d) Controle van de aandrijving
Voordat u de quadricopter in gebruik kunt nemen, is het
aan te raden de aandrijving te controleren. Het model kan
alleen met het laagste energieverbruik vliegen als alle vier
de propellers licht lopen en absoluut ronddraaien. Om
deze redenen moet u de functie van de aandrijfpropellers
voor iedere vlucht kort controleren.
Draai daartoe iedere afzonderlijke propeller voorzichtig
met een vinger rond en controleer het ronddraaien en licht
lopen.
Let daarbij op de draairichtingen van de verschillende pro-
pellers. Twee propellers draaien van boven gezien met de
klok mee (A) en twee propellers draaien tegen de klok in
(B).
e) Plaatsen van de vliegaccu
Leg de quadrocopter op de rug om de opgeladen vlucht-
accu (1) gemakkelijk te kunnen plaatsen.
Plaats de vluchtaccu overeenkomstig de bovenste illustra-
tie in afbeelding 8 op de quadrocopter. Schuif hem daarna
naar voren, totdat hij voelbaar in de houder vastklikt.
Druk met uw duimen op de geribbelde vlakken (2) en
schuif de accu naar achteren om deze weer te demonte-
ren. Let er daarbij op dat u niet met de wijsvinger de aan-/
uitschakelaar van de quadrocopter bedient (zie afbeelding
9, pos. 1).
Belangrijk!
Als u de quadrocopter niet gebruikt, bijv. bij
transport en opslag, verwijder dan altijd de accu
uit de quadrocopter.
Afbeelding 7
Afbeelding 8
15