Pagina 2
Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende houder. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van de computer niet, om de kans op letsel door hitte of oververhitting van de computer te beperken. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal, zoals een ernaast staande printer, of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een dik kleed of kleding).
Antennes voor draadloze communicatie ................11 Aanvullende hardwareonderdelen ..................12 Labels ..............................13 2 HP QuickWeb software gebruiken (alleen bepaalde modellen) 3 Draadloos en lokaal netwerk Apparaten voor draadloze communicatie gebruiken ................15 Pictogrammen voor draadloze communicatie en netwerkstatus ........15 Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken ........
Pagina 6
Multimediavoorzieningen ........................34 Geluidsvolume aanpassen ....................34 Toetsen voor het afspelen van media gebruiken ............... 35 Multimediasoftware ..........................35 HP MediaSmart software gebruiken .................. 36 Multimediasoftware gebruiken ................... 36 Multimediasoftware vanaf een schijf installeren ..............36 Audio ..............................37 Externe audioapparatuur aansluiten .................. 37 Audiofuncties controleren ....................
Pagina 7
6 Energiebeheer Voorzieningen voor energiebeheer instellen ..................46 Standen voor energiebesparing gebruiken ................ 46 Slaapstand activeren of beëindigen ..............46 Hibernationstand activeren of beëindigen ............47 Elektrische voeding besparen .................... 47 Energiemeter gebruiken ....................48 Energiebeheerschema's gebruiken ................... 48 Huidig energiebeheerschema weergeven ............48 Ander energiebeheerschema selecteren ............
Pagina 8
Prestaties van de vaste schijf verbeteren ................64 Schijfdefragmentatie gebruiken ................. 64 Schijfopruiming gebruiken ................. 64 HP ProtectSmart Hard Drive Protection gebruiken (alleen bepaalde modellen) ....65 Status van HP ProtectSmart vaststellen ............65 Energiebeheer bij een geparkeerde vaste schijf ..........66 HP ProtectSmart gebruiken ................
Pagina 9
Firewallsoftware gebruiken ......................... 88 Essentiële beveiligingsupdates installeren ..................89 Optionele beveiligingskabel bevestigen ..................... 90 Bijlage A Setupprogramma (BIOS) Setupprogramma starten ........................91 Setupprogramma gebruiken ....................... 92 Taal van het setupprogramma wijzigen ................92 Navigeren en selecteren in het setupprogramma .............. 92 Systeeminformatie weergeven ..................
Notebookcomputer in vogelvlucht Hardware herkennen U geeft als volgt een overzicht weer van de hardware die in de computer is geïnstalleerd: Selecteer Start > Configuratiescherm > System and Security (Systeem en beveiliging). Klik ▲ daarna bij Systeem op Apparaatbeheer. Met Apparaatbeheer kunt u ook hardware toevoegen of apparaatconfiguraties wijzigen. OPMERKING: Windows®...
Onderdelen Onderdelen aan de bovenkant Touchpad Onderdeel Beschrijving Touchpad* Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. *In deze tabel worden de fabrieksinstellingen beschreven. Als u de voorkeuren voor cursorbesturing wilt weergeven en wijzigen, selecteert u Start >...
Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop van het touchpad Hiermee schakelt u het touchpad in en uit. Dubbeltik snel op de knop om het touchpad in en uit te schakelen. Linkerknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.
Pagina 14
Onderdeel Beschrijving Lampje voor het uitschakelen van het geluid Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld. ● Lampje voor draadloze communicatie Uit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een WLAN-apparaat en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld. OPMERKING: Apparaten voor draadloze communicatie worden ingeschakeld in de fabriek.
Knop Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit- knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/ uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Toets Media Launch Hiermee opent u HP MediaSmart. HP MediaSmart maakt van uw computer een mobiel beeld- en geluidsysteem. U kunt ook muziek beluisteren, films bekijken en uw fotoverzameling beheren en bewerken.
Onderdeel Beschrijving (10) Toets Mail Hiermee opent u het standaard e-mailprogramma. OPMERKING: De eerste keer dat u op de toets Mail drukt, wordt u mogelijk gevraagd om uw e-mailaccount in te stellen. Nadat u uw e-mailaccount heeft ingesteld, kunt u met de toets Mail snel toegang krijgen tot uw e-mail.
Onderdeel Beschrijving Bevestigingspunt voor een beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan de computer. OPMERKING: Een beveiligingskabel moet mogelijke dieven afschrikken, maar kan niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals optionele (microfoon) stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het...
Knipperend wit: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf. ● Oranje (alleen bepaalde modellen): de interne vaste schijf is tijdelijk geparkeerd door HP ProtectSmart Hard Drive Protection (HP ProtectSmart vasteschijfbescherming). Luidspreker Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven.
Onderdeel Beschrijving Ventilatieopeningen (4) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt. Accuruimte Hierin bevindt zich de primaire accu.
Onderdeel Beschrijving Infraroodlampje van de webcam Verbetert de beeldkwaliteit van de webcam bij weinig licht. Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Interne beeldschermschakelaar Wanneer u het beeldscherm dicht doet terwijl de computer aan staat, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld en de slaapstand geactiveerd.
Aanvullende hardwareonderdelen Onderdeel Beschrijving Netsnoer* Hiermee sluit u de netvoedingsadapter aan. Netvoedingsadapter Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. *Het uiterlijk van het netsnoer verschilt per regio en land. Hoofdstuk 1 Notebookcomputer in vogelvlucht...
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. ● Servicelabel: bevat belangrijke informatie. Het servicelabel bevindt zich in de accuruimte.
● Webmail: e-mails lezen en verzenden. OPMERKING: Informatie over het gebruik van QuickWeb vindt u in de HP ENVY 15 Gebruikershandleiding. Deze handleiding bevindt zich op de SD-geheugenkaart (Secure Digital) die bij de computer is geleverd. Hoofdstuk 2 HP QuickWeb software gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Draadloos en lokaal netwerk Apparaten voor draadloze communicatie gebruiken Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven. De computer kan zijn voorzien van een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie: ● WLAN-apparaat (wireless local area network): Hiermee kunt u verbinding maken met draadloze lokale netwerken (ook wel Wi-Fi-netwerken, draadloze LAN's of WLAN's genoemd) in bedrijfsruimtes, bij u thuis en in openbare ruimtes, zoals vliegvelden, restaurants, café's, hotels en...
Draadloze communicatie (ingeschakeld) Geeft de locatie van het lampje en de toets voor draadloze communicatie op de computer aan. Wordt ook weergegeven bij de Wireless Assistant-software (Assistent voor draadloze communicatie) op de computer en geeft aan dat een of meer apparaten voor draadloze communicatie zijn ingeschakeld.
Klik op het pictogram voor draadloze communicatie in het deelvenster Wireless Assistant, in het onderste gedeelte van Windows® Mobiliteitscentrum. Klik op Eigenschappen. Selecteer het selectievakje naast Pictogram van HP Wireless Assistant in systeemvak. Klik op Toepassen. Klik op Close (Sluiten).
Raadpleeg de online Help van de Wireless Assistant software voor meer informatie. Open Wireless Assistant door te klikken op het pictogram voor draadloze communicatie in Windows Mobiliteitscentrum. Klik op de knop Help. Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken Ook sommige besturingssystemen bieden de mogelijkheid om de geïntegreerde apparaten voor draadloze communicatie en de draadloze verbinding te beheren.
WLAN gebruiken Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een draadloos lokaal netwerk (WLAN), dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt. OPMERKING: De termen draadloze router en draadloos toegangspunt worden vaak door elkaar gebruikt.
Draadloos netwerk beveiligen Aangezien de WLAN-standaard is ontwikkeld met slechts beperkte beveiligingsfuncties die niet zijn opgewassen tegen krachtige aanvallen, is het van cruciaal belang dat u begrijpt dat draadloze netwerken kwetsbaar zijn voor de welbekende veiligheidsrisico’s. Draadloze netwerken in openbare ruimten, of ‘hotspots’, zoals cafés en vliegvelden beschikken vaak over geen enkele vorm van beveiliging.
Verbinding maken met een WLAN U maakt als volgt verbinding met het WLAN: Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld (lampje voor draadloze communicatie is uit). Als het lampje oranje is, drukt u op de toets voor draadloze communicatie. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Selecteer uw WLAN in de lijst.
Bluetooth en Internet Connection Sharing (ICS) HP adviseert niet om een computer met Bluetooth in te stellen als host en te gebruiken als gateway die door andere computers kan worden gebruikt om verbinding te maken met internet. Wanneer twee of...
Windows-foutbericht weergegeven dat een apparaat niet gevonden is. Installeer het stuurprogramma opnieuw. Download de nieuwste versie van de software en stuurprogramma's voor het WLAN-apparaat voor uw computer van de website van HP op http://www.hp.com: Open een webbrowser en ga naar http://www.hp.com/support. Selecteer uw land of regio.
moet u over de juiste codes beschikken. De SSID en de netwerksleutel zijn alfanumerieke identificatiecodes die u invoert in de computer om uw computer kenbaar te maken bij het netwerk. ● Voor een netwerk dat is verbonden met de persoonlijke draadloze router, raadpleegt u de gebruikershandleiding bij de router voor instructies over het instellen van dezelfde codes op zowel de router als het WLAN-apparaat.
Kan geen verbinding maken met de draadloze router Als uw pogingen om verbinding te maken met de draadloze router niet lukken, stelt u de draadloze router opnieuw in door gedurende 10 tot 15 seconden de stroom uit te schakelen. Als de computer nog geen verbinding maakt met het draadloze netwerk, start u de draadloze router opnieuw op.
Verbinding met een lokaal netwerk (LAN) Om verbinding te kunnen maken met een lokaal netwerk (LAN), is een (afzonderlijk aan te schaffen) 8- pins RJ-45-netwerkconnector nodig. Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (1) bevat, wat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord, sluit u de kabel aan op de computer met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt (2).
Cursorbesturing en toetsenbord Cursorbesturing gebruiken OPMERKING: Naast het touchpad kunt u ook een externe USB-muis aansluiten op een van de USB- poorten van de computer. Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen Via de eigenschappen voor de muis in Windows® kunt u de instellingen voor aanwijsapparaten aanpassen aan uw wensen.
OPMERKING: De computer ondersteunt ook andere touchpadbewegingen, die standaard zijn uitgeschakeld. Om deze voorzieningen weer te geven en in te schakelen, klikt u op het pictogram Synaptics in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en daarna op het tabblad Apparaatinstellingen.
Draaien Door draaien kunt u items zoals foto's en pagina's roteren. U draait als volgt: plaats uw duim op het touchpad en beweeg uw wijsvinger in een halve cirkelbeweging rond uw duim. Actietoetsen gebruiken OPMERKING: Sommige actietoetsen zijn niet beschikbaar in QuickWeb. Actietoetsen zijn toetsen met een bepaalde functie op het toetsenbord.
Pagina 40
OPMERKING: De actietoetsvoorziening is in de fabriek ingeschakeld. U kunt deze voorziening uitschakelen in het setupprogramma (BIOS), zodat de fn-toets en een van de actietoetsen moeten worden ingedrukt om de toegewezen functie te activeren. Raadpleeg Setupprogramma (BIOS) op pagina 91 voor aanvullende informatie.
Pagina 41
Pictogr Beschrijving Hiermee activeert u de beveiligingsfunctie QuickLock. QuickLock beveiligt uw gegevens door het aanmeldingsvenster van het besturingssysteem weer te geven. Als het aanmeldingsvenster wordt weergegeven, kan de computer pas worden gebruikt nadat een gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows is ingevoerd.
Hotkeys gebruiken Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (1) en ofwel de esc-toets (2) ofwel de b-toets (3). Functie Hotkey Beschrijving Systeeminformatie weergeven fn+esc Hiermee geeft u informatie weer over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-BIOS. Basinstellingen regelen fn+b Hiermee verhoogt of verlaagt u de basinstellingen met de voorziening...
Touchpad en toetsenbord reinigen Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de aanwijzer onverwachte bewegingen gaat maken. U kunt dit vermijden door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt. WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuigeraccessoires om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken.
Multimedia Multimediavoorzieningen De computer bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken. De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● Geïntegreerde luidsprekers om muziek te beluisteren ● geïntegreerde microfoons om zelf geluid op te nemen; ●...
Toetsen voor het afspelen van media gebruiken Met de toetsen voor het afspelen van media regelt u het afspelen van een audio-cd of een dvd of bd die in een (afzonderlijk aan te schaffen) externe optischeschijfeenheid is geplaatst. ● Als een audio-cd of dvd niet wordt afgespeeld, drukt u op de toets afspelen/pauzeren (2) om de schijf af te spelen.
HP MediaSmart software gebruiken HP MediaSmart maakt van uw computer een mobiel beeld- en geluidsysteem. Met MediaSmart kunt u muziek en dvd- en bd-films afspelen. U kunt ook uw fotoverzameling beheren en bewerken. MediaSmart kent de volgende voorzieningen: ● Ondersteuning voor het uploaden van afspeellijsten: ◦...
OPMERKING: Er moet een netwerk zijn geïnstalleerd om een optischeschijfeenheid te kunnen delen. Raadpleeg Optischeschijfeenheden delen op pagina 68 voor aanvullende informatie over het delen van optischeschijfeenheden. OPMERKING: Sommige schijven, zoals dvd-films en schijven met spellen, hebben mogelijk een kopieerbeveiliging en zijn daardoor niet geschikt voor delen via dvd of cd. Audio Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende audiovoorzieningen te gebruiken: ●...
Klik op Geluid. Wanneer het venster Geluid verschijnt, klikt u op het tabblad Geluiden. Selecteer onder Programmagebeurtenissen de gewenste vorm van geluid, zoals een pieptoon of een alarmsignaal, en klik op de knop Testen. Als het goed is, hoort u het geluid door de luidsprekers of de aangesloten hoofdtelefoon. U controleert de opnamefuncties van de computer als volgt: Selecteer Start >...
Externe monitor of projector aansluiten Om een extern weergaveapparaat, zoals een monitor of projector, aan te sluiten op de computer, sluit u de HP HDMI-VGA beeldschermadapter (alleen bepaalde modellen) aan op de HDMI-poort van de computer. De HP HDMI-VGA beeldschermadapter ondersteunt de volgende resoluties: ●...
U sluit als volgt een externe monitor of projector aan met behulp van de HDMI-VGA beeldschermadapter: Sluit de HDMI-VGA beeldschermadapter aan op de HDMI-poort van de computer. Sluit een externe monitor of projector aan op het andere uiteinde van de adapter. OPMERKING: Als een extern weergaveapparaat op de juiste wijze is aangesloten maar geen beeld geeft, drukt u op de toets...
U sluit als volgt een video- of audioapparaat aan op de HDMI-poort: Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat volgens de instructies van de fabrikant.
U kunt de gemaakte foto of video-opname weergeven en op de vaste schijf van de computer opslaan. Om de webcam te gebruiken, selecteert u Start > Alle programma's > HP > HP MediaSmart > HP MediaSmart Webcam.
Pagina 53
● Hue (Kleurtint): Hiermee stelt u het kleuraspect in dat de kleur onderscheidt van een andere kleur (waardoor een kleur bijvoorbeeld als rood, groen of blauw wordt waargenomen). Kleurtint is niet hetzelfde als verzadiging. Verzadiging is de intensiteit van de kleurtint. ●...
Omgevingslichtsensor gebruiken De omgevingslichtsensor (ALS) regelt de helderheid van het beeldscherm en de belichting van de webcam aan bij weinig licht. De omgevingslichtsensor heeft de volgende voorzieningen: ● Adaptieve helderheid ● Infraroodlampje van de webcam De omgevingslichtsensor is standaard ingeschakeld. U schakelt de omgevingslichtsensor als volgt in of uit: Selecteer Start >...
Pagina 55
Het infraroodlampje van de webcam is standaard ingeschakeld. U schakelt het infraroodlampje van de webcam volgt uit of weer in: Selecteer Start > Alle programma's > HP > HP MediaSmart > HP MediaSmart Webcam. Selecteer in HP MediaSmart Webcam Settings (Instellingen) > Display (Beeldscherm) >...
Energiebeheer Voorzieningen voor energiebeheer instellen Standen voor energiebesparing gebruiken Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de slaapstandvoorziening en de hibernationvoorziening. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knippert het aan/uit-lampje en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand.
● Druk op een toets op het toetsenbord. ● Activeer het touchpad. Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaat het aan/uit-lampje branden en verschijnt uw werk op het scherm op het punt waar u was gestopt met werken en de slaapstand werd geactiveerd. OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Energiemeter gebruiken De Energiemeter bevindt zich in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Met de Energiemeter heeft u snel toegang tot Energiebeheer, kunt u de acculading bekijken en een ander energiebeheerschema selecteren. ● Beweeg de cursor over het pictogram van de Energiemeter om de acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven.
Energiebeheerschema’s aanpassen Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens op Meer opties. – of – Selecteer Start > Configuratiescherm > System and Security (Systeem en beveiliging) > Energiebeheer. Selecteer een energiebeheerschema en klik vervolgens op Instellingen voor schema wijzigen. Wijzig de instellingen naar eigen inzicht.
Externe netvoeding wordt geleverd via een goedgekeurde netvoedingsadapter. WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een door HP geleverde compatibele adapter. Sluit de computer aan op een externe netvoedingsbron in de volgende situaties: ●...
Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (3). Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer is aangesloten op netvoeding en een van de volgende symptomen vertoont: ● De computer gaat niet aan. ● Het beeldscherm blijft leeg. ●...
Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij De werktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma’s, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die...
Accucontrole uitvoert. Help en ondersteuning biedt informatie over de status van de accu die is geïnstalleerd in de computer. Ga als volgt te werk om HP Battery Check uit te voeren: Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer.
Til de accu op en verwijder deze uit de accuruimte (3). U plaatst de primaire accu als volgt: Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond. Breng de tabs op de accu op één lijn met de uitsparingen aan de buitenrand van de accuruimte (1) en laat de accu in de accuruimte zakken totdat de accu goed op zijn plaats zit (2).
Ga als volgt te werk om de accuwerktijd te verlengen en de nauwkeurigheid van de weergave van de acculading te optimaliseren: ● Als u een nieuwe accu oplaadt, wacht u tot de accu volledig is opgeladen voordat u de computer inschakelt.
Pagina 66
Als de accu een kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, geeft een melding boven het accumeterpictogram de resterende acculading aan. OPMERKING: Raadpleeg Energiemeter gebruiken op pagina 48 voor meer informatie over de accumeter. Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende: ●...
▲ ● netvoedingsadapter ● optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft Lage acculading verhelpen wanneer een opgeladen accu beschikbaar is Schakel de computer uit of activeer de hibernationstand. Verwijder de lege accu en plaats vervolgens een volle accu.
Onderdelen van de extra accu herkennen Onderdeel Beschrijving Accubrandstofmeter Wanneer de accubrandstofmeter wordt ingedrukt, controleert deze de hoeveelheid beschikbare acculading. Acculadingslampjes Geven het percentage beschikbare accuvoeding aan. ● Knipperend: de extra accu is bijna leeg. ● Eén lampje aan: de extra accu heeft 25 procent resterende acculading.
Pagina 69
OPMERKING: Het is niet nodig de computer uit te schakelen alvorens de extra accu te plaatsen of te verwijderen. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. Breng de extra accu op één lijn met de de onderkant van de computer, met de accubrandstofmeter naar u toe gericht.
Til de extra accu omhoog van de onderkant van de computer (2). Volgorde van opladen en ontladen van accu's De volgorde van opladen en ontladen van accu's verschilt wanneer zowel de primaire accu als de optionele extra accu is geplaatst. ●...
"zwak" is geworden. Een bericht verwijst u naar de website van HP voor meer informatie over het bestellen van een vervangende accu. Als de accu onder de garantievoorwaarden van HP valt, krijgt u ook informatie over een garantie-ID.
Computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet heeft opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten sluit u alle geopende programma's af, waaronder het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld. Sluit de computer af in de volgende gevallen: ●...
Schijfeenheden en externe apparaten Schijfeenheden Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen De computer is voorzien van een vaste schijf (met een roterende schijf) of een SSD (solid-state drive) met solid-state geheugen. Omdat een SSD geen bewegende onderdelen bevat, genereert deze minder warmte dan een vaste schijf. Bepaalde computermodellen kunnen twee schijfeenheden ondersteunen.
VOORZICHTIG: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken: Activeer de slaapstand en wacht tot het scherm leeg is, of ontkoppel de externe vaste schijf op de correcte wijze, voordat u een computer verplaatst waarop een externe vaste schijf is aangesloten.
HP ProtectSmart Hard Drive Protection gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP ProtectSmart Hard Drive Protection beschermt een vaste schijf door deze te parkeren en gegevensverzoeken tegen te houden, wanneer zich de volgende gebeurtenissen voordoen: ● U laat de computer vallen. ●...
Als de computer op accuvoeding werkt en de acculading een kritiek laag niveau bereikt, staat HP ProtectSmart Hard Drive Protection toe dat de hibernationstand wordt geactiveerd. HP adviseert om de computer af te sluiten of om de slaapstand of hibernationstand te activeren voordat u de computer verplaatst. HP ProtectSmart gebruiken Met HP ProtectSmart-software voor de bescherming van de vaste schijf kunt u het volgende doen: ●...
● dvd±rw SuperMulti dubbellaags (DL) drive ● Blu-ray ROM dvd±r/rw SuperMulti DL-drive Optionele externe schijfeenheden aansluiten OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor informatie over benodigde software, stuurprogramma's en de te gebruiken poort op de computer. U sluit een externe schijfeenheid als volgt aan op de computer: VOORZICHTIG: Als u een schijfeenheid met een eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat de schijfeenheid is...
Optische schijf verwijderen als de schijflade niet opengaat Als de optischeschijfeenheid een lade heeft en de schijflade niet opengaat, gaat u als volgt te werk: Steek het uiteinde van een paperclip (1) in de ontgrendelingsopening in het voorpaneel van de schijfeenheid.
Externe apparatuur USB-apparaat gebruiken OPMERKING: Als de HP ENVY 15 USB 3.0 ondersteunt, mag in de HP QuickWeb-modus alleen de eSATA/USB 2.0-poort worden gebruikt voor USB-apparaten. Via een USB-poort wordt een optioneel extern apparaat, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -schijf, - printer, -scanner of -hub, aangesloten op de computer.
Als u een USB-apparaat wilt aansluiten op de computer, sluit u de USB-kabel van het apparaat ▲ aan op de USB-poort. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal. OPMERKING: Wanneer u een USB-apparaat voor de eerste keer aansluit, verschijnt het bericht "Apparaatstuurprogramma installeren"...
eSATA-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Gebruik niet te veel kracht bij het aansluiten van een eSATA-apparaat, om beschadiging van de connectoren van de eSATA-poort te voorkomen. Als u een eSATA-apparaat wilt aansluiten op de computer, sluit u de eSATA-kabel van het apparaat ▲...
Het digitalemediaslot ondersteunt de volgende types digitale kaarten: ● MultiMediaCard ● Micro MultiMediaCard (adapter vereist) ● MultiMediaCard Plus ● SD-geheugenkaart (Secure Digital) ● Micro SD-geheugenkaart (adapter vereist) ● SSHC-geheugenkaart (Secure Digital High Capacity) Digitale kaart plaatsen VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een digitale kaart, om beschadiging van de connectoren van de digitale kaart te voorkomen.
Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt, gebruikt u de volgende procedure om de digitale kaart veilig te verwijderen. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties die gebruikmaken van de digitale kaart. OPMERKING: Als u een gegevensoverdracht wilt stoppen, klikt u op Annuleren in het kopieervenster van het besturingssysteem.
Geheugenmodules Al naar gelang het computermodel heeft de computer een of twee geheugenmoduleslots. De geheugenmoduleslots bevinden zich aan de onderkant van de computer. U kunt de geheugencapaciteit van de computer vergroten door een geheugenmodule toe te voegen of door de bestaande geheugenmodule in een van de geheugenmoduleslots te vervangen.
Geheugenmodule plaatsen of vervangen in modellen met één slot Ga als volgt te werk om een geheugenmodule toe te voegen of te vervangen: Sla uw werk op. Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door kort op de aan/uit-knop te drukken.
Pagina 86
Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2), draai de module voorzichtig omhoog en trek deze uit het geheugenmoduleslot. Bewaar de verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. U plaatst als volgt een geheugenmodule in het geheugenmoduleslot: Breng de inkeping (1) in de geheugenmodule op één lijn met het nokje in het bovenste geheugenmoduleslot.
Pagina 87
Plaats de geheugenmodule in het geheugenmoduleslot en draai de module omlaag (2) totdat deze vastzit en de borgklemmetjes (3) vastklikken. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Plaats het afdekplaatje van het geheugenmodulecompartiment met de lipjes (1) in de uitsparingen in de computer.
Geheugenmodule plaatsen of vervangen in modellen met twee slots U kunt als volgt een geheugenmodule toevoegen of vervangen: OPMERKING: Als u slechts één geheugenmodule plaatst, plaats die dan in het bovenste geheugenmoduleslot. Anders herkent de computer de geheugenmodule niet. Sla uw werk op. Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm.
Pagina 89
Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2), draai de module voorzichtig omhoog en trek deze uit het geheugenmoduleslot. Bewaar de verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. U verwijdert als volgt een geheugenmodule uit het onderste geheugemoduleslot: Trek de borgklemmetjes (1) aan beide zijden van de geheugenmodule weg.
Pagina 90
Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. Bewaar de verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. U plaatst als volgt een geheugenmodule in het onderste geheugenmoduleslot: Breng de inkeping (1) in de geheugenmodule op één lijn met het nokje in het onderste geheugenmoduleslot.
Pagina 91
Plaats de geheugenmodule in het bovenste geheugenmoduleslot en draai de module omlaag (2) totdat deze vastzit en de borgklemmetjes (3) vastklikken. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Plaats het afdekplaatje van het geheugenmodulecompartiment met de lipjes (1) in de uitsparingen in de computer.
Beveiliging Computer beveiligen De standaard beveiligingsvoorzieningen die worden geboden door het besturingssysteem Windows® en het setupprogramma, dat geen deel uitmaakt van Windows, kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens beschermen tegen uiteenlopende veiligheidsrisico's. Gebruik de volgende voorzieningen volgens de procedures in deze handleiding: ●...
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een door uzelf gekozen combinatie van tekens ter beveiliging van uw computergegevens. U kunt verschillende typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw gegevens wilt regelen. U kunt wachtwoorden instellen in Windows of in het setupprogramma dat vooraf op de computer is geïnstalleerd.
Wachtwoord Functie Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. Tevens wordt de toegang tot de inhoud van de computer beveiligd en moet u dit wachtwoord opgeven als u de slaapstand of de hibernationstand wilt beëindigen. QuickLock Beveiligt de computer door om een wachtwoord te vragen dat moet worden opgegeven in het aanmeldingsvenster van Windows om toegang te krijgen tot de computer.
Als u het beheerderswachtwoord opgeeft bij de eerste wachtwoordcontrole, voordat het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de Esc-toets voor menu Opstarten) verschijnt, hoeft u dit wachtwoord niet opnieuw op te geven om toegang te krijgen tot het setupprogramma. Als u het opstartwachtwoord opgeeft bij de eerste wachtwoordcontrole, voordat het bericht "Press the ESC key for Startup Menu"...
Opstartwachtwoord beheren U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen: Open het setupprogramma door de computer in te schakelen of opnieuw op te starten. Terwijl het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) linksonder op het scherm wordt weergegeven, drukt u op f10.
Antivirussoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer blootgesteld aan computervirussen. Virussen kunnen het besturingssysteem, programma's en hulpprogramma’s buiten werking stellen of de werking ervan verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd, en kan in sommige gevallen de schade worden hersteld.
Firewallsoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, kunnen anderen op ongeoorloofde wijze toegang krijgen tot de computer, uw persoonlijke bestanden en informatie over u. Met de firewallsoftware die vooraf is geïnstalleerd op de computer, kunt u uw privacy beschermen. Firewalls bevatten voorzieningen zoals logboek- en rapportagefuncties van netwerkactiviteiten en automatische bewaking van al het inkomende en uitgaande gegevensverkeer.
Essentiële beveiligingsupdates installeren VOORZICHTIG: Microsoft verstuurt waarschuwingsberichten over essentiële updates. Als u de computer wilt beschermen tegen beveiligingsschendingen en computervirussen, installeert u alle essentiële updates van Microsoft zodra u een waarschuwingsbericht ontvangt. Nadat de computer is afgeleverd, zijn er mogelijk updates beschikbaar gekomen voor het besturingssysteem en andere software.
Optionele beveiligingskabel bevestigen OPMERKING: Van een beveiligingskabel moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Leg de beveiligingskabel in een lus om een voorwerp dat niet verplaatst kan worden. Plaats het sleuteltje (1) in het kabelslot (2).
Setupprogramma (BIOS) Setupprogramma starten Het setupprogramma is een ROM-hulpprogramma voor gegevens over en aanpassingen van het systeem dat u ook kunt gebruiken als het besturingssysteem Windows® niet werkt. Met dit hulpprogramma kunt u informatie over de computer weergeven en kunt u instellingen opgeven voor opstartprocedures, beveiliging en andere voorkeuren.
Setupprogramma gebruiken Taal van het setupprogramma wijzigen In de volgende procedure wordt beschreven hoe u de taal van het setupprogramma wijzigt. Als het setupprogramma nog niet is gestart, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma wel is gestart, begint u bij stap 2.
Systeeminformatie weergeven In de volgende procedure wordt beschreven hoe u systeeminformatie weergeeft in het setupprogramma. Als het setupprogramma niet is geopend, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma is geopend, begint u bij stap 2. Open het setupprogramma door de computer in te schakelen of opnieuw op te starten. Terwijl het bericht "Press the ESC key for Startup Menu"...
Setupprogramma afsluiten Bij het afsluiten van het setupprogramma geeft u aan of u de wijzigingen al dan niet wilt opslaan. ● U kunt als volgt het setupprogramma afsluiten en de wijzigingen van de huidige sessie opslaan: Als de menu's van het setupprogramma niet worden weergegeven, drukt u op om terug te gaan naar de menuweergave.
5 seconden (0, 5, 10, 15, 20). ● HP QuickWeb: hiermee kunt u het opstartmenu van HP QuickWeb tijdens het opstarten in-/uitschakelen. Stel de wachttijd in voor de gebruiker om Windows te starten in intervallen van 5 seconden (0, 5, 10, 15, 20).
BIOS-update uitvoeren Mogelijk zijn op de website van HP updates beschikbaar van de software die bij de computer is geleverd. De meeste software en BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaqs worden genoemd. Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en over het oplossen van problemen.
Pagina 107
U downloadt een BIOS-update als volgt: Ga op de website van HP naar de pagina die de software voor de computer bevat: Selecteer Start > Help en ondersteuning en klik vervolgens op de koppeling voor updates voor software, stuurprogramma's en BIOS.
Hoe volledig het wordt systeem hersteld na een systeemuitval is afhankelijk van uw recentste back-up. HP adviseert om meteen na installatie van de software herstelschijven te maken. Maak regelmatig back- ups van uw systeem als u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt. Op die manier houdt u uw back-up actueel.
Herstelschijven maken HP adviseert om herstelschijven te maken zodat u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van het systeem kunt herstellen bij een ernstige storing of instabiliteit van het systeem. Maak deze schijven nadat u de computer voor het eerst heeft geïnstalleerd. Behandel deze schijven met zorg en bewaar ze op een veilige plek. Met deze software kunt u slechts één set herstelschijven maken.
Back-up maken van gegevens Als u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek back-ups van het systeem maken om altijd een redelijk actuele back-up achter de hand te hebben. Maak op de volgende momenten een back-up van uw systeem: ●...
OPMERKING: Zorg dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u het back- upproces start. OPMERKING: Het back-upproces kan meer dan een uur in beslag nemen, afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid van de computer. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-up en terugzetten. Volg de instructies op het scherm om een back-up in te stellen en te maken.
Herstelactie uitvoeren op basis van een bepaalde datum en tijd U gaat als volgt terug naar een herstelpunt (gemaakt op een eerdere datum en tijd) waarop de computer optimaal werkte: Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en onderhoud > Systeem. Klik in het linkerdeelvenster op Systeembeveiliging.
OPMERKING: U kunt alleen bestanden herstellen waarvan u eerder een back-up heeft gemaakt. HP adviseert om met HP Recovery Manager een back-up van uw gehele vaste schijf te maken zodra u de computer heeft geïnstalleerd. Met de Recovery Manager software herstelt u het systeem wanneer het niet meer werkt of instabiel is geworden.
RAID 0 (alleen bepaalde modellen) Bepaalde computermodellen met twee SSD's (solid-state drives) worden geleverd in een RAID 0- configuratie. RAID heeft voordelen voor gebruikers die vaak met grote bestanden werken en die de opslagcapaciteit van hun computer willen verbeteren. Met RAID 0 worden gegevens verdeeld over beide schijfeenheden.
RAID 0 uitschakelen VOORZICHTIG: Als RAID 0 wordt uitgeschakeld, wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd. Maak een back-up van uw gegevens en maak een set herstelschijven voordat u RAID 0 uitschakelt.