Nokia C210 Gebruikershandleiding
Kennisgeving van de FCC
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende
twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2)
dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste
werking tot gevolg kunnen hebben. Ga voor meer informatie naar
technology/electromagnetic-compatibility-division/radio-frequency-safety/faq/rf-safety.
Alle veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door HMD Global zijn goedgekeurd,
kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen. Let op:
dit apparaat is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van klasse
B conform deel 15 van de FCC regels. Deze voorschriften zijn opgesteld om een redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik binnenshuis. Dit apparaat
genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien het niet volgens
de instructies wordt geïnstalleerd of gebruikt, schadelijke storing op radiocommunicatie
veroorzaken. Er kan echter geen garantie worden gegeven dat bepaalde installaties storingsvrij
zullen functioneren. U kunt controleren of de apparatuur storing veroorzaakt door deze uit
te schakelen. Als de storing stopt, wordt deze waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
Veroorzaakt de apparatuur storingen in radio- of televisieontvangst, dan kan de gebruiker de
storing proberen te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen te nemen:
• Draai de televisie -of radioantenne totdat de storing stopt.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
• Sluit de apparatuur aan op een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio/televisie-reparateur voor hulp.
Dit mobiele apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is ontworpen om de limiet voor
blootstelling aan radiogolven niet te overschrijden (elektromagnetische radiofrequentievelden),
aanbevolen door internationale richtlijnen van de onafhankelijke wetenschappelijke organisatie
ICNIRP. Deze richtlijnen omvatten belangrijke veiligheidsmarges die bedoeld zijn om de
bescherming van alle personen te waarborgen, ongeacht hun leeftijd en gezondheidstoestand.
De richtlijnen voor blootstelling zijn gebaseerd op de SAR (Specific Absorption Rate). Dit is een
uitdrukking voor de hoeveelheid radiofrequentie-energie (RF) die in het hoofd of op het lichaam
beland wanneer het apparaat aan het zenden is. De ICNIRP SAR-limiet voor mobiele apparaten
is 2,0 W/kg gemiddeld over 10 gram lichaamsweefsel.
SAR-tests worden uitgevoerd met het apparaat in standaard gebruiksposities, waarbij het in
alle frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau uitzendt.
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiosignalen bij gebruik tegen
het hoofd of wanneer het apparaat minstens 1,5 centimeter uit de buurt van het lichaam wordt
gehouden. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of
andere vorm van apparaathouder, mogen deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet er
minimaal voor bovengenoemde afstand van het lichaam worden gezorgd.
© 2023 HMD Global Oy. Alle rechten voorbehouden.
www.fcc.gov/engineering-
42