12.10.2
Uitgangen testen
Met dit menupunt controleert u de werking van de vier uitgangen. Elke
uitgang kan afzonderlijk worden geactiveerd en gedeactiveerd.
Druk op de cijfertoetsen 1 tot 4 om elke uitgang afzonderlijk te schakelen.
De leds OP1 of OP2 gaan branden, als de uitgang 1 of 2 werd geactiveerd.
12.10.3
Ingangen testen
Met dit menupunt controleert u de juiste bedrading van de ingangen.
Stuur nu de desbetreffende ingangen aan. Bij juiste aansturing zal het
apparaat daarop de bijbehorende letters A-H van de ingang op het display
weergeven.
Display in de rusttoestand
*/*/*/*/*/*/*/*
Weergave bij juiste aansturing van alle 8 ingangen.
A/B/C/D/E/F/G/H
Bij deze test werden geen telefoonverbindingen opgebouwd.
12.10.4
Spanning testen
Hier controleert u de waarde van de voedingsspanning.
Druk op ENT. Het display toont nu de momentele waarde van de
voedingsspanningswaard, bijvoorbeeld 12,3 V.
De grootste weergavewaarde is om technische redenen beperkt tot 25,5 V.
Het apparaat kan echter met een voedingsspanning werken die tussen 10,5
V en 28 V ligt.
45 NL