◦
Verbinding maken met een WLAN
Ga als volgt te werk om verbinding met het WLAN te maken:
1.
Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat is ingeschakeld, branden de
lampjes voor draadloze communicatie blauw. Als de lampjes voor draadloze communicatie oranje
branden, drukt u op de knop voor draadloze communicatie.
2.
Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
3.
Selecteer uw WLAN in de lijst.
4.
Klik op Verbinding maken.
Als het netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingssleutel in te
voeren. Dit is een beveiligingscode. Typ de code en klik vervolgens op OK om de verbinding te
voltooien.
OPMERKING:
bereik van een draadloze router of toegangspunt bevindt.
OPMERKING:
openen en vervolgens op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Een lijst met
opties wordt weergegeven. U kunt ervoor kiezen om handmatig een netwerk te zoeken en daarmee
verbinding te maken, of om een nieuwe netwerkverbinding in te stellen.
Nadat de verbinding is gemaakt, beweegt u de muisaanwijzer over het netwerkpictogram in het
systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING:
de WLAN-implementatie, het merk router en interferentie van andere elektronische apparaten of
verschillende typen wanden en vloeren.
Meer informatie over het gebruik van een WLAN is beschikbaar via de volgende hulpbronnen:
●
informatie van uw internetprovider en de instructies van de fabrikant die bij de router en andere
apparatuur voor draadloze netwerken zijn geleverd;
●
informatie en koppelingen naar websites die beschikbaar worden gesteld via Help en
ondersteuning.
Neem voor een lijst met openbare WLAN's bij u in de buurt contact op met uw internetprovider of zoek
op het web. Ga naar de website van uw internetprovider of zoek op internet met de zoekterm "hotspot".
Informeer bij elke locatie met een openbaar draadloos netwerk naar de kosten en de vereisten voor een
verbinding.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of IT-afdeling voor aanvullende informatie over de manier
waarop u met de computer verbinding kunt maken met een bedrijfsnetwerk.
20
Hoofdstuk 2 Draadloos, modem en lokaal netwerk
U kunt echter ook zelf een sleutel instellen, een andere sleutel genereren of andere
geavanceerde opties kiezen. Zonder de juiste sleutel kunnen anderen niet gebruikmaken van
het draadloze netwerk.
WPA (Wi-Fi Protected Access) maakt, net zoals WEP, gebruik van beveiligingsinstellingen
om gegevens te coderen en te decoderen die via het netwerk worden verzonden. In plaats
van één statische beveiligingssleutel te gebruiken voor coderingen, zoals bij WEP, gebruikt
WPA TKIP (temporal key integrity protocol) om op dynamische wijze een nieuwe sleutel te
genereren voor elk pakket. WPA genereert ook verschillende sets sleutels voor elke computer
in het netwerk.
Als er geen WLAN's worden weergegeven, betekent dit dat u zich buiten het
Als het gewenste netwerk niet wordt weergegeven, klikt u op Netwerkcentrum
Het effectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naar gelang