.
Open Windows Media Player en speel het geluid af.
OPMERKING:
en neemt u geluid op in een omgeving die vrij is van achtergrondruis.
Als u de audio-instellingen van de computer wilt bevestigen of wijzigen, selecteert u Start >
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Geluid.
Video
Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende videovoorzieningen te gebruiken:
●
films bekijken;
●
spelletjes spelen via internet;
●
afbeeldingen en video's bewerken voor presentaties;
●
externe videoapparatuur aansluiten.
Externe monitor of projector aansluiten
Uw computer heeft zowel een externe-monitorpoort als een DisplayPort waarmee u een externe monitor
of projector kunt aansluiten.
Externe-monitorpoort gebruiken
Via de externe-monitorpoort sluit u een extern VGA-weergaveapparaat aan op de computer, zoals een
externe VGA-monitor of VGA-projector. De externe-monitorpoort is een analoge weergave-interface.
44
Hoofdstuk 4 Multimedia
Voor optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon