Bezig met scannen
Scanbeeld naar een bestemming verzenden
Voordat u een scan maakt en het scanbestand opslaat op een bestemming, configureert u de
bestemmingsmappen op de server of deelt u de map op een PC. Bovendien moet er ten minste één
scanbestemming in het adresboek staan. Als de scanbestemmingeigenschappen niet correct zijn
geconfigureerd, is het pictogram Scannen naar grijs op het aanraakscherm.
Een beeld scannen en naar een bestemming verzenden:
1.
Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD.
Selecteer de toets Startpagina Functies en vervolgens Scannen naar.
2.
3.
Een bestemming uit favorieten selecteren:
Selecteer Favorieten.
a.
b.
Selecteer de gewenste contactpersonen in de lijst.
c.
Selecteer OK.
4.
Een bestemming selecteren in het apparaatadresboek:
− Selecteer Apparaatadresboek.
a.
Selecteer de gewenste lijst met contactpersonen in het menu op het scherm
Apparaatadresboek.
Selecteer Zoeken en typ vervolgens een deel van de naam via het toetsenbord op het
b.
aanraakscherm.
c.
Selecteer Zoeken.
Selecteer de gewenste contactpersoon in de lijst en selecteer vervolgens Toevoegen aan
d.
ontvangers.
e.
Selecteer OK.
5.
Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, gebruikt u de opties op het scherm Scannen naar. Zie
Scanopties instellen
6.
Aangeven wat er moet gebeuren als een bestand al bestaat:
a.
Selecteer het tabblad Opslagopties.
Selecteer Als bestand al bestaat. Selecteer een optie.
b.
Selecteer OK.
c.
7.
De kwaliteit en bestandsgrootte instellen:
Selecteer het tabblad Opslagopties.
a.
b.
Selecteer Kwaliteit/bestandsgrootte.
c.
Gebruik de schuifbalk om een instelling te selecteren. De instellingen variëren van Hoogste
compressie/Kleinste bestand tot Laagste compressie/Grootste bestand.
Selecteer OK.
d.
8.
Druk op de groene toets Start.
Het scherm Opdrachtvoortgang verschijnt en het origineel wordt gescand. Het bestand wordt op
de bestemming opgeslagen.
®
164
Xerox
WorkCentre
Gebruikershandleiding
op pagina 150 voor meer informatie.
®
7800/7800i-serie multifunctionele kleurenprinter