Installatiehandleiding 1 Veiligheid • Reparaties mogen alleen door geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. • Er mogen alleen goedgekeurde reserveonderdelen, accessoires en verbruiksartikelen worden gebruikt. • Gebruik alleen wasmiddel dat bedoeld is voor in water gewassen textiel. Gebruik nooit droogreinigingsmiddelen. • De machine moet worden aangesloten met nieuwe waterslangen. Gebruikte water- slangen mogen niet gebruikt worden.
Lees de instructies voordat u de machine gebruikt 1.4 Extra opmerkingen Let op: Kalibreren van het gewicht (alleen Wascator FOM71 CLS): Geeft de display een waarde van meer dan ± 0,1 kg, stel dan de weegschaal weer in op nul. Kalibreren van het niveau: Controleer en kalibreer als een langere testserie volgt.
Installatiehandleiding 2.4 Functie/subsysteem Omgevingscondities De machine moet bij dezelfde omgevingscondities kunnen werken als normale wasmachines. De func- tionele waarden met toleranties zullen echter alleen gelden als de volgende omgevingscondities in stand worden gehouden. Spanning Nominaal ±2% Frequentie Nominaal ±2% Waterhardheid (2,5±0,2) mmol/l Inlaatwater, Koud (15±) ℃...
Pagina 10
Installatiehandleiding Interval uitschakeltemperatuur – ≤ 4℃ inschakeltemperatuur Zeepbakje Aantal compartimenten Aantal programmeerbare vloeibare wasmiddelen Wasprogramma’s Geheugenkaarten voor IEC 60456 ISO 6330 M&S Keuringen De machine moet dezelfde keuringen hebben als normale wasmachines Speciale uitrusting Handmatige kraan voor bemonstering van het kuip- water aan de rechterzijde: Aansluiting voor de temperatuuropnamesensor in de achterste gaffel:...
Installatiehandleiding 3 Instellingen 3.1 Transporteren en uitpakken De machine wordt vastgebout op het transportpallet of verpakt in een kist geleverd. • Verwijder de verpakking van de machine. • Verwijder de voorste en achterste basispanelen. Verwijder de bouten tussen machine en pallet. •...
Pagina 12
Installatiehandleiding • Duw de machine naar achteren en monteer de twee achterste voetjes en daarna de twee voorste voetjes. De stelvoeten moeten in de gaten van de laadsensorbrug gemonteerd worden. • Til de machine op en verwijder het transportpallet. • Plaats de machine op de bedoelde plaats. fig.5710 •...
Installatiehandleiding De beveiligingsvoorzieningen verwijderen: • Verwijder het voor- en achterpaneel. • Verwijder beide voorste metalen hoekijzers. • Verwijder beide achterste metalen hoekijzers. • De machine mag niet verplaatst worden als de transportbeveiligingen verwijderd zijn. Bewaar de transportbeveili- gingen voor toekomstig gebruik. fig.5712 3.2 Plaatsen op de vloer Installeer de machine nabij een afvoerput of een open afvoer.
Installatiehandleiding 3.3 Mechanische installatie • Markeer de plaats van installatie van de machine. • De ronde markering boven (A) in de tekening is de plaats voor de voetjes van de machine. fig.5744A • Twee kantelbeveiligingen moeten voor de twee voetjes aan de voorzijde van de machine gemonteerd worden. •...
Pagina 15
Installatiehandleiding • Til de machine in het bodemframe en plaats hem met de voetjes in de kommen. Centreer de voetjes zo veel mo- gelijk in de kommen. • Monteer de kantelbeveiliging en zet hem vast met twee schroeven. fig.5747A • Controleer of de machine waterpas is geplaatst. Stel bij met de voetjes, vergrendel vervolgens met de contramoeren.
Installatiehandleiding 4 Wateraansluiting Alle toevoeraansluitingen naar de machine moeten worden voorzien van handmatige afsluitkleppen en filters om in- stallatie en onderhoud te vergemakkelijken. In bepaalde gevallen moeten er terugslagkleppen worden geplaatst voor de machine om te voldoen aan de plaatselijke loodgietersvoorschriften. Waterleidingen en -slangen moeten voorafgaande aan de installatie doorgespoeld worden.
Installatiehandleiding 5 Afvoer aansluiting Sluit een flexibele rubberen slang van 75 mm (2 1/2″) aan op de afvoerbuis van de machine, om een neerwaartse stroming vanaf de machine te garanderen. Vermijd scherpe bochten, die een goede afvoer kunnen belemmeren. Er moet een luchtspleet van 50 mm zijn tussen de afvoerslang en de afvoer. Zorg ervoor dat de afvoerslang flexibel genoeg is zodat er geen problemen met het gewicht ontstaan voor de weegschaal.
Installatiehandleiding 7 Aansluiting van externe vloeistoftoevoeren De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel! Alle optionele apparatuur die wordt aangesloten, moet EMC-goedgekeurd zijn volgens EN 50081-1 of EN EN 50082- 2. Distributiekaart A kan gebruikt worden om externe functies, uitgangs- en ingangssignalen te regelen. Only in Japan fig.5331...
Pagina 20
Installatiehandleiding Als er meer signalen nodig zijn kan de machine worden voorzien van een tweede distributiekaart B. Uitgangen (200-240 V AC): X75:1 0 V (gemeenschappelijk) X75:2 Vloeistoftoevoer 5 X75:3 Vloeistoftoevoer 6 X75:4 Vloeistoftoevoer 7 X75:5 Vloeistoftoevoer 8 X76:1 0 V (gemeenschappelijk) X76:2 Slot afvoer X76:3 Afvoer A X76:4 Afvoer B...
Installatiehandleiding 8 Elektrische installatie De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel! Machines met frequentiegeregelde motoren kunnen niet-compatibel zijn met bepaalde soorten aardlekschake- laars. Het is van belang om te weten dat de machines zijn ontworpen voor een zo hoog mogelijke persoonlijke veiligheid, daarom zijn onderdelen zoals een aardlekschakelaar niet noodzakelijk.
Installatiehandleiding 3-fasen aansluiting Sluit de aarde, de neutrale draad en de fasedraden aan zoals getoond in voorbeeld ”3AC” en ”3N AC” in de afbeelding. Controleer, nadat de installatie is voltooid, of: • de trommel leeg is. • de machine in werking treedt als de hoofdschakelaar wordt omgedraaid, waardoor de machine start en of gebruik van RAPID ADVANCE (SNEL DOORGAAN) kan worden gemaakt om de centrifugeercyclus te bereiken (zie de bedieningshandleiding).
Installatiehandleiding 9 Controle van de werking 9.1 Handmatige bediening • Zet de hoofdschakelaar van de machine op “aan”. • Controleer dat de trommel leeg is en sluit de deur. • Sluit de afvoerklep. • Open de handmatige kleppen voor water. In de bedieningshandleiding, hoofdstuk “Handmatige bediening”, kunt u lezen hoe de machine handmatig bediend kan worden.
Installatiehandleiding 11 Kalibratie van het niveauregelsysteem Het niveauregelsysteem kan individueel en handmatig worden gekalibreerd. Het kalibreren start bij het niveau aan de onderkant van de binnentrommel. De kalibratie kan worden uitgevoerd tot 250 mm vanaf de onderkant van de bin- nentrommel.
Pagina 26
Installatiehandleiding • Sluit de deur. • De liniaal heeft twee schaalverdelingen, één in mm en één in RU-eenheden (exact 2 mm/RU-eenheid). fig.X02773 De kalibratie moet minimaal in vijf niveaustappen worden uitgevoerd, de eerste stap als het water net de binnentrom- mel binnenstroomt.
Pagina 27
Installatiehandleiding • Druk op OPEN (OPEN) voor het vullen met water tot het water de onderkant van de binnentrommel bereikt waar de liniaal is geplaatst. • Druk op OK (OK) • Voer de op de liniaal afgelezen waarde in RU-eenheden in (de eerste instelling is 0 = niveau in de trommel). •...
Installatiehandleiding 12 Kalibratie van de weegschaal (weegfunctie) Nulpunt van de weegschaal instellen (weegfunctie) De weegschaal zelf is in de fabriek gekalibreerd en het afstellen is niet nodig, tenzij onderdelen van de weegschaal moeten worden vervangen. Echter de afstelling van het nulpunt moet worden uitgevoerd, omdat het totaalgewicht van de machine moet worden geprogrammeerd in de weegschaal.
Installatiehandleiding 13 Aansluiting van de temperatuursensor Er kan een externe temperatuursensor op de machine worden aangesloten. Aan de achterzijde van de trommel zit een bus voor aansluiting van de sensor. Gebruik een klemmoer van 1/4″ voor de sensor. Maximale inbrenging van de sensor is 50 mm vanaf de rand van de bus. Denk eraan dat er een roterende trommel is. fig.X02776...
Installatiehandleiding 14 Informatie m.b.t. afvoeren 14.1 Afvoeren van het apparaat aan het einde van de levensduur Voordat u begint aan de sloop van de machine, adviseren wij u de fysieke toestand van de machine zorgvuldig te controleren, met name of er geen delen van de structuur verzwakt of gebroken zijn. De onderdelen van de machine moeten gescheiden worden afgevoerd op grond van hun verschillende eigenschap- pen (bijv.
Pagina 32
Electrolux Professional AB 341 80 Ljungby, Sweden www.electroluxprofessional.com...