Afb. 6
Kabeldoorvoeren (onderaanzicht)
[1]
Kabeldoorvoeren voor sensoren, CAN-BUS en EMS BUS
[2]
Kabeldoorvoer voor stroomingang
5.5
Checklist
Elke installatie is individueel verschillend. De volgende checklist bevat
een algemene beschrijving van de aanbevolen installatiestappen.
Geadviseerd wordt de koudemiddelleiding aan te sluiten voor de hydrau-
lische aansluitingen.
1. Inkomende en uitgaande leidingen van de buiteneenheid monteren.
2. Lekwaterslang resp. leidingen van de binneneenheid monteren.
3. Aansluiting tussen buiteneenheid ODU Split en binneneenheid tot
stand brengen (handleidingen van de buiteneenheid).
4. Binneneenheid op de cv-installatie aansluiten ( hoofdstuk 5.6.1).
5. Boiler vullen en ontluchten.
6. Voor de bedrijfsstart de cv-installatie vullen en ontluchten ( hoofd-
stuk 5.6.2 en 6.1).
7. CV-installatie ontluchten ( hoofdstuk 5.7).
8. Buitentemperatuursensor ( hoofdstuk 5.7.6) en eventueel kamer-
temperatuurgestuurde regelaar monteren.
9. CAN-BUS-kabel tussen buiteneenheid ODU Split en binneneenheid
aansluiten (hoofdstuk 5.7.2).
10.Eventuele toebehoren monteren (mengermodule, solarmodule, en-
zovoort).
11.Indien nodig EMS BUS-kabel op toebehoren aansluiten (hoofdstuk
5.7.1).
12. Cv-installatie op het stroomnet aansluiten ( hoofdstuk 6.1).
13.Cv-installatie in bedrijf stellen. Daarvoor de benodigde instellingen
via de bedieningseenheid uitvoeren (handleiding bedieningseen-
heid).
14.Controleren of alle sensoren correcte waarden weergeven (hoofd-
stuk 7).
15.Deeltjesfilter controleren en reinigen (hoofdstuk 7).
16.Werking van de cv-installatie na de bedrijfsstart controleren
(hoofdstuk 6.4).
5.6
Aansluiting
5.6.1
Aansluiting van de binneneenheid met geïntegreerde ex-
terne bijverwarming
De volgende aansluitingen op de binneneenheid installeren:
1. Afvoerslang van [6] afb. 7 naar een vorstvrije afvoer installeren.
Logatherm WPLS6...13.2 RE – 6720892195 (2020/06)
2. Leidingen voor warmtedragende vloeistof van de warmtepomp op
[2] afb. 7 aansluiten.
3. Leidingen voor warmtedragende vloeistof naar de warmtepomp op
[1] afb. 7 aansluiten.
4. Retour van cv-installatie op [7] afb. 7 aansluiten.
5. Aanvoer naar cv-installatie op [6] afb. 7 aansluiten.
5
Installatie
9