Kleur
Color Control System (Kleurenbeheersysteem): u kunt de gewenste kleuren instellen met behulp van vooraf
ingestelde kleurensets (de kleurensets sRGB en NATIVE zijn altijd aanwezig en kunnen niet worden gewijzigd).
1, 2, 3, 5: hiermee wordt de kleur rood, groen of blauw verhoogd of verlaagd, afhankelijk van de kleur die is
geselecteerd. Als u een kleur verandert, is dit onmiddellijk zichtbaar op het scherm. De instelling (hoger of lager) wordt
door de balken aangegeven.
NATIVE (Systeemeigen): de oorspronkelijke kleur die door het LCD wordt weergegeven. Deze kleur kan niet worden
gewijzigd.
sRGB: de modus sRGB biedt een enorme verbetering van de kleurgetrouwheid in desktopomgevingen omdat slechts
één standaard RGB-kleurenruimte wordt gebruikt. Dankzij deze standaard kunt u voor de meeste toepassingen
eenvoudig en met een gerust hart kleuren doorsturen (bijvoorbeeld naar het servicebureau) zonder dat verder
kleurenbeheer (en de overeenkomstige kosten) vereist is.
OPMERKING: wanneer MOVIE (Film), GAMING (Games) of PHOTO (Foto) is geselecteerd als de DV MODE,
wordt NATIVE (Systeemeigen) automatisch geselecteerd als de zeven vooraf ingestelde kleuren.
Dit kan niet worden gewijzigd.
Hulpmiddelen
VIDEO DETECT (Signaaldetectie)
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één video-ingang op de monitor
is aangesloten.
FIRST (Eerste): wanneer het huidige video-ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de
andere ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de nieuwe
gedetecteerde signaalbron in. De monitor zoekt geen andere videosignalen wanneer de huidige videobron aanwezig is.
NONE (Geen): de monitor zoekt geen beeldsignaal op de andere ingangspoort tenzij de monitor wordt ingeschakeld.
EXPANSION MODE (MODUS UITBREIDING)
Hiermee stelt u de zoommethode in.
FULL (Volledig): het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Beeldverhouding): het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt gewijzigd.
OFF TIMER (Uitschakeltimer)
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u een voorafbepaalde duur heeft ingesteld.
Voordat de monitor wordt uitgeschakeld, wordt er een bericht op het scherm weergegeven waarin u wordt gevraagd of
u de uitschakeltijd met 60 minuten wilt uitstellen. Druk op een willekeurige OSD-knop om de uitschakeltijd uit te stellen.
LED BRIGHTNESS (Helderheid LED)
U kunt de helderheid van de blauwe LED aanpassen.
DDC/CI
Met deze functie kunt u DDC/CI in- of uitschakelen.
FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling)
Wanneer u de optie FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) kiest, worden de fabrieksinstellingen geladen voor
alle OSD-bedieningselementen. U kunt de afzonderlijke instellingen opnieuw instellen door de knop ECO (RESET)
(Energiebesparing (Opnieuw instellen)) aan te raken.
Menuhulpmiddelen
LANGUAGE (Taal)
Hier kunt u de taal selecteren die in het OSD wordt gebruikt.
OSD TURN OFF (OSD uitschakelen)
Het OSD-bedieningsmenu wordt op het scherm weergegeven zolang het wordt gebruikt. U kunt selecteren hoe lang
de monitor inactief moet zijn, nadat u voor het laatst een knop hebt ingedrukt, voordat het OSD-bedieningsmenu wordt
gesloten. De vooringestelde waarden zijn 10-120 seconden in stappen van 5 seconden.
OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen)
Hiermee vergrendelt u de toegang tot alle OSD-functies. Alleen de BRIGHTNESS (HELDERHEID) en het CONTRAST
kunnen nog worden gewijzigd.
Als u de functie OSD LOCK OUT (OSD vergrendelen) wilt inschakelen, selecteert u OSD LOCK OUT (OSD
vergrendelen) in het OSD-menu en drukt u tegelijkertijd op de knop SELECT (Selecteren) en RIGHT (Rechts). Voor
het uitschakelen van de functie drukt u tegelijkertijd op de knop SELECT (Selecteren) en LEFT (Links).
Nederlands-13