bent en niet in staat bent het NiMH-batterijpak op te laden.
Gebruik NiMH- of lithiumbatterijen voor het beste resultaat.
OPMERKING: Standaard alkalinebatterijen worden niet
aanbevolen voor de Oregon 650-modellen bij gebruik van de
camerafunctie.
1
Draai de D-ring tegen de klok in en trek de D-ring omhoog
om de klep te verwijderen.
2
Plaats twee AA-batterijen met de contacten in de juiste
richting.
3
Plaats de batterijklep terug en draai de D-ring met de klok
mee.
4
Houd
ingedrukt.
5
Selecteer Stel in > Systeem > AA-batterijtype.
6
Selecteer Alkaline, Lithium of Oplaadbare NiMH.
Het toestel inschakelen
Houd
ingedrukt.
Satellietsignalen ontvangen en een spoor vastleggen
Voordat u gebruik kunt maken van de GPS-navigatiefuncties,
zoals het vastleggen van een spoor, moet u eerst
satellietsignalen ontvangen. Het toestel dient mogelijk vrij zicht
op de satellieten te hebben om satellietsignalen te kunnen
ontvangen.
Ga voor meer informatie over GPS naar
/aboutGPS.
1
Houd
ingedrukt.
2
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Als de balken
groen worden, ontvangt het toestel
satellietsignalen. De tijd en datum worden automatisch
ingesteld op basis van uw GPS-positie.
3
Loop rond om een spoor te laten vastleggen (Sporen).
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Kaart om uw spoor op de kaart weer te geven.
• Selecteer Kompas om het kompas en aanpasbare
gegevensvelden weer te geven.
• Selecteer Tripcomputer om uw huidige snelheid, afstand
en andere statistische gegevens weer te geven.
Het aanraakscherm gebruiken
• Tik op het scherm om een item te selecteren.
• Sleep, of veeg met uw vinger over het scherm om het
scherm te schuiven of te scrollen.
• Knijp twee vingers samen om uit te zoomen.
• Spreid twee vingers om in te zoomen.
• Voer elke selectie op het aanraakscherm als aparte
handeling uit.
• Selecteer
om uw wijzigingen op te slaan en de pagina te
sluiten.
• Selecteer
om de pagina te sluiten en terug te keren naar
de vorige pagina.
• Selecteer
om terug te keren naar de vorige pagina.
2
www.garmin.com
• Houd
ingedrukt om terug te gaan naar het hoofdmenu.
• Selecteer
om bepaalde menu-items weer te geven voor
de pagina die u bekijkt.
Via-punten, routes en sporen
Via-punten
Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Een waypoint maken
U kunt uw huidige locatie als waypoint opslaan.
1
Selecteer de gebruikersknop.
De standaardfunctie van de gebruikersknop is een waypoint
markeren.
2
Selecteer indien nodig een veld als u wijzigingen in het
waypoint wilt aanbrengen.
3
Selecteer Sla op.
Een waypoint markeren met behulp van de kaart
1
Selecteer Kaart.
2
Selecteer een locatie op de kaart.
3
Selecteer de informatiebalk boven in het scherm.
4
Selecteer
> OK.
Een punt zoeken
1
Selecteer Via-punten Manager.
2
Selecteer een waypoint in de lijst.
3
Selecteer indien nodig
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Spelzoeken om te zoeken met de naam van
het waypoint.
• Selecteer Selecteer symbool om te zoeken met het
waypointsymbool.
• Selecteer Zoek nabij om te zoeken in de buurt van recent
gevonden locaties, een ander waypoint, uw huidige
waypoint of een plaats op de kaart.
• Selecteer Sorteer om de lijst met waypoints te bekijken
gesorteerd op dichtstbijzijnde afstand of op alfabetische
volgorde.
Een waypoint bewerken
Voordat u een waypoint kunt bewerken, moet u er eerst een
maken.
1
Selecteer Via-punten Manager.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer een item om te bewerken, bijvoorbeeld de naam.
4
Voer de nieuwe informatie in en selecteer
Een waypoint verwijderen
1
Selecteer Via-punten Manager >
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer Wis > Ja.
De nauwkeurigheid van een waypoint-locatie
verbeteren
U kunt de locatie van een waypoint verfijnen voor een
nauwkeurigere weergave. Bij het middelen voert het toestel
verschillende metingen op dezelfde locatie uit en gebruikt de
gemiddelde waarde voor een nauwkeurigere meting.
1
Selecteer Via-punten Manager.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer
> Gemiddelde locatie.
4
Ga naar de locatie van het waypoint.
om uw zoekbewerking te verfijnen.
.
> Wis.
Via-punten, routes en sporen