3
BEDRIJFSLIMIETEN
3.1
Opslag
De omgevingsomstandigheden moeten binnen de volgende limieten vallen:
Minimale omgevingstemperatuur
Maximale omgevingstemperatuur :
Maximale relatieve vochtigheid
Opslag bij temperaturen onder de minimale waarde kan beschadiging van de onderdelen veroorzaken, terwijl opslag bij
een temperatuur hoger dan de maximale waarde de opening van de veiligheidskleppen ten gevolge kan hebben, en
dientengevolge lekkage van koelmiddel. Opslag in een vochtige omgeving kan leiden tot beschadiging van de elektrische
onderdelen.
Als algemene regel geldt dat de unit moet werken met een verdamperwaterdebiet tussen 50% en 120% van het nominale
debiet (bij standaard bedrijfsomstandigheden), maar controleer met de software voor het selecteren van de unit de juiste
minimum en maximum toegestane waarden voor het specifieke model.
OPSLAG EN GEBRUIK BUITEN DE ONDERSTAANDE LIMIETEN KAN DE UNIT BESCHADIGEN.
Neem bij twijfel contact op met de vertegenwoordiger van de fabrikant
3.2
Bedrijfslimieten Lucht-water-bedrijf
Koelmodus:
55
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
-5
-10
-15
-20
-10
-5
Temperatuur uitgaand water verdamper[°C]
Verwarmingsmodus:
65
60
55
50
45
40
35
30
25
-15 -10
-5
Omgevingstemperatuur buiten [°C]
De volgende opties moeten worden opgenomen afhankelijk van het specifieke werkgebied:
Referentiegebied 1: standaardeenheid - (er zijn geen opties vereist om in dit gebied te werken)
D–EIMHP01201-18_11NL - 10/37
:
-20°C
57°C
:
95% zonder condens
2
0
5
10
1
0
5
10
15
20
3
1
15
20
25
25
30
35
40
45
50