Spelen met verschillende tonen
1.
Selecteer de pianotoon die u wilt gebruiken
voor het duet.
Voorbeeld: GRAND PIANO (CLASSIC)
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de METRONOME toets om duet in
(indicator aan) en uit te schakelen (indicator
uit).
BELANGRIJK!
• U kunt de duetfunctie niet gebruiken tijdens het
opnemen (pagina NL-20).
• De HAMMER RESPONSE, STRING RESONANCE
en LID SIMULATOR instellingen kunnen niet worden
veranderd wanneer de duetfunctie van de Digitale
Piano ingeschakeld is.
OPMERKING
• U kunt de piano instellen om de linker
toetsenbordklank weer te geven via de linker
luidspreker en de rechter toetsenbordklank via de
rechter luidspreker terwijl het duet ingeschakeld is.
Zie "Duet pan" (pagina NL-30) voor nadere
informatie.
NL-14
Veranderen van de octaven van de duet
toetsenborden
U kunt de bereiken van de linker en rechter
toetsenborden veranderen van hun oorspronkelijke
instellingen in eenheden van een octaaf. Dit is
bijvoorbeeld handig als het oorspronkelijke bereik niet
genoeg is wanneer een persoon het gedeelte voor de
linker hand en de andere persoon het gedeelte voor de
rechter hand aan het spelen is.
1.
Houd de FUNCTION en METRONOME
toetsen ingedrukt en druk op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden
C) van het linker toetsenbord. Houd
FUNCTION en METRONOME ingedrukt
terwijl u doorgaat naar stap 2 hieronder.
• Hierdoor klinkt de noot toegewezen aan C4 en wordt
de octaaf van het linker toetsenbord veranderd.
Voorbeeld:
Door op de klaviertoets van de meest linkse
C (C4) te drukken wordt het hier onder
gegeven bereik toegewezen.
Linker toetsenbord
C4
C5
C6
(Ingedrukte klaviertoets)
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
2.
Houd de FUNCTION en METRONOME
toetsen ingedrukt en druk op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden
C) van het rechter toetsenbord.
• Hierdoor klinkt de noot toegewezen aan C4 en wordt
de octaaf van het rechter toetsenbord veranderd.
OPMERKING
• U kunt de toetsenborden terugstellen op hun
oorspronkelijke bereiken door de duetfunctie eerst
uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
Rechter toetsenbord
C7
C3
C4
C5
Onveranderd
C6