5
Selecteer Start.
6
Volg de instructies op het scherm.
7
Als de statusbalk Betrouwbaarheid van meting op 100%
staat, selecteer dan Sla op.
Voor de beste resultaten kunt u vier tot acht metingen voor een
waypoint opslaan. Wacht minimaal 90 minuten tussen de
metingen.
Een waypoint projecteren
U kunt een nieuwe locatie maken door de afstand en peiling te
projecteren vanaf een gemarkeerde locatie naar een nieuwe
locatie.
1
Selecteer Via-punten Manager.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer
> Projecteer via-punt.
4
Geef de peiling op en selecteer
5
Selecteer een maateenheid.
6
Geef de afstand op en selecteer
7
Selecteer Sla op.
Menu Waarheen?
U kunt het menu Waarheen? gebruiken om een bestemming te
zoeken waar u naartoe wilt navigeren. Niet alle Waarheen?-
categorieën zijn voor alle gebieden en op alle kaarten
beschikbaar.
Optionele kaarten
U kunt deze extra kaarten in het toestel laden, zoals BirdsEye
satellietbeelden, BlueChart ® g2 kaarten en gedetailleerde City
Navigator ® kaarten. Gedetailleerde kaarten hebben
bijvoorbeeld meer nuttige punten, zoals restaurants of
watersportdiensten. Ga voor meer informatie naar
http://buy.garmin.com
of neem contact op met uw Garmin
dealer.
Een locatie op naam zoeken
1
Selecteer Waarheen? > Via-punten >
2
Typ de gehele naam of een deel van de naam.
3
Selecteer
.
Een locatie in de buurt van een andere locatie zoeken
1
Selecteer Waarheen? >
2
Selecteer een optie.
3
Selecteer een locatie.
Een adres zoeken
U kunt optionele City Navigator kaarten gebruiken om naar
adressen te zoeken.
1
Selecteer Waarheen? > Adressen.
2
Selecteer, indien nodig, het land of de provincie.
3
Voer de plaats of postcode in.
OPMERKING: Niet alle kaartgegevens bieden de optie voor
zoeken op postcode.
4
Selecteer de plaatsnaam.
5
Voer het huisnummer in.
6
Voer de straatnaam in.
Routes
Een route bestaat uit een serie via-punten of locaties die u naar
uw bestemming leidt.
Een route maken
1
Selecteer Routeplanner > Route maken > Selecteer
eerste punt.
2
Selecteer een categorie.
Via-punten, routes en sporen
.
.
> Spelzoeken.
> Zoek nabij.
3
Selecteer het eerste punt in de route.
4
Selecteer Gebruik > Selecteer volgend punt.
5
Herhaal de stappen 2–4 om alle punten toe te voegen in de
route.
6
Selecteer
om de route op te slaan.
De naam van een route wijzigen
1
Selecteer Routeplanner.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Wijzig naam.
4
Voer de nieuwe informatie in en selecteer
Een route bewerken
1
Selecteer Routeplanner.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Wijzig route.
4
Selecteer een punt.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer Controleer om het punt op de kaart weer te
geven.
• Selecteer Omhoog of Omlaag als u de volgorde van de
punten in de route wilt wijzigen.
• Selecteer Voeg in als u een punt aan de route wilt
toevoegen.
Het nieuwe punt wordt ingevoegd vóór het geselecteerde
punt.
• Selecteer Wis als u het punt uit de route wilt verwijderen.
6
Selecteer
om de route op te slaan.
Een route weergeven op de kaart
1
Selecteer Routeplanner.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Bekijk kaart.
Een route verwijderen
1
Selecteer Routeplanner.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Wis route.
De actieve route weergeven
1
Selecteer tijdens het navigeren van een route Actieve route.
2
Selecteer een punt in de route om meer details weer te
geven.
Een route omkeren
1
Selecteer Routeplanner.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Keer route om.
Sporen
Een spoor is een registratie van uw route. Het spoorlog bevat
informatie over de punten langs de vastgelegde route, inclusief
de tijd, de locatie en de hoogtegegevens voor ieder punt.
Een spoorlog vastleggen
Selecteer Huidig spoor .
Selecteer
om het vastleggen van een spoor te pauzeren.
Indien gepauzeerd, wordt het spoorlog niet vastgelegd.
Uw spoorlog aanpassen
U kunt de manier waarop uw toestel sporen weergeeft en
vastlegt aanpassen.
1
Selecteer Huidig spoor >
.
.
3