Inhoudsopgave
Advertenties
8
Installatie van het toebehoren
zwembad mag niet in de aanvoer worden gemonteerd, waar ze het veilig-
heidsventiel kan blokkeren.
▶ Zwembadmengmodule in de retour naar de binneneenheid monteren
(zoals in het voorbeeld zwembadinstallatie getoond).
▶ T-verbindingsstuk in de aanvoer van de binneneenheid voor de by-
pass monteren.
▶ Monteer de zwembadmengkraan niet als cv-circuit in de installatie.
Een voorwaarde voor het gebruik van de zwembadverwarming is de in-
stallatie van een zwembadmodule (toebehoren).
▶ Installeer de zwembadmengkraan.
▶ Isoleer alle buizen en aansluitingen.
▶ Installeer de zwembadmodule ( handleiding voor de zwembad-
module).
▶ Looptijd van het zwembad-omschakelventiel bij de inbedrijfstelling
instellen ( handleiding van de bedieningseenheid).
▶ Voer de benodigde instellingen voor het zwembadbedrijf uit (
handleiding van de bedieningseenheid).
1
1
2
M
VC1
Afb. 23 Voorbeeldweergave voor installatie zwembad
[1]
Zwembadmodule
[2]
Zwembad
[VC1] Zwembadmengkraan
[HS] Cv-installatie
22
HS
M
8.9
Koeling alleen met ventilatorconvectoren
OPMERKING:
Materiële schade door vocht!
Wanneer de condensatie-isolatie niet volledig is, kan het vocht naar aan-
grenzende materialen overslaan.
▶ Bij koelbedrijf alle leidingen en aansluitingen tot en met de ventilator-
convector van condensatie-isolatie voorzien.
▶ Gebruik voor het isoleren een materiaal dat geschikt is voor koelsy-
stemen met condensvorming (Armaflex).
▶ Afvoer op het riool aansluiten.
▶ Bij koelbedrijf onder het dauwpunt geen dauwpuntsensoren gebrui-
ken.
8.10
IP-module
De IP-module kan als toebehoren naderhand worden toegevoegd.
Voor gebruik van de volledige functionaliteit zijn internettoegang en een
router met een vrije RJ45-uitgang nodig. Hierdoor kunnen extra kosten
ontstaan. Voor de besturing van de installatie met een mobiele telefoon
is de app Buderus MyDevice nodig.
Met de IP-module kan de installatie via een mobiel toestel gestuurd en
bewaakt worden. De module is bedoeld als interface tussen cv-installa-
tie en een netwerk (LAN) en maakt bovendien de SmartGrid-functie mo-
gelijk (deze functie is voor België nog niet beschikbaar).
Inbedrijfstelling
Neem bij de inbedrijfstelling de documenten van de router in acht.
De router moet als volgt zijn ingesteld:
• DHCP actief
• Poorten 5222 en 5223 mogen niet voor uitgaande communicatie zijn
geblokkeerd.
• Vrij IP-adres aanwezig
• Op de module aangepaste adresfiltering (MAC-filter).
Voor de inbedrijfstelling van de IP-module staan de volgende mogelijkhe-
den ter beschikking:
• Internet
De IP-module krijgt automatisch een IP-adres van de router. In de fabriek-
sinstellingen van de module zijn de naam en het adres van de doelserver
opgeslagen. Zodra een internetverbinding is opgebouwd, meldt de IP-
module zich automatisch op de Buderus-server aan.
• LAN
De module heeft niet noodzakelijkerwijs een internettoegang nodig. Hij
kan ook in een lokaal netwerk worden gebruikt. In dit geval is er echter
geen toegang tot de cv-installatie via internet mogelijk en wordt de IP-
modulesoftware niet automatisch geactualiseerd.
• App Buderus MyDevice
Bij de eerste start van de app wordt u gevraagd, de af fabriek vooringe-
stelde loginnaam en het wachtwoord in te voeren. De logingegevens zijn
op de typeplaat van de IP-module afgedrukt.
• SmartGrid
Met SmartGrid kan de binneneenheid met de stroombeurs communice-
ren en het gebruik zodanig aanpassen, dat het warmtepompvermogen
Logatherm WPLS6...13.2 RE – 6720892195 (2020/06)
Advertenties
Inhoudsopgave
