Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CYBEX V Series Gebruikershandleiding pagina 16

Inhoudsopgave

Advertenties

De hartslag zal na 10 tot 40 seconden nadat de gebruiker de sensors heeft vastgepakt op de console verschijnen.
De volgende factoren kunnen de Lifepulse-meting beïnvloeden: verkeerd plaatsen van de handen op de sensors,
activiteit van het bovenlichaam, lotion of vuil op de handen en te hard of niet hard genoeg vastgrijpen van de
sensors.
Opmerking: (Alleen loopbanden): probeer de sensors niet vast te pakken bij snelheden hoger dan 4.5 mph
of 7,2 km/u. Bij deze snelheden wordt het gebruik van een Polar-telemetriehartslagborstband aanbevolen.
Optionele Polar®-telemetriehartslagborstband
Het Polar®-telemetriehartslagmeetsysteem verstuurt hartslagsignalen naar de console wanneer de elektroden
tegen de huid aan worden gedrukt. Deze elektroden zijn bevestigd aan een Polar-telemetriehartslagborstband
die de gebruiker tijdens de training draagt. De Polar-telemetriehartslagborstband is optioneel. Neem contact op
met de klantendienst om deze te bestellen.
Raadpleeg het onderstaande overzicht voor de juiste plaatsing van de Polar-telemetriehartslagborstband. De
elektroden die zich bevinden bij de twee gegroefde vlakken aan de onderkant van de band moeten vochtig blijven
om de elektrische impulsen van het hart nauwkeurig naar de ontvanger te kunnen zenden. Bevochtig de elektroden.
Maak daarna de Polar-telemetriehartslagborstband zo hoog mogelijk onder de borstspieren vast. De band moet
strak maar comfortabel genoeg zitten om normaal te kunnen ademen.
De zenderband brengt de hartslagwaarde optimaal over wanneer de elektroden direct contact maken met de
huid. Hij werkt echter ook goed door een dunne laag vochtige kleding.
Als u de Polar-telemetriehartslagborstbandelektroden opnieuw moet bevochtigen, trek dan het midden van de
Polar-borstband van de borst los zodat de twee elektroden zichtbaar worden en bevochtig ze.
Opmerking: Als de sensors van het Lifepulse-systeem worden vastgepakt terwijl de borstband wordt
gedragen en de signalen van de sensors geldig zijn, gebruikt de ingebouwde computer de sensorsignalen
om de hartslag te meten in plaats van de signalen die met de Polar-telemetriehartslagborstband worden
verzonden.
Opmerking: (Alleen loopbanden): tijdens het instellen van een hartslagzonetraining moet de gebruiker
een startsnelheid invoeren. Als er geen Polar-telemetriehartslagborstband wordt waargenomen dan is de
toegestane maximumsnelheid 4.5 mph (7,2 km/u). Als er een Polar-telemetriehartslagborstband wordt
gedetecteerd, dan kunnen de gebruikers trainen met de maximumsnelheid zoals bepaald in de
Managersconfiguratie.
Pagina 16 van 23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave