■ MIDI en overige instellingen
Parameter
Instellingen
USB apparaat
MIDI, Storage
1
modus
(opslag)
Oorspronkelijke
instelling: MIDI
Lokale besturing Off (Uit), On (Aan)
2
Oorspronkelijke
instelling: Aan
Zendkanaal
1 tot en met 16
3
Oorspronkelijke
instelling: 1
Volume van
00 tot en met 42
cq
audiorecorder
Oorspronkelijke
instelling: 42
Bedieningspiep-
Off (Uit), On (Aan)
dk
toon
Oorspronkelijke
instelling: Aan
Terug
Off (Uit), On (Aan)
dl
Oorspronkelijke
instelling: Uit
Bedieningsver-
Off (Uit), On (Aan)
dm
grendeling
Oorspronkelijke
instelling: Uit
Bedieningstype
Omschrijving
(pagina NL-28)
D
De MIDI modus wordt
automatisch ingeschakeld bij de
Digitale Piano wanneer deze wordt
aangesloten op een USB kabel.
Selecteer storage (opslag) voor het
opslaan van melodiegegevens van
het recordergeheugen naar een
computer of om melodiegegevens
te laden naar het geheugen van de
Digitale Piano. (pagina NL-47)
D
Wanneer de lokale besturing "Off"
(uit) is, wordt de klankbron van de
Digitale Piano uitgeschakeld
waardoor geen geluid wordt
geproduceerd door de Digitale
Piano bij het aanslaan van
klaviertoetsen.
B
Specificeert één van de MIDI
kanalen (1 tot en met 16) als het
zendkanaal dat gebruikt wordt
voor het zenden van de MIDI
boodschappen naar een extern
toestel.
B
U kunt het volumeniveau afstellen
van de audiogegevens die op een
USB flash-drive worden
opgenomen.
D
Het selecteren van "Off" (uit)
schakelt het geluid van de
bedieningspieptoon uit telkens
wanneer een klaviertoets wordt
aangeslagen terwijl de
FUNCTION toets ingedrukt
wordt.
D
Wanneer "On" (aan) voor deze
instelling is geselecteerd, onthoudt
de Digitale Piano de huidige
*1
instellingen
wanneer de piano opnieuw
ingeschakeld wordt.
Wanneer "Off" (uit) is
geselecteerd, worden de
instellingen
*2
oorspronkelijke instellingen
telkens wanneer de Digitale Piano
ingeschakeld wordt.
D
Door "On" (aan) te selecteren voor
deze instelling worden de toetsen
van de Digitale Piano vergrendeld
(behalve voor de P (aan/uit) toets
en de toetsen die vereist zijn voor
het ontgrendelen), zodat geen
bediening kan worden uitgevoerd.
Schakel de
bedieningsvergrendeling in
wanneer u wilt beveiligen tegen
het onverhoeds bedienen van
toetsen.
Configureren van instellingen met het toetsenbord
• Terwijl Opslag geselecteerd is voor deze
instelling, gaan de GRAND PIANO
(CONCERT, MODERN) en ELEC.
PIANO 1 toetsindicators knipperen en
gaan alle andere indicators uit.
• Alle bewerkingen voor de Digitale Piano
zijn op dat moment gedeactiveerd.
• Telkens bij indrukken van de
klaviertoets voor de USB apparaat
modus wordt heen en weer geschakeld
tussen de MIDI en opslag modi.
• De instelling voor de lokale besturing
kan niet worden veranderd terwijl de
weergave van de orkestbegeleiding of
muziekbibliotheek aan de gang is.
• Het volumeniveau kan niet tijdens
opnemen worden afgesteld.
• Deze instelling blijft behouden zelfs
wanneer de Digitale Piano
uitgeschakeld is.
• De instelling voor de
bedieningspieptoon kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van de
orkestbegeleiding of muziekbibliotheek
aan de gang is, terwijl de metronoom
klinkt en tijdens het opnemen.
• De terug-instelling kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van de
orkestbegeleiding of muziekbibliotheek
en herstelt ze
aan de gang is, terwijl de metronoom
klinkt, tijdens de duetfunctie en tijdens
het opnemen.
*1 De volgende instellingen worden niet
onthouden.
teruggesteld op hun
• Duetfunctie
• Melodie LR (deel)
• Lokale besturing
*2 Behalve voor de in/uit instelling van de
bedieningspieptoon.
• De instelling voor de
bedieningsvergrendeling kan niet
worden veranderd terwijl de weergave
van de orkestbegeleiding of
muziekbibliotheek aan de gang is,
terwijl de metronoom klinkt en tijdens
het opnemen.
Opmerkingen
NL-33