Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Avontuur Beginnen; Navigatie; Navigeren Naar Een Bestemming; Stoppen Met Navigeren - Garmin Oregon 600 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Oregon 600 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

7
Klik op Voltooien.

Een avontuur beginnen

Voordat u een avontuur kunt beginnen, moet u een avontuur
verzenden vanaf BaseCamp naar uw toestel.
1
Selecteer Avonturen.
2
Selecteer een avontuur.
3
Selecteer Start.

Navigatie

U kunt via routes en sporen navigeren naar een waypoint,
geocache, foto of iedere opgeslagen locatie op het toestel. Voor
de navigatie kunt u gebruikmaken van de kaart of het kompas.

Navigeren naar een bestemming

1
Selecteer Waarheen?.
2
Selecteer een categorie.
3
Selecteer een bestemming.
4
Selecteer Ga.
De kaart wordt geopend en uw route wordt aangegeven met
een magenta lijn.
5
Navigeer met de kaart
(Navigeren met de
kompas
(Navigeren met het

Stoppen met navigeren

Selecteer op de kaart of in het kompas
navigeren.
Een Man-over-boord-locatie markeren en de
navigatie ernaartoe starten
U kunt een Man-over-boord-locatie (MOB) opslaan en de
navigatie naar dat punt automatisch starten. U kunt een
sneltoets instellen om direct toegang te krijgen tot de MOB-
functie
(De knoppen
aanpassen).
1
Selecteer Man-over-boord > Start.
De kaart wordt geopend met de route naar de MOB-locatie.
De route wordt standaard met een magenta lijn
weergegeven.
2
Navigeer met de kaart
(Navigeren met de
kompas
(Navigeren met het

Navigeren met de kaart

1
Start de navigatie naar een bestemming
een
bestemming).
2
Selecteer Kaart.
Uw locatie wordt op de kaart aangegeven met een blauwe
driehoek. Terwijl u zich verplaatst, verplaatst de blauwe
driehoek zich ook en laat een spoorlog (route) achter. U kunt
de weergave van het spoorlog op de kaart wijzigen
spoorlog
aanpassen).
3
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Versleep de kaart om andere gebieden weer te geven.
• Selecteer
en
om in en uit te zoomen op de kaart.
• Selecteer een locatie op de kaart en tik op de
informatiebalk boven in het scherm om informatie weer te
geven over de geselecteerde locatie (herkenbaar aan de
pen).

Een route rijden

Om te kunnen navigeren, moet u eerst City Navigator-kaarten
aanschaffen en laden.
1
Selecteer Profiel wijzigen > Auto.
2
Selecteer een bestemming.
Navigatie
kaart) of het
kompas).
> Stop met
kaart) of het
kompas).
(Navigeren naar
(Uw
3
Navigeer met behulp van de kaart.
Volg dan de aanwijzingen in de tekstbalk boven in de kaart.
Geluidssignalen geven afslagen op de route aan.

Navigeren met het kompas

Tijdens het navigeren naar een bestemming wijst
bestemming, ongeacht in welke richting u zich verplaatst.
1
Start de navigatie naar een bestemming
een
bestemming).
2
Selecteer Kompas.
3
Blijf draaien tot
naar de bovenkant van het kompas wijst en
volg die richting om naar uw bestemming te gaan.

Het kompas kalibreren

KENNISGEVING
Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet
in de buurt bevindt van objecten die invloed uitoefenen op
magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of
elektriciteitskabels.
Het toestel is al gekalibreerd in de fabriek en het maakt
standaard gebruik van automatische kalibratie. Als uw kompas
onregelmatig werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt
afgelegd of na extreme temperatuurschommelingen, kunt u het
handmatig kalibreren.
1
Selecteer Kompas >
2
Volg de instructies op het scherm.

Koerswijzer

De koerswijzer is vooral handig bij navigatie op het water of op
open plekken zonder grote obstakels. De functie helpt u
bovendien gevaren aan weerszijden van de koers te vermijden,
zoals ondiepten en rotsen onder water.
Om de koerswijzer van het kompas in te schakelen, gaat u naar
Stel in > Koers > Ga naar lijn/wijzer > Koers
(koersafwijkingsindicator).
De koerswijzer
geeft uw relatie aan tot de koerslijn en
begeleidt u zo naar uw bestemming. De
koersafwijkingsindicator (CDI)
rechts) ten opzichte van de koers weer. De schaal
betrekking op de afstand tussen de punten
koersafwijkingsindicator, die de afwijking ten opzichte van de
koers weergeeft.

Navigeren met Peil en ga

U kunt het toestel op een object in de verte richten, de richting
vergrendelen en vervolgens naar het object navigeren.
1
Selecteer Peil en ga.
2
Richt het toestel op een object.
3
Selecteer Zet richting vast > Stel koers in.
4
Navigeer met behulp van het kompas.

Hoogteprofiel

Het hoogteprofiel toont standaard de hoogtegegevens van de
gereisde afstand. Als u de hoogte-instellingen wilt aanpassen,
naar uw
(Navigeren naar
> Kalibreer kompas > Start.
geeft de afwijking (links of
heeft
op de
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave