temperatuur weer boven de gedefinieerde grens, wordt
de uitgang weer gedeactiveerd.
Zie instelling bij „Systeeminstellingen → Alarmgrenzen
→ Lage temperatuur"
Luistermodus:
de uitgang wordt geactiveerd, als de luistermodus is
gestart.
Zie daarvoor „Bedrijf → Toegang op afstand → Functies
in de modus toegang op afstand"
Spreekmodus:
de uitgang wordt geactiveerd, als de spreekmodus is
gestart.
Zie daarvoor „Bedrijf → Toegang op afstand → Functies
in de modus toegang op afstand"
Telefoonstoring:
de uitgang wordt geactiveerd, als op de
telefoonaansluitingen een storing optreedt.
•
•
Het apparaat heeft ca. 50s nodig om deze storing te
registreren.
Mobiele telefonie actief:
Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer het apparaat
actief is via het GSM-netwerk.
Bellen actief:
de uitgang wordt geactiveerd, als het apparaat
aangestuurd en een belproces gestart werd. De uitgang
wordt gedeactiveerd, als het apparaat alle contacten
gebeld heeft of als het bellen werd geannuleerd.
Bellen succesvol:
de uitgang wordt geactiveerd, als het apparaat het
bericht succesvol heeft verstuurd. De uitgang wordt
gedeactiveerd als de het apparaat weer wordt
aangestuurd.
Bellen mislukt:
de uitgang wordt geactiveerd, als het apparaat het
bericht niet succesvol kon versturen. De uitgang wordt
gedeactiveerd als de het apparaat weer wordt
aangestuurd.
Toegang op afstand 1-4:
de uitgang kan door toegang op afstand per telefoon
worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Zie daarvoor „Bedrijf → Toegang op afstand → Functies
in de modus toegang op afstand"
Lage spanning:
de uitgang wordt geactiveerd, als de ingestelde
spanningsgrens is onderschreden. Stijgt de spanning
aangesloten telefoonlijn is onderbroken
geen spanning op de aangesloten telefoonlijn
38 NL